Column over de vraag: wil het Nederlandse “sociaal werk” nog wel een internationaal perspectief? Onder de titel "Social work in een international perspectief" is deze column uitgesproken tijdens het symposium “Samenleven is geen privézaak” op 29 maart 2012, ter gelegenheid van het afscheid Hans van Ewijk (lector sociale innovatie).
In Nederland wordt door politie en defensie met ongeveer 760 diensthonden gewerkt. Jaarlijks moet een deel van deze honden worden vervangen, door vaak vroegtijdige pensionering. De aanvoer van nieuwe honden is mede beperkt door toenemende vraag vanuit binnen- en buitenland. Bovendien is het selecteren en trainen van geschikte honden tijdrovend en biedt geen garantie op een succesvolle hond. Dat maakt onderzoek naar duurzamere inzet met minder uitval noodzakelijk. Naar aanleiding van gesprekken met de politie, defensie en de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV) blijkt dat er behoefte is aan meer inzicht in factoren die kunnen bijdragen aan fysiek en mentaal gezonde diensthonden die succesvol en langdurig kunnen werken. Daarnaast geven ze aan dat het werken met diensthonden steeds meer maatschappelijke kritiek ontvangt, o.a. vanwege nieuwsberichten over bijtincidenten en aversieve trainingsmethoden. Het versterken van de Social License to Operate is daarom van groot belang, omdat het kan leiden tot bredere acceptatie, positieve relaties met het publiek en belanghebbenden, en het versterken van de effectiviteit van de betrokken organisaties bij het uitvoeren van hun taken. Het doel van dit project is om samen met het werkveld te komen tot een advies waarin op basis van onderzoek en praktijkervaring richtlijnen worden gepresenteerd die welzijn en gezondheid van de diensthonden kunnen waarborgen en het maatschappelijk draagvlak versterken. In dit project gaan consortiumpartners gegevens verzamelen over de vereiste selectiecriteria voor een succesvolle carrière, de redenen voor vroegtijdige uitval en hoe de training en verzorging van diensthonden optimaler vormgegeven moeten worden. Daarnaast wordt er een vragenlijst afgenomen om inzicht te krijgen in de bekendheid met het werk van diensthonden, vragen en zorgen, en hoe de kwaliteit van leven van diensthonden ingeschat wordt. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke thema’s opgepakt kunnen worden om het draagvlak te behouden en te versterken.
The scientific publishing industry is rapidly transitioning towards information analytics. This shift is disproportionately benefiting large companies. These can afford to deploy digital technologies like knowledge graphs that can index their contents and create advanced search engines. Small and medium publishing enterprises, instead, often lack the resources to fully embrace such digital transformations. This divide is acutely felt in the arts, humanities and social sciences. Scholars from these disciplines are largely unable to benefit from modern scientific search engines, because their publishing ecosystem is made of many specialized businesses which cannot, individually, develop comparable services. We propose to start bridging this gap by democratizing access to knowledge graphs – the technology underpinning modern scientific search engines – for small and medium publishers in the arts, humanities and social sciences. Their contents, largely made of books, already contain rich, structured information – such as references and indexes – which can be automatically mined and interlinked. We plan to develop a framework for extracting structured information and create knowledge graphs from it. We will as much as possible consolidate existing proven technologies into a single codebase, instead of reinventing the wheel. Our consortium is a collaboration of researchers in scientific information mining, Odoma, an AI consulting company, and the publisher Brill, sharing its data and expertise. Brill will be able to immediately put to use the project results to improve its internal processes and services. Furthermore, our results will be published in open source with a commercial-friendly license, in order to foster the adoption and future development of the framework by other publishers. Ultimately, our proposal is an example of industry innovation where, instead of scaling-up, we scale wide by creating a common resource which many small players can then use and expand upon.