Artikel voor SportNext over de ontwikkelingen op het gebied van sporteconomie in het betaalde voetbal, waardoor steeds minder clubs kans maken op succes.
DOCUMENT
Feyenoord wil graag een nieuw stadion bouwen en heeft daarvoor een consortium met onder meer een bouwer (Volker Wessels) gevormd. De investering van een kleine € 400 miljoen moet voor de Betaald Voetbal Organisatie Feyenoord meer geld, en dus meer sportieve successen opleveren. Een deel van de supporters – deels verenigd in Red de Kuip – wil het nieuwe stadion niet. Het Rotterdamse college van B&W staat achter de plannen waarvan onder meer een gemeentegarantie van € 160 miljoen en grondaankopen van € 35 miljoen deel uitmaken. De gemeenteraad moet nog een beslissing nemen (gepland op 11 juli). Dat er de laatste tijd veel discussies zijn geweest over deze beslissing, of beter beslissingen, wekt geen verbazing. In de discussies lopen veel ideeën door elkaar. Hieronder beschrijf ik kort de plannen. Daarna ga ik de belangrijkste discussies na.
MULTIFILE
Beschrijft de risico's die banken lopen ten aanzien van het sponsoren van bepaalde sporten en door een te groot belang in het sponsorobject
MULTIFILE
De evaluatie is uitgevoerd in opdracht van de Provincie Limburg en is uitgevoerd door Zuyd Hogeschool, NHTV Breda en het Mulier Instituut voor Onderzoekers. Het WK wielrennen was goed voor ruim 130.000 bezoekers die gezamenlijk ruim 390.000 bezoeken aan het evenement brachten. Bijna negen van de tien bezoekers hadden de Nederlandse nationaliteit en zeven van de tien waren mannen. Ongeveer acht van de tien bezoekers waren sporters, veelal beoefenaars van een tak van de wielersport. De VIP’s, waaronder genodigden van de UCI en het LOC, zijn hierbij niet meegeteld. Dat aantal betrof ruim 14.000 personen. Verder waren er 4.600 renners, begeleiders en officials, 860 technici, 1.250 mediaprofessionals en 1.000 vrijwilligers bij het evenement betrokken. Deze aantallen hebben betrekking op de topsportevenementen van het WK (wegwedstrijden en tijdritten). De economische impact verwijst naar de uitgaven van bezoekers, de organiserende stichting, technici, media en deelnemers (inclusief begeleiders) tijdens het evenement in Zuid-Limburg die zonder het evenement niet gedaan zouden zijn (additionele uitgaven). Dit betreft een bedrag van 28.793.000 euro, waarvan bijna de helft het gevolg is van bestedingen van bezoekers. Dit bedrag kan worden beschouwd als een bovengrens, omdat eventuele verdringingseffecten niet zijn verrekend. Door het bezoek aan het WK wielrennen bleek twintig procent van de niet-sporters (enigszins) aangemoedigd om te gaan sporten. De bezoekers van het WK wielrennen 2012 beoordelen het evenement met een gemiddeld rapportcijfer van 8,0. Dit oordeel is in vergelijking met andere recent in Nederland georganiseerde grote wielerevenementen, waaronder de start van de Vuelta a España en de start van de Giro d’Italia, hoog. Als september 2011 wordt vergeleken met september 2012 dan wordt duidelijk dat de ontwikkeling van het aantal (overnachtingen van) buitenlandse gasten in logiesaccommodaties in Limburg positiever is geweest dan de nationale ontwikkeling. Het is waarschijnlijk dat het WK wielrennen hieraan een bijdrage geleverd heeft. De mediawaarde van de gemeten Nederlandse media bedroeg 22,5 miljoen euro. Gezien de afbakening van het onderzoek zijn er keuzes gemaakt betreffende de te meten media. Voor het onderzoek onder de printmedia is gekozen voor zeven nationale en vier regionale kranten (waaronder de twee kranten uitgegeven door Mediagroep Limburg). Huis-aan-huisbladen en artikelen uit tijdschriften zijn niet in het onderzoek meegenomen. Het bereik van de kranten is 141 miljoen, met een bijbehorende mediawaarde van 4,9 miljoen euro. De TV-aandacht die het WK wielrennen in Nederland heeft genoten bedraagt vijftig uur. Voor het onderzoek zijn zenders en omroepen geselecteerd die nieuws en sportuitzendingen verzorgen. Het bereik van de TV-uitingen is 49 miljoen, met een bijbehorende mediawaarde van 16,8 miljoen euro. De internationale TV-aandacht was groot: in 22 landen hebben er uitzendingen plaatsgevonden die samen goed waren voor ruim 459 uren uitzendtijd. Het aantal kijkers (cumulatief) heeft wereldwijd ruim 176 miljoen bedragen. Het evenement was goed voor twintig uur aandacht op de Nederlandse radio. Voor het onderzoek zijn twee zenders geselecteerd, Radio 1 (de zender waarop de NOS haar sportuitzendingen verzorgt) en L1 Radio, (de regionale zender uit Limburg). De radiozendtijd vertegenwoordigt een waarde van ruim 800.000 euro. Wereldwijd zijn in september 2012 ruim 16.000 artikelen over het WK wielrennen verschenen op buitenlandse online nieuwssites. Van de geanalyseerde 2.200 artikelen op Nederlandse online nieuwssites bleek de toon overwegend positief. Er hebben 107 side events plaatsgevonden, op het gebied van breedtesport, cultuur en (top)sport. Naast de side events zijn activiteiten ondersteund in het kader van de Wieler Impuls regeling. Vanuit dit initiatief hebben 63 activiteiten plaatsgevonden waaraan 44.000 mensen deelnamen. Het aantal bezoekers bij deze activiteiten bedroeg ruim 134.000. De lokale bevolking – inwoners van de partnergemeenten - geeft het evenement een gemiddeld rapportcijfer van 7,0. Bewoners die het evenement ook bezocht hebben, kwamen uit op een oordeel van gemiddeld 7,8. In het kader van het onderling verbindende effect dat sportevenementen kunnen hebben, is bekeken in welke mate er sprake is van draagvlak voor topsportevenementen in het algemeen. Bijna zeven op de tien inwoners vindt het terecht dat topsportevenementen in de regio georganiseerd worden. Twee derde van de inwoners is trots op het feit dat het WK wielrennen in hun woonplaats heeft plaatsgevonden. Verder is gebleken dan bijna twee derde vindt dat het evenement een grote aanwinst voor de regio is en nog geen één op de tien van de inwoners heeft zich gestoord aan het evenement. Circa zeven van de tien inwoners vindt de positieve effecten van het evenement belangrijk, terwijl ruim de helft de negatieve effecten acceptabel vindt. Deze cijfers zijn positiever dan bij andere in Nederland georganiseerde (eenmalige) grote wielerevenementen, waaronder de start van de Tour de France in Rotterdam (2010) en de start van de Giro d’Italia in Amsterdam (2010).
DOCUMENT
De hoogste voetbalcompetitie van Nederland is dit jaar ongekend spannend. Het Nederlands publiek is echter verdeeld. Is de huidige situatie een vloek of een zegen? En in hoeverre is dit de toekomst van het Nederlandse voetbal? Bijdrage op SportknowhowXL. 12-11-2013
DOCUMENT
Jaarlijks organiseert de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond (KNSB) naast een aantal World Cups ook een groot internationaal schaatskampioenschap. Dit varieert van de EK of WK allround, de WK sprint of de WK afstanden. De vaste locatie is ijsstadion Thialf in Heerenveen, Friesland. In 2012 werden van 22 tot en met 25 maart voor de tweede keer in de historie de WK afstanden in Thialf gehouden. Sportief was het een enorm succesvol toernooi voor Nederland. Nederland veroverde vijf gouden, vijf zilveren en vier bronzen medailles. In vier dagen tijd genoten meer dan 30.000 toeschouwers van dit topevenement. De Hanzehogeschool Groningen en Fontys Economische Hogeschool Tilburg hebben onderzoek gedaan naar de economische impact, het bezoekersprofiel en de tevredenheid van bezoekers. Voor het onderzoek zijn vragenlijsten afgenomen onder bezoekers van het evenement en is documentatie gebruikt vanuit de organisatie over bestedingen vanuit sponsoren, deelnemers en organisatie. Hierbij is gebruik gemaakt van de richtlijnen van de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP). De economische impact van de WK afstanden voor de provincie Friesland was € 2.081.000. In en rondom Thialf waren de additionele bestedingen van bezoekers € 903.000. Daarbij kwamen overnachtingen voor bezoekers € 471.000 en deelnemers € 298.000. Additionele organisatorische bestedingen waren € 409.000. Ook voor de gemeente Heerenveen is er een aanzienlijke economische impact, namelijk € 1.574.000. Deze economische impact is ten opzichte van andere sportevenementen behoorlijk te noemen. Aangetekend moet worden dat overige bestedingen vanuit teams en media niet achterhaald konden worden.
DOCUMENT
Van Jeugdzorg naar oplossingen beschrijft de mogelijkheden om door samenwerking met jeugdzorg en onderwijs het product te verbeteren en tevens de waarde van de sportvereniging te verhogen voor alle belanghebbenden. Sport is een plezierige belevenis door Physieke Prestaties met Partners. Daarnaast bevat sport een groot scala van additionele producten waarmee de persoonlijke ontwikkeling van kinderen kunnen worden verbeterd, alsmede de socialisatie en nog veel maatschappelijke bijproducten. Door de verbetering van deze additionele waardes ontstaat vanzelf een beter hoofdproduct. Onderwijs en Jeugdzorg kunnen hier een belangrijke bijdrage in leveren. Anderzijds kan de sportvereniging een belangrijke tegenprestatie leveren ten gunste van de ontwikkeling en het geluk van kinderen. Hierdoor krijgt de subsidie een draagvlak waarmee verenigingen beoordeeld kunnen worden. Synergie is hierbij het sleutelwoord, door samenwerking ontstaan nieuwe processen of leiden ze tot kostenreductie. De productiviteit en dus de meerwaarde van verenigingen kan toenemen door deze verhoogde effectiviteit en efficiency. Organisatorisch zal er ruimte moeten worden gemaakt voor de pedagogisch- en zorg-coördinator. Met een beter informatiesysteem krijgt jeugd een meer centrale positie die sturend kan worden voor de ontwikkeling. Per regio of zorggebied kan een intensieve samenwerking worden gestimuleerd van zelfsturende teams met doelstellingen op projectbasis. Vanuit het onderwijs en de jeugdzorg kan de participatie bij jeugdverenigingen worden gestimuleerd. Verenigingen krijgen nu veel, volle en vaste leden/ vrijwilligers die vaker komen waarmee de positionering duidelijker wordt.
MULTIFILE
Dit boek geeft een uitgebreide beschrijving en interpretatie van de kredietcrisis zoals die in het najaar van 2008 plaats vond. De inhoud betreft een zeer ingewikkelde en veelzijdige materie die op een duidelijke wijze is weergegeven, waarbij theorie en de praktijk bij elkaar komen. Het bevat enerzijds veel informatie over de kredietcrisis en anderzijds een veelzijdigheid aan onderwerpen zoals: waarderingsgrondslagen, financieringsstructuren, informatie, marketing (vooral promotie, sponsoring, merkenstrategie), integriteit, moral hazard, wilsgebreken, aansprakelijkheid, politiek, risico's, risicomanagement en beloningsstructuren. Het onderwerp beslaat de basis van onze economie, namelijk het vertrouwen in onze samenleving en daarmee transparantie en integriteit. De veelzijdigheid van het onderwerp, de theoretische onderbouwingen, de vele praktijkcomponenten en de vele relevante afbeeldingen, maken van dit manifest een boek over de economie in praktijk. Doelgroepen voor dit zijn: de gedupeerden, de politici en beslissers in financiële instellingen, studenten en middelbare scholieren en alle overige geïnteresseerden. Om het boek voor een breed publiek toegankelijk te houden, is de materie op een eenvoudige wijze beschreven waarbij gebruik wordt gemaakt van veel afbeeldingen en eenvoudig taalgebruik.
DOCUMENT
Het waarderen van effecten waar geen markt voor is, is een van de lastigere problemen bij het maken van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Er is dan ook regelmatig discussie over of MKBA’s wel kloppen en waarom dit soort zachte effecten niet wordt meegenomen. Deels worden dit soort zachte effecten niet gewaardeerd omdat op voorhand niet duidelijk is hoe belangrijk deze effecten zijn, en het goed kwantificeren en waarderen vaak een flinke klus is, zeker als er geen gebruik gemaakt kan worden van bestaande kengetallen. Een van de ‘oplossingen’ is om dit soort niet-markteffecten niet te waarderen maar hooguit te beschrijven. Met een recent voorbeeld uit de sporteconomie willen wij graag pleiten voor het vaker waarderen van niet-markteffecten.
LINK