Sport, en bij uitbreiding bewegen, is in de afgelopen decennia opgeschoven van een maatschappelijk randverschijnsel naar het centrum van de samenleving: sport en bewegen zijn alledaags geworden. Deze ontwikkeling heeft voor heel wat veranderingen in het sport- en beweeglandschap gezorgd. Zo is er niet enkel een grote verscheidenheid aan sport- en beweegactiviteiten, maar ook een variatie aan aanbieders van deze activiteiten. In dit boek staat het strategisch, tactisch en operationeel management van organisaties die sport en bewegen aanbieden in Nederland en Vlaanderen centraal. Het betreft hier organisaties uit zowel de non-profit, de publieke als de commerciële sector. In het boek wordt onder meer uitvoerig aandacht besteed aan de balans die sport- en beweegorganisaties dienen te vinden tussen hun extreme omgeving en de eigen interne werking. Daarnaast wordt ingegaan op aspecten zoals het human resources management in sport- en beweegorganisaties, het managen van sportaccommodaties, -evenementen en -projecten, het opzetten van samenwerkingsverbanden, het effectief en efficiënt managen van organisaties, etc. Het boek verschaft kennis en inzichten in deze en andere aspecten van het management, maar reikt daarnaast ook de nodige tools en modellen aan die toelaten om deze inzichten te vertalen en toe te passen in de dagelijkse praktijk. Sport- en beweegmanagement in de Lage Landen is voornamelijk geschreven voor studenten, beleidsmakers en professionals die actief zijn en/of interesse hebben in het managen van sport- en beweegorganisaties. Het schrijven van dit boek wordt geleid door twee centrale vragen: (i) welke kennis over (organisatie)management is cruciaal voor mensen die actief (zullen) zijn in de sport- en beweegsector, en (ii) hoe kan maximaal de vertaalslag gemaakt worden naar het managen van organisaties in het domein sport en bewegen.
LINK
Bij Sport en Bewegen leven verschillende vragen rondom studiesucces. Een van de vragen die de opleiding heeft is gericht op de werking van drempels en de mogelijke invloed daarvan op het aantal langstudeerders. Sport en Bewegen geeft aan dat het lukt om langstudeerders te laten uitstromen, maar doordat er nieuwe langstudeerders bij blijven komen, de totale groep niet afneemt. Een factor die op de instroom van langstudeerders van invloed zou kunnen zijn is de aanwezigheid van drempels in het curriculum. Binnen het programma van Sport en Bewegen zijn er verschillende drempels in het curriculum ingebouwd. Ten eerste zijn er bepaalde eisen waaraan studenten moeten voldoen voordat zij aan de stage in het 3e jaar mogen beginnen. De opleiding biedt de studenten die nog niet met hun stage mogen beginnen de optie om alvast de vakken te volgen die ze anders ná de stage zouden krijgen. Deze vakken worden twee keer in het jaar aangeboden. Een andere optie is dat studenten het 2e jaar opnieuw doen. Door deze twee opties aan te bieden kunnen studenten die nog niet aan hun stage mogen beginnen hun achterstand wegwerken, actief met de studie bezig blijven en blijven ze in contact met de opleiding en klasgenoten