De regering had een droom: in de participatiesamenleving doet iedereen mee en werken mensen met een beperking bij een reguliere werkgever. Een mooie droom, maar zoals wel vaker, staan tussen droom en daad wetten, heel veel regelingen en fysieke belemmeringen in de weg. Inmiddels zijn we vijf jaar verder. De Participatiewet heeft nog niet voor iedereen gebracht wat was verwacht. De FNV kwam eind januari met een plan dat perspectief biedt voor zowel mensen met een beperking als SW-bedrijven, die als gevolg van de droom worstelen met hun bestaan.
DOCUMENT
Onderzoek naar sociale inclusie in de gemeente Barneveld. De vraagstelling van het onderzoek is: Hoe kunnen inwoners, maatschappelijke instellingen en de gemeente bijdragen om inclusie te versterken voor inwonersgroepen die sociale uitsluiting ervaren in de gemeente Barneveld? Deelvragen zijn: • Hoe waarderen inwoners van de gemeente Barneveld de sociale inclusie? • Welke inwonersgroepen ervaren sociale uitsluiting en op welke manier gebeurt dat? • Welke ideeën hebben inwoners die nu uitsluiting ervaren zelf over het verbeteren van de sociale inclusie in de gemeente Barneveld?
DOCUMENT
Mensen met een beperking zullen na de coronatijd vaak moeilijk hun plek op de arbeidsmarkt weer kunnen vinden. ‘Sociale ontwikkelbedrijven’ kunnen daarbij helpen.
LINK
Hoofstuk 4 in Sociale innovatie in de praktijk Hoofdstukindeling: 4.1 Inleiding 4.2 Noties van sociale innovatie in zorg en welzijn 4.3 Transformatie in het sociale domein 4.4 Sociale innovatie beschouwd vanuit het perspectief van waarden 4.5 De waarde van een sociale professional 4.6 Epiloog
LINK
Sociale kwaliteit gaat over de mate waarin mensen mee kunnen doen in de samenleving, op een manier die bij hen past en die hen goed doet. Sociale kwaliteit maakt dat mensen hun mogelijkheden kunnen benutten, zichzelf kunnen ontplooien en op die manier zelf ook weer kunnen bijdragen aan hun omgeving, zoals het eigen sociaal netwerk, de buurt, het dorp en de samenleving. De centrale vraag van het lectoraat is: hoe kunnen we samen leren, onderzoeken en werken aan sociale kwaliteit? In deze video wordt uitleg gegeven over de sociale kwaliteit benadering en worden vier belangrijke voorwaarden uitgelegd: Allereerst heeft sociale kwaliteit te maken met sociaal economische zekerheid: ben je verzekerd van huisvesting, zinvolle dagactiviteiten en voldoende inkomen? De tweede voorwaarde is sociale inclusie: kun je meedoen in de samenleving? De derde is sociale cohesie: ben je verbonden met de mensen om je heen en uit je omgeving? De laatste voorwaarde is sociale empowerment: krijg je de ruimte om je te ontwikkelen en je talenten te benutten?
LINK
In opdracht van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer gemaakte sociale analyse van de wijk Lakerlopen in Eindhoven in het kader van de integrale wijkvernieuwing. Lakerlopen is statistisch gezien een van de 'slechtse'wijken van Eindhoven. Dit onderzoek heeft als insteek de sociale relaties tussen bewoners onderzocht. In de wijk worden bijna 30 leefgebieden onderscheiden. Leefgebieden zijn die pleintjes, straten, flats e.d. wat bewoners tot hun directe woonomgeving rekenen, en waarbij zij zich erg betrokken voelen. Dit onderzoek toont aan dat het niveau van de sociale relaties in de leefgebieden voornamelijk op of boven de gestelde norm zit. Voor vele betrokkenen, van actieve bewoner tot stedebouwkundige, was dit een verrassende uitkomst; het zorgde voor nieuw elan in de wijkvernieuwing, en een andere kijk op aandachtswijken in Eindhoven.
DOCUMENT
De SIML meet aan de hand van een vragenlijst met 83 vragen het sociale innovatievermogen van Limburgse werkgevers. Daarbij worden zes elkaar aanvullende pijlers van sociale innovatie onderscheiden: 1) Strategische oriëntatie op sociale innovatie. 2) Interne veranderingssnelheid. 3) Zelforganiserend vermogen. 4) Talentontwikkeling. 5) Investeren in kennisbasis. 6) Duurzame inzetbaarheid. De 2016-meting van de monitor levert de volgende bevindingen op: De monitor laat zien dat de Limburgse werkgevers nog aan concurrentiekracht kunnen winnen. Vooral op het gebied van de duurzame inzetbaarheid van oudere medewerkers (60+) kunnen veel organisaties zich nog verbeteren. De monitor laat duidelijk zien dat dit het grootste obstakel is voor het van de grond krijgen van het sociale innovatiebeleid in Limburg. Wat daarbij vooral opvalt is de gemiddeld lage score die bedrijven geven aan de mate waarin hun oudere medewerkers regelmatig van werkzaamheden wisselen. Limburgse werkgevers besteden veel aandacht aan de ontwikkeling van hun personeel. Centraal staat het versterken van de persoonlijke ontwikkeling op de werkvloer. Medewerkers krijgen daarbij goede mogelijkheden tot professionele groei door taakverrijking en autonomie met een bijpassende verantwoordelijkheid. Hierdoor krijgen medewerkers voldoende uitdaging en kunnen zij zich verder ontwikkelen. Ook positief is dat de interne veranderingssnelheid van de Limburgse werkgevers blijft toenemen. Indicatoren als variabele werktijden, zelfroosteren en thuiswerken laten zien dat het flexibel organiseren van arbeid flink verbeterd is. Limburgse werkgevers erkennen in toenemende mate het belang van flexibiliteit. De monitor laat duidelijk zien dat sociale innovatie loont. Meer aandacht voor sociale innovatie is gunstig voor de concurrentiekracht van het Limburgse bedrijfsleven. Zo laat de monitor zien dat er een sterke samenhang is tussen sociale innovatie en verschillende prestatie-indicatoren. Organisaties met een groter sociaal innovatievermogen blijken beter te presteren, zowel voor wat betreft hun omzetgroei en het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten als op het gebied van duurzaamheid. Bovendien blijken organisaties met een groter sociaal innovatievermogen een lager ziekteverzuim van hun medewerkers te hebben. Er zijn duidelijke sectorale verschillen in het sociale innovatievermogen van het Limburgse bedrijfsleven. Het sociale innovatievermogen toont in alle drie de sectoren een gelijk gemiddelde, echter op pijlerniveau zijn significante verschillen te zien. Op de pijlers interne veranderingssnelheid en talentontwikkeling scoort de commerciële dienstverlening het hoogst. Op de pijlers zelforganiserend vermogen, investeren in kennisbasis en duurzame inzetbaarheid scoort de industrie het hoogst. Alleen de pijler ‘strategische oriëntatie’ laat geen significante verschillen zien.
DOCUMENT
Tussen april 2017 en februari 2018 onderzochten hogeschool Utrecht en hogeschool Windesheim/Flevoland 20 ambitieuze sociale ondernemingen op succesfactoren en belemmerende factoren voor verdere groei in impact op arbeidsparticipatie. Meer informatie over het project: https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/opschalen-van-sociale-ondernemingen-groei-in-impact en https://www.impactgroei.nl/
DOCUMENT
Sociale innovatie gaat om de bundeling van menskracht met als doel uiteenlopende maatschappelijke kwesties aan te pakken. Sociale innovatie heeft betrekking op nieuwe arrangementen van burgers, overheden en/of bedrijven die ‘maatschappelijke energie’ opwekken om bijvoorbeeld armoede of sociale ongelijkheid tegen te gaan, arbeidsparticipatie te bevorderen of ‘alternatieve’ initiatieven te ondersteunen. Het gaat daarbij om het scheppen van publieke meerwaarde. De verwachtingen over sociale innovatie als oplossing voor hedendaagse maatschappelijke problemen zijn vaak hooggespannen. In Sociale innovatie in de praktijk vragen auteurs zich af of en in hoeverre deze verwachtingen in de praktijk worden waargemaakt. Wat wordt onder sociale innovatie verstaan? Hoe werkt ze en wat is de praktische betekenis ervan? Vragen als deze worden van diverse, en soms ook ontnuchterende, antwoorden voorzien. In deze essaybundel wordt vanuit twee disciplinaire perspectieven (sociologie en bestuurskunde) en drie praktijkgerichte perspectieven naar sociale innovatie gekeken. Terwijl de eerste twee perspectieven in belangrijke mate conceptueel zijn, richten de praktijkgerichte perspectieven de blik op het sociale, het beleids- en het onderwijsdomein. Sociale innovatie in de praktijk is een boek voor mensen die werkzaam zijn in het sociale domein, in de beleidspraktijk evenals voor zowel docenten als studenten in het hoger onderwijs. Sociale innovatie in de praktijk is meer in het algemeen een boek voor iedereen met belangstelling voor maatschappijvraagstukken en hoe daarop innovatieve reacties zijn te geven. De auteurs zijn verbonden aan verschillende hogescholen. De redacteuren hebben alle drie een werkrelatie met Hogeschool Inholland.
LINK
In deze bundel treft u een selectie van zeventien korte beschouwingen aan van medewerkers van het Kenniscentrum over de invloed en effecten die zij – vanuit hun specifieke expertise – zien van de herinrichting van het sociaal domein. De leidraad in de bijdragen luidt: Wat hebben actuele ontwikkelingen in het sociaal domein gebracht aan burgers en professionals en waar liggen de risico’s, uitdagingen en beloften voor de toekomst? De bijdragen zijn volgens een vast format opgebouwd, achtereenvolgens: een schets van het domein; wat zijn aanleidingen en inhoudelijke doelen van de veranderingen of transformatie?; welke organisatorische veranderingen zijn er doorgevoerd? wat gaat er goed?; wat zijn ontwikkelingsvragen? Gevolgd door een korte slotbeschouwing over de vraag: aan wat voor sociale innovatie is er behoefte? De bijdragen belichten zowel de positieve ontwikkelingen van de transities en transformatie, als de knelpunten en ontwikkelingskansen. Een deel van deze beschouwing is gebaseerd op onderzoeksdata, een ander deel heeft meer een agenderend karakter. Daarnaast zijn de bijdragen geordend in twee delen. Deel 1 richt zich op dekwaliteit van samenleven met leefgemeenschappen als vertrekpunt. Deel 2 schetst de kwaliteit van samenleven met het vertrekpunt van de verbetering van participatie van burgers en het samenspel tussen professionals vanuit een generalistisch en een specialistisch perspectief en het samenspel met andere betrokkenen zoals vrijwilligers. Tezamen geven deze bijdragen een state of the art inzicht in de veelheid van ontwikkelingen die momenteel gaande zijn, bezien vanuit de breedte van het Kenniscentrum.
DOCUMENT