In deze bijdrage wordt een beeld gegeven van de organisatie van het overheidsbeleid inzake breedtesport. Men focust op de Vlaamse beleidscontext, zonder de internationale ontwikkelingen en perspectieven uit het oog te verliezen. In eerste instantie worden een aantal concepten en modellen toegelicht die voor de sportbeleidscontext relevant zijn. In het tweede deel wordt specifiek ingegaan op de ontwikkeling en de rol van het overheidsbeleid inzake sport, alsook op de actoren en structuren die hierin een beleidssturende functie vervullen. In het derde deel wordt dieper ingegaan op het wetgevende kader van het breedtesportbeleid in Vlaanderen
LINK
Essay over de ontwikkeling van het gemeentelijk sportbeleid in de periode van 1949 tot 1999 ter gelegenheid van het vijftigjarige bestaan van de Landelijke Contactraad, die later is opgegaan in de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG)
DOCUMENT
Onze samenleving heeft de afgelopen veertig jaar heel wat veranderingen ondergaan. Ook het Vlaamse sportlandschap is in deze periode opvallend geëvolueerd. Sport en samenleving zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. Parallel aan deze ontwikkelingen werd doorheen de voorbije decennia werk gemaakt van het opbouwen van een actief Vlaams breedtesportbeleid. In het boek Vlaanderen Sport! Vier decennia sportbeleid en sportparticipatie wordt de evolutie van de actieve sportbeoefening in de periode 1969-2009 in kaart gebracht. Daarnaast wordt eveneens cijfermateriaal gepresenteerd met betrekking tot de uitgaven aan sport en wordt een overzicht gegeven van het gevoerde Sport voor Allen-beleid in Vlaanderen.Wie sport, waar en met wie? Welke sporten zijn het populairst? Is de sportbeoefening gedemocratiseerd? Welke sporten bevinden zich bovenaan of onderaan de sociale statuspiramide? Sporten we in clubverband of doen we aan sport light? Hoeveel besteden we aan sport? Wat is de economische betekenis van sport? Op al deze vragen wordt in dit boek een antwoord geformuleerd. Het onderzoeksmateriaal dat gepresenteerd wordt, werd verzameld door middel van een grootschalig sociaalwetenschappelijk sportonderzoek dat sinds het einde van de jaren zestig aan de KU Leuven wordt gevoerd. Deze tijdreeks vormt het langstlopende onderzoek naar de actieve deelname aan sport in Vlaanderen. Sportmanagers, beleidsmakers en andere professionals zullen in dit werk ongetwijfeld een schat aan informatie vinden om adequaat te kunnen inspelen op actuele beleidsuitdagingen. Dit boek is daarnaast ook inspirerend voor al wie geïnteresseerd is in de boeiende wereld van actieve sportbeoefening.
LINK
Het doel van het evaluatieonderzoek naar de lokale implementatie van de Brede impuls combinatiefuncties (Bic)1 was inzicht te krijgen in hoe gemeenten en hun lokale partners de Bic hebben geïmplementeerd, wat de lokale resultaten zijn van de inzet van buurtsportcoaches2 en welke factoren hierbij een rol spelen, teneinde de landelijke impact van de impuls in beeld te brengen. Voor het onderzoek zijn de volgende hoofdvragen leidend geweest: 1. Hoe hebben gemeenten en hun lokale partners de Brede impuls combinatiefuncties geïmplementeerd? (Mesoniveau) 2. Heeft de Brede impuls combinatiefuncties geleid tot een impuls voor (het ontwikkelen van) het lokale sportbeleid en tot lokaal maatwerk in het stimuleren van passend sport- en beweegaanbod? (Mesoniveau) 3. Kunnen we onderscheid maken naar typen buurtsportcoaches en zo ja, welke? (Microniveau) 4. Hanteren buurtsportcoaches specifieke al dan niet onderbouwde aanpakken of werkwijzen voor doelgroepen en wat zijn de lokale opbrengsten van hun inzet? (Microniveau) Met het beantwoorden van de vragen, krijgen we inzicht in de impact van de Bic. Met de impact is de optelsom bedoeld van de resultaten van het implementatieproces van de Bic (op meso- en microniveau) en van de ervaren resultaten van de Bic op het niveau van bereik (prestaties) en effectiviteit (effecten).
DOCUMENT
Vlaanderen voert al meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dat heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is, maar ook op het aanbod van sportorganisaties en de deelname aan sport. Dit handboek biedt een overzicht van de organisatie van sport en ontwikkelingen in het sportbeleid in Vlaanderen. Beleid en organisatie van sport gaat achtereenvolgens in op de beleidsruimte en beleidsontwikkeling. Zo biedt het boek zowel een beeld van onder meer de relevante evoluties in sportparticipatie, de tewerkstelling en de economische impact van sport in Vlaanderen, als van ontwikkelingen in het beleidsproces, het wetgevend kader en de besluitvorming in de sportsector.
DOCUMENT
Vlaanderen voert sinds meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dit heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is. In het voorliggende werk staan de organisatie en de planning van de sport en het sportbeleid in Vlaanderen centraal. De krijtlijnen van het speelveld bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een beeld gegeven van de beleidsruimte. Hier worden eerst ontwikkelingen geschetst inzake sportparticipatie, sportaanbod, sporttewerkstelling, alsook de economische betekenis van sport in Vlaanderen. Vervolgens wordt ingegaan op de organisatie van de sport, met name de omgeving van de sport en de sportsector zelf. Heel wat (sport)actoren en hun onderlinge relaties passeren daarbij de revue. Het tweede deel focust op de beleidsontwikkeling. We beschrijven de evolutie van het sportbeleid in Vlaanderen, het beleidsproces alsook het instrumentarium dat gehanteerd wordt om tot besluitvorming, en beleidsvoering in het algemeen, te komen. Dit boek richt zich tot studenten die inzicht wensen te verwerven in hoe sport(beleid) in Vlaanderen georganiseerd is. Ook beleidsmakers, sportmanagers en andere professionals die interesse hebben voor sport bieden we met dit werk een handig overzicht en interessant naslagwerk. Er wordt in dit boek dan ook de nodige zorg besteed aan figuren waarin concepten en modellen schematisch worden weergegeven.
DOCUMENT
Vlaanderen voert sinds meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dit heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is. In het voorliggende werk staan de organisatie en de planning van de sport en het sportbeleid in Vlaanderen centraal. De krijtlijnen van het speelveld bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een beeld gegeven van de beleidsruimte. Hier worden eerst ontwikkelingen geschetst inzake sportparticipatie, sportaanbod, sporttewerkstelling, alsook de economische betekenis van sport in Vlaanderen. Vervolgens wordt ingegaan op de organisatie van de sport, met name de omgeving van de sport en de sportsector zelf. Heel wat (sport)actoren en hun onderlinge relaties passeren daarbij de revue. Het tweede deel focust op de beleidsontwikkeling. We beschrijven de evolutie van het sportbeleid in Vlaanderen, het beleidsproces alsook het instrumentarium dat gehanteerd wordt om tot besluitvorming, en beleidsvoering in het algemeen, te komen. Dit boek richt zich tot studenten die inzicht wensen te verwerven in hoe sport(beleid) in Vlaanderen georganiseerd is. Ook beleidsmakers, sportmanagers en andere professionals die interesse hebben voor sport bieden we met dit werk een handig overzicht en interessant naslagwerk. Er wordt in dit boek dan ook de nodige zorg besteed aan figuren waarin concepten en modellen schematisch worden weergegeven.
DOCUMENT
De sportwereld voor het hbo biedt een systematische introductie in de sportwereld. De methode bevat studiemateriaal voor sportgerelateerde hbo-opleidingen. Te denken valt aan opleidingen voor bewegingsonderwijs, sport- en beweegmanagement, sportmarketing, sportbeleid, sportcommunicatie, sportjournalistiek en sporteventmanagement. Het boek bestaat uit vijf delen. Het begint met een inleidend hoofdstuk over het wezen van de sport. Daarna volgen in deel 2 twee historische hoofdstukken: over de geschiedenis van de moderne sport en over de Olympische Spelen. Het derde deel (hoofdstuk 4) gaat over ethiek en sportbeoefening. Deel 4 besteedt ruime aandacht aan sport en samenleving: sportdeelname (h.5); sociale functies van sport (h.6); sport, economie, commercie en media (h.7); bewegen, gezondheid en bewegingsonderwijs (h.8). Het boek wordt afgerond met twee hoofdstukken over sport, organisatie en beleid: de infrastructuur van de Nederlandse sportwereld (h.9) en het sportbeleid (h.10). Elk hoofdstuk sluit af met een verwerkingsparagraaf met cases, opdrachten en debatstellingen. Over de gehele methode verspreid zijn diverse cases opgenomen uit de sportwereld. Speciaal met het oog op zelfstandig studeren is een uitgebreide index toegevoegd. Ook kan een notenapparaat worden geraadpleegd. De papieren uitgave wordt ondersteund door het twitteraccount @sportwereldhbo en de website www.sportwereldhbo.nl. Deze site bevat onder meer een sportquiz en een oefentoets. Medewerking: • Herman Ram en Olivier de Hon (Dopingautoriteit); • Jurryt van de Vooren (sportgeschiedenis.nl, Andere Tijden Sport en Olympisch Stadion Amsterdam); • Sanne Cobussen en Inger Quanjel (HAN, Instituut voor Sport- en Bewegingsstudies); • René Daniëls en Marijke Slotboom (Fontys Sporthogeschool Sittard en Eindhoven); • Henk Hille (Hogeschool van Amsterdam, opleiding SMO); • Jacinta Kannekens (TDL); • Bonne Posma (Saxion Hogescholen Deventer, Randstad Topsport Academie Deventer); • Herman Verveld (Hogeschool Windesheim, School of Human Movement & Sports, CALO Zwolle); • Hans Slender (Hanzehogeschool Groningen, Instituut voor Sportstudies) • Marion de Cocq, Mark van den Heuvel, Thijs Kemmeren, Martijn Musters, Marije van ’t Verlaat en Edwin Wagtmans (allen Fontys SPECO en Johan Cruyff University in Tilburg).
DOCUMENT
Vlaanderen voert sinds meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dit heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is. In het voorliggende werk staan de organisatie en de planning van de sport en het sportbeleid in Vlaanderen centraal. De krijtlijnen van het speelveld bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een beeld gegeven van de beleidsruimte. Hier worden eerst ontwikkelingen geschetst inzake sportparticipatie, sportaanbod, sporttewerkstelling, alsook de economische betekenis van sport in Vlaanderen. Vervolgens wordt ingegaan op de organisatie van de sport, met name de omgeving van de sport en de sportsector zelf. Heel wat (sport)actoren en hun onderlinge relaties passeren daarbij de revue. Het tweede deel focust op de beleidsontwikkeling. We beschrijven de evolutie van het sportbeleid in Vlaanderen, het beleidsproces alsook het instrumentarium dat gehanteerd wordt om tot besluitvorming, en beleidsvoering in het algemeen, te komen. Dit boek richt zich tot studenten die inzicht wensen te verwerven in hoe sport(beleid) in Vlaanderen georganiseerd is. Ook beleidsmakers, sportmanagers en andere professionals die interesse hebben voor sport bieden we met dit werk een handig overzicht en interessant naslagwerk. Er wordt in dit boek dan ook de nodige zorg besteed aan figuren waarin concepten en modellen schematisch worden weergegeven
DOCUMENT