Testen van software is een speerpunt in onze opleiding Software Engineering. In de propedeusefase wordt de testgedreven software-ontwikkeling geoefend. De student wordt aangeleerd software met testen at te leveren. Als onderdeel van de toetsing werd een performance-assessment ontwikkeld, dat de mogelijkheid biedt modelleren, programmeren en testen integraal te toetsen. Studenten blijken deze nieuwe toetsvorm positief te waarderen. In het kader van competentiegericht onderwijs is dit performance-assessment een waardevolle toevoeging.
DOCUMENT
Uit de scriptie: "Managementsamenvatting In dit document wordt er een toelichting gegeven over de ontwikkeling en implementatie van een nieuw software test proces binnen de organisatie van Conclusion ICT Projects. Er gaat teveel kostbare tijd verloren aan de revisie van opgeleverde software. De tijd die achteraf gebruikt wordt voor het “repareren” van de opgeleverde software, kan niet doorberekend worden aan de klant. Dit zal altijd ten koste gaan van de winst die geboekt wordt op projecten. Ondanks voorgaande onderzoeken was er nog geen goed ontwikkeld test proces wat aansloot bij de wensen van de organisatie. Er wordt binnen de organisatie gewerkt met verschillende project methodieken. Daarnaast worden er verschillende software applicaties ontwikkeld die elk hun eigen doel hebben. Door deze verschillende factoren is het lastig om een goed en universeel test proces te ontwerpen en te implementeren. Door een goed test proces te ontwikkelen en de goede software hiervoor te gebruiken, zal de opgeleverde software van betere kwaliteit zijn en dus minder revisie tijd vergen. Naast de implementatie van de software, zal er tevens een meer Visual Studio gerichte aanpak gehanteerd gaan worden binnen de verschillende projecten. Er zal meer informatie voor alle betrokkenen vastgelegd worden in Visual Studio. Dit houdt in dat er vanaf de start van het project, informatie over de wensen van de klant en de technische uitwerking hiervan, vastgelegd worden in Visual Studio. De reden hiervoor is dat er rekening gehouden zal moeten worden met het testen van de software en deze vastgelegde informatie hiervoor van zeer groot belang is. Er zit een grote administratieve kant aan een project. Door het aanpassen van de software van Visual Studio naar de wensen vanuit de organisatie kan er beter in de informatie behoefte voorzien worden. Dit leidt tot beheersbare projecten waarin rekening gehouden wordt met het testen van de op te leveren software. Er zijn een groot aantal factoren die hierbij meespelen. Zo zal er gelet moeten worden op het draagvlak en de acceptatie onder de medewerkers. Niet in de eerste plaats voor het gebruik en toepassing van de software, maar zeer zeker ook voor het gebruik van de nieuwe processen. Door de ontwikkel processen te onderzoeken en te luisteren naar de medewerkers, zijn processen ontworpen die goed aansluiten op de verschillende project aanpakken die gehanteerd worden binnen de organisatie van Conclusion ICT Projects. Deze processen houden vanaf het begin van een project al rekening met de test fase. Het uiteindelijke resultaat van het invoeren van de nieuwe processen en de implementatie van nieuwe test software, is dat projecten beheersbaarder zijn en beter op kwaliteit gericht zijn. Dit resulteert in kwalitatief betere software applicaties. Een neveneffect is dat de opdrachtgevers/klanten kwalitatief beter applicatie opgeleverd krijgen, dit zal er voor zorgen dat klanten meer vertrouwen zullen krijgen in Conclusion ICT Projects."
DOCUMENT
BACKGROUND: Our previously published CUDA-only application PaSWAS for Smith-Waterman (SW) sequence alignment of any type of sequence on NVIDIA-based GPUs is platform-specific and therefore adopted less than could be. The OpenCL language is supported more widely and allows use on a variety of hardware platforms. Moreover, there is a need to promote the adoption of parallel computing in bioinformatics by making its use and extension more simple through more and better application of high-level languages commonly used in bioinformatics, such as Python.RESULTS: The novel application pyPaSWAS presents the parallel SW sequence alignment code fully packed in Python. It is a generic SW implementation running on several hardware platforms with multi-core systems and/or GPUs that provides accurate sequence alignments that also can be inspected for alignment details. Additionally, pyPaSWAS support the affine gap penalty. Python libraries are used for automated system configuration, I/O and logging. This way, the Python environment will stimulate further extension and use of pyPaSWAS.CONCLUSIONS: pyPaSWAS presents an easy Python-based environment for accurate and retrievable parallel SW sequence alignments on GPUs and multi-core systems. The strategy of integrating Python with high-performance parallel compute languages to create a developer- and user-friendly environment should be considered for other computationally intensive bioinformatics algorithms.
DOCUMENT
Although many pilots with new eHealth products have been developed, only very few of these products reach widespread adoption within healthcare organisations. The literature mentions a wide range of bottlenecks for the acceptance of new technology in the healthcare industry, among which insufficient attention for change management and acceptance by intended users. In this paper, we argue that agile software development, with its practices for user involvement and product visibility, can be used as a change management approach in healthcare innovation projects. We compare agile methods with the change approach of Kotter (1995). As an illustration of our theoretical findings, we describe a development project of an innovative eHealth application to support the care for persons with intellectual disability.
DOCUMENT
Er is behoefte aan mensen die bijdragen leveren aan de ontwikkeling van technische producten en processen. Onderwijs heeft de opdracht de technische geletterdheid van leerlingen te ontwikkelen en te zorgen dat ze zich prettig voelen bij het hanteren van techniek. Deze studie focust op de bijdrage die Mindtools hieraan leveren. Mindtools zijn op ICT gebaseerde leermiddelen die samenwerkend constructivistisch leren en hoger-orde (kritisch en creatief) denken stimuleren. Het begrip Direct Manipulation Environments (DME's), een subklasse van Mindtools, kenmerkt concrete leermiddelen zoals de microwerelden "Lego Mindstorms" en "Techno Logica". Deze microwerelden functioneren op basis van een materieel technisch model dat direct via een computer¬programma bestuurd wordt en taken kan uitvoeren (robots). De leertaak voor de leerling kan zich bewegen op het continuüm van het zelf programmeren van een kant-en-klaar materieel model dat bepaalde taken moet uitvoeren tot en met het zelf bedenken, bouwen en programmeren van een dergelijk model dat een of meer taken kan uitvoeren. Op grond van eerder literatuuronderzoek en een casestudie veronderstellen we dat het educatief toepassen van DME's bijdraagt aan de ontwikkeling van de technische geletterdheid van leerlingen. Hoewel definiëring van technische geletterdheid meer aandacht vraagt, zijn de volgende drie dimensies voor onze analyses bruikbaar gebleken: inhoud (zoals feiten, concepten, voorschriften), praktijk (het handelen, het materiële, doen en realiseren) en de cognitieve dimensie (denkvaardigheden en denkhoudingen). Het is aannemelijk dat door het toepassen van DME's domeinspecifieke concepten en kennis ontwikkeld wordt. Het denken van leerlingen is gekoppeld aan contexten en taken en moet niet geïsoleerd worden bestudeerd. We concentreren ons in deze studie vooral op onderzoek naar de dimensie van de denkvaardigheden en denkhoudingen (het denken van leerlingenduo's bij het oplossen van een probleemtaak) door het analyseren van de verbale interactie op kenmerken van kritisch - en creatief denken. Er is gebruik gemaakt van een Techno Logica leeromgeving bestaande uit een computer met software, een interface, bestuurbare materialen zoals lampjes en motors, en een zelfinstructie handleiding. Twee in complexiteit toenemende probleemtaken, ieder gebaseerd op een kant-en-klaar materieel model (Verkeerslicht en Reuzenrad), zijn gebruikt om de leerlingen besturingen te laten ontwerpen en testen. Dit proces werd op video opgenomen. We veronderstellen dat Techno Logica een bruikbare Mindtool is wanneer werken ermee bijdraagt aan technologische geletterdheid, in de zin dat er sprake is van probleemoplossen en hoger orde denken. Om dit te operationaliseren ontwierpen we een gestructureerd observatie-instrument op basis van het IOWA Integrated Thinking Model en de theorie over denkhoudingen (Costa, 2000). Hiermee werd het voorkomen en de diversiteit van denkvaardigheden en denkhoudingen in de verbale acties en interactie gescoord. Op basis van onze waarnemingen concluderen we dat veel interactie en handelen eerder geduid kan worden als uitingen van denken dan trial and error. Er zijn indicaties dat de leeromgeving en probleemtaken leiden tot ontwikkeling van expertise waardoor een nieuwe (moeilijkere) probleemtaak efficiënter en effectiever opgelost wordt. We vragen we aandacht voor de rol van de docent. We ervaren immers dat nieuwe leermiddelen niet gemakkelijk geadopteerd worden door leerkrachten.
DOCUMENT
The Internet is changing the way we organize work. It is shifting the requirement for what we call the ‘schedule push’ and the hierarchical organization that it implies, and therefore it is removing the type of control that is conventionally used to match resources to tasks, and customer demand to supplies and services. Organizational hierarchies have become too expensive to sustain, and in many cases their style of coordination is simply no longer necessary. The cost complexity of the industrial complex starts to outweigh the benefits and the Internet is making it redundant.
MULTIFILE
Centrumgebieden zijn van groot maatschappelijk belang. Een kloppend hart bepaalt de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van een plaats. De functie van een centrumgebied is echter aan het veranderen door maatschappelijke ontwikkelingen. Binnensteden veranderen van ‘places to buy’ in ‘places to be’. Straten en panden waar nu detailhandel zit krijgen een andere functies.Wonen wordt belangrijker en de openbare ruimte hoogwaardiger en groener. Gemeenten moeten inspelen op de ontwikkelingen. Een richtinggevend instrument dat door veel gemeenten wordt opgesteld is de centrum- of binnenstadsvisie. Middels een centrumvisie worden de kaders, plannen en investeringsbeslissingen uitgezet. De uitwerking van deze verandering is plaats en context afhankelijk. In deze paper zijn de binnenstadvisies van 22 plaatsen in Noord-Nederland verkend. Met behulp van een thematische analyse zijn de binnenstadvisies geanalyseerd op inhoud en vorm. Daarnaast zijn de centrumvisies inhoudelijk vergeleken met actuele studies uit het werkveld. De resultaten uit de verkenning laten zien dat de vorm van centrumvisies divers is. De inhoud van de centrumvisies focussen voornamelijk over fysieke transformaties van centrumgebieden (de hardware). De meest bepalende onderwerpen in de binnenstadvisies zijn compacter centrum, transformatie winkelpanden, wonen en duurzaamheidsaspecten. Het belang van deze punten wordt door recente studies uit het werkveld bevestigt. De organisatorische kant (de software) van de ontwikkeling van centrumgebieden wordt in veel mindere mate behandeld in de centrumstadvisies. De studies beschouwen de implementatie van deze “software” als essentieel voor een succesvolle ontwikkeling van centrumgebieden
LINK
From the article The paradigm shift towards competency-based education in the Netherlands has a logical counterpart: the need for more flexibility in the curricula. After all, in competency-based education it is recognized that learning not only takes place in designated places (school, university), but may happen every time when the learner is confronted with a challenge. This observation leads to the necessity to incorporate the learning outcomes of formal and informal education in one curriculum. As a result, the educational process becomes more complex and must be better structured to control the individual learning outcomes. In this paper we discuss this paradox: how more flexibility in the program creates the need for more control in the process. We also discuss what kind of IT-tools are helpful in controlling flexibility in curricula for higher professional education.
MULTIFILE
Present study focuses on revealing and developing personal constructs regarding problem behaviour in classrooms. The main idea is that teachers opinions about their students and themselves influence the way they interact with them. Their thoughts and ideas about students - their personal constructs - are generally unconscious. We used the Personal Construct Theory from Kelly (1955) and his Repertory Grid Technique for exploration mental constructs. They can give an impulse to the development of thinking and acting of teachers. We think it can help them to build up their professional identity towards problem children. Twenty-nine teachers formed the sample that worked with this method. We investigated the number of unique construct pairs mentioned by the teachers. This number happened to be remarkably high. While assessing pupils, the teachers use primarily personality characteristics. There is hardly any agreement between the teachers constructs, which complicates their communication about their pupils. We considered the number of construct pairs named by one participant. This number seems to depend on the type of education the teacher is involved in. The type of the school the teacher is working at also influences the average scores on the constructs. We shall also turn to the issue of pupils sex and its role if any in the teachers scores. No significant differences have been found.
DOCUMENT