Background: Different surgical approaches for total hip arthroplasty (THA) exist, without predisposition when it comes to dislocation risk. The direct anterior approach (DAA) is thought to have reduced risk since soft tissue trauma is minimalized. Therefore, we assessed the dislocation risk for different surgical approaches, and the relative dislocation risk of DAA compared to other approaches. Methods: Six electronic databases were systematically searched for prospective studies reporting dislocation following THA. Proportion meta-analyses were performed to assess the dislocation rate for subgroups of the surgical approach. Meta-analysis for binary outcomes was performed to determine the relative risk of dislocation for the DAA compared to other approaches. Results: Eleven studies with 2025 patients were included (mean age 64.6 years, 44% male, mean follow-up 10.5 months), of which four studies were also used in the risk ratio meta-analysis. Overall dislocation rate was 0.79% (95% CI 0.37–1.69). Subgroup analyses showed that most dislocations occurred in the posterior approaches group (1.38%), however non-significant. Furthermore, the DAA emerged with a non-significant lower risk of dislocation (RR 0.37, 95% CI 0.05–2.46) compared to other surgical approaches. Conclusion: Current literature shows non-significant predisposition for a surgical approach to THA regarding dislocation risk. To what extent patient characteristics influence the risk of dislocation could not be determined. Future research should focus on this, as well as on the influence of a surgeon's experience with a specific approach.
Droop control is used for power management in DC grids. Based on the level of the DC grid voltage, the amount of power regulated to or from the appliance is regulated such, that power management is possible. The Universal 4 Leg is a laboratory setup for studying the functionality of a grid manager for power management. It has four independent outputs that can be regulated with pulse width modulation to control the power flow between the DC grid and for example, a rechargeable battery, solar panel or any passive load like lighting or heating.
Een leraar die een moderne vreemde taal onderwijst, geeft effectief les wanneer hij het communiceren in de vreemde taal centraal stelt, als leerdoel én leermiddel. We hebben een instrument ontwikkeld waarmee we het vakdidactisch handelen van leraren kunnen observeren en evalueren.Doel Met behulp van het instrument onderzoeken we of de huidige praktijk van het vreemdetalenonderwijs communicatief is ingericht. Met deze inzichten kunnen we de aansluiting tussen de opleiding tot leraar moderne vreemde talen en de onderwijspraktijk verbeteren. Resultaten Dit project liep tot 31 december 2020 en heeft een vakdidactisch observatie-instrument opgeleverd en een bijbehorende begrippenlijst. Beide documenten zijn beschikbaar in het Nederlands en in het Engels en vind je terug op deze projectpagina. Dit observatie-instrument is ontwikkeld en gevalideerd samen met de lerarenopleidingen Engels, Duits, Frans en Spaans van Instituut Archimedes, Hogeschool Utrecht. De instrumenten zijn hieronder te downloaden en kunnen worden gebruikt voor niet-commerciële onderwijs- en opleidingsdoelen, met bronvermelding en logo. Wij stellen het op prijs als u uw ervaringen, vragen en opmerkingen doorgeeft aan meertaligheid@hu.nl. Looptijd 01 september 2017 - 07 januari 2023 Aanpak Het onderzoek wat heeft geleid tot de ontwikkeling van het observatie-instrument is afgerond. Op dit moment wordt het observatie-instrument ingezet als feedbackinstrument in de vakdidactische leerlijn van de eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen moderne vreemde talen van de HU, Instituut Archimedes. Aan de ontwikkeling en invoering van het instrument is meegewerkt door: Catherine van Beuningen, Mariska Dinkelman, Kristina Goodnight, Rick de Graaff, Oliver Greiner, Karin Haan, Marleen IJzerman, Irene de Kleyn, Tobey Nelson, Charline Rouffet en Melissa Willemsen Downloads en links
Samenvattend: dit onderzoek biedt ondernemers kennis over bedreigingen van criminele inmenging, interne kwetsbaarheden die hierop aangrijpen en hoe signalen van criminele inmenging in de organisa-tie zijn te herkennen. Voor de verschillende bedreigingen zullen we een interventietoolkit (te nemen maatregelen wanneer signalen of risico’s op inmenging zich voordoen) voor ondernemers en bedrijfs-collectieven ontwikkelen, waardoor zij hun weerbaarheid kunnen versterken. Opgedane kennis zal gebruikt worden om tot een Bevattelijkheidsscan Criminele Inmenging te komen. Hierin worden de ontwikkelde producten voor ondernemers en de verkregen wetenschappelijke vorderingen opgeno-men.