Hoe zit het eigenlijk met de verantwoordelijkheid van een BVO? Aan mensen - in het recht zijn dat ‘natuurlijke personen’ - wordt verantwoordelijkheid toegekend. Maar geldt dat ook voor organisaties? Is er sprak van een collectieve verantwoordelijkheid? Tegelijkertijd met het individuele functionele handelen van een leidinggevende (of een andere werknemer) ontstaan verplichtingen en verantwoordelijkheden voor de organisatie. Wanneer een beslissing van een leidinggevende via de besluitvormingsstructuur van de organisatie tot een organisatiebeslissing wordt, kunnen we spreken van een organisatie-verantwoordelijkheid, ook in morele zin. Individueel, functioneel handelen kan dus worden opgevat als organisatie-handelen.
MULTIFILE
Dit artikel is het eerste deel van een drieluik over media, sport en ethiek. In dit artikel gaan we dieper in op de sportmedia. In een vervolgartikel (het decembernummer van BVVS-Netwerk - 2006) zullen we aandacht besteden aan 'mediasport': "de door sport-, marketing- en omroeporganisaties op commerciële basis voor televisie geconstrueerde topsport, zoals die aan het kijkerspubliek wordt aangeboden." Vervolgens zal in een afrondend artikel (BVVS Newerk juli 2007) aandacht worden gegeven aan de ethische aspecten van sportmedia, waarbij we ook nadrukkelijk de rol van de sportjournalistiek zullen belichten. Dit artikel zal verschijnen in het BVVS-netwerk van juni 2007.
DOCUMENT
De socioloog Ruud Stokvis definieert mediasport als 'de door sport- marketing- en omroeporganisaties op commerciële basis voor televisie geconstrueerde topsport, zoals die aan het kijkerspubliek wordt aangeboden." Dit artikel is het tweede deel van een drieluik over media, sport en ethiek. In het eerste artikel zijn allerlei ontwikkelingen met betrekking tot de sportmedia in beeld gebracht (julinummer BVVS-Netwerk). In dit artikel besteden we aandacht aan 'mediasport'. Als afsluiting behandelen we in een volgend nummer van BVVS-Newerk (juni 2007) een aantal ethische aspecten van sportmedia en mediasport, waarbij we ook nadrukkelijk de rol van de sportjournalistiek zullen belichten. De opzet van dit artikel is als volgt: eerst maken we duidelijk wat 'mediasport' is. Daarbij geven we aandacht aan kenmerken, opkomst en ontwikkeling van mediasport. Vervolgens introduceren we het begrip spectacularisatie': het aantrekkelijk maken van de mediasport. Daarna laten we zien wat de rol is van de sportmedia bij spectacularisatie. We ronden af met de rol van sportorganisaties bij spectacularisatie
DOCUMENT
Hoofdstuk 5 in Vitale clubs voor sport en samenleving: kennis-bron voor de stimulering van vitale en open sportverenigingen. Over Nederlandse sportverenigingen bestaan twee verhalen. Het eerste verhaal gaat over de kracht van het verenigingsleven. Het aantal vrijwilligers behoort tot het hoogste in de wereld. Er is bijna geen land met zo veel voetbalclubs als Nederland. Wekelijks worden ruim dertigduizend voetbalwedstrijden gespeeld. Naar schatting zijn daar zo’n 2,5 miljoen spelers, begeleiders en toeschouwers bij aanwezig. Wie de wedstrijden bezoekt, kent het plezier en de passie van de deelnemers. Het tweede verhaal gaat over de teloorgang van de vereniging. Het aantal vrijwilligers mag dan hoog zijn, toch hebben veel clubs last van een tekort aan vrijwilligers. De betrokkenheid van de vrijwilligers is bovendien losser en vrijblijvender geworden. Agressie in de sport is weliswaar niet nieuw, maar mensen hebben wel het idee dat deze toeneemt. Tot slot hebben verenigingen door de gemeentelijke bezuinigingen vaker moeite het hoofd boven water te houden. Veel onderzoek naar verenigingen gaat over de vraag in hoeverre bovenstaande verhalen met cijfers kunnen worden onderbouwd (Bijl, Boelhouwer, Pommer, & Sonck, 2013; Breedveld, Kamphuis, & Tiessen-Raaphorst, 2008; Gemeente Den Haag, 2012; Gemeente Rotterdam, 2010; Romijn & Van Kalmthout, 2012; Stichting Waarborgfonds Sport SWS, 2014; Van Kalmthout, 2011; Van Kalmthout, De Jong, & Lucassen, 2009; Van Kalmthout & Romijn, 2011; Van Kalmthout & Van der Werff, 2013). In welke mate en op welke vlakken zijn verenigingen vitaal? Interessant is de aanpak van het Mulier Instituut (zie ook hoofdstuk 3), die het functioneren van verenigingen op het vlak van leden, kader, activiteiten en financiën, jaarlijks onderzoekt en zo over een langere termijn kan bekijken. Hoewel longitudinale gegevens zicht bieden op de ontwikkeling van de vitaliteit van Nederlandse sportverenigingen en op knelpunten daarbij, geven ze geen inzicht in hoe zaken eventueel kunnen worden verbeterd. De afgelopen twee jaar deden we daar vanuit het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling (PMO) van Hogeschool Utrecht wel onderzoek naar (Verhagen, 2014
MULTIFILE
De sportwereld voor het hbo biedt een systematische introductie in de sportwereld. De methode bevat studiemateriaal voor sportgerelateerde hbo-opleidingen. Te denken valt aan opleidingen voor bewegingsonderwijs, sport- en beweegmanagement, sportmarketing, sportbeleid, sportcommunicatie, sportjournalistiek en sporteventmanagement. Het boek bestaat uit vijf delen. Het begint met een inleidend hoofdstuk over het wezen van de sport. Daarna volgen in deel 2 twee historische hoofdstukken: over de geschiedenis van de moderne sport en over de Olympische Spelen. Het derde deel (hoofdstuk 4) gaat over ethiek en sportbeoefening. Deel 4 besteedt ruime aandacht aan sport en samenleving: sportdeelname (h.5); sociale functies van sport (h.6); sport, economie, commercie en media (h.7); bewegen, gezondheid en bewegingsonderwijs (h.8). Het boek wordt afgerond met twee hoofdstukken over sport, organisatie en beleid: de infrastructuur van de Nederlandse sportwereld (h.9) en het sportbeleid (h.10). Elk hoofdstuk sluit af met een verwerkingsparagraaf met cases, opdrachten en debatstellingen. Over de gehele methode verspreid zijn diverse cases opgenomen uit de sportwereld. Speciaal met het oog op zelfstandig studeren is een uitgebreide index toegevoegd. Ook kan een notenapparaat worden geraadpleegd. De papieren uitgave wordt ondersteund door het twitteraccount @sportwereldhbo en de website www.sportwereldhbo.nl. Deze site bevat onder meer een sportquiz en een oefentoets. Medewerking: • Herman Ram en Olivier de Hon (Dopingautoriteit); • Jurryt van de Vooren (sportgeschiedenis.nl, Andere Tijden Sport en Olympisch Stadion Amsterdam); • Sanne Cobussen en Inger Quanjel (HAN, Instituut voor Sport- en Bewegingsstudies); • René Daniëls en Marijke Slotboom (Fontys Sporthogeschool Sittard en Eindhoven); • Henk Hille (Hogeschool van Amsterdam, opleiding SMO); • Jacinta Kannekens (TDL); • Bonne Posma (Saxion Hogescholen Deventer, Randstad Topsport Academie Deventer); • Herman Verveld (Hogeschool Windesheim, School of Human Movement & Sports, CALO Zwolle); • Hans Slender (Hanzehogeschool Groningen, Instituut voor Sportstudies) • Marion de Cocq, Mark van den Heuvel, Thijs Kemmeren, Martijn Musters, Marije van ’t Verlaat en Edwin Wagtmans (allen Fontys SPECO en Johan Cruyff University in Tilburg).
DOCUMENT
Technologie staat niet centraal in het werk van agogen. Maar technologie biedt ons wel een kader om structurele vraagstukken inzake sociale kwaliteit van de samenleving en de professionele situering door hulpverleners aan de orde te stellen. Het brandpunt moet verschuiven naar het sociale kwaliteit van alle burgers - ook als het gaat om deelname aan ICT en internettechnologie. We zullen er bovendien naar moeten streven die burgers te engageren als co-producenten. Dat betekent een aanzienlijke vergroting van de bandbreedte waarin de sociale sector werkt en heeft dus budgettaire consequenties. Extra investeringen in de sociale infrastructuur van Nederland zouden dan ook het logische gevolg moeten zijn van de politieke keuzes. In de geest van de informatiesamenleving kan voor die bredere opvatting van sociaal agogisch handelen gebruik gemaakt worden van de term breedband-hulpverlening.
DOCUMENT
Vaak wordt sport gepositioneerd als ‘de belangrijkste bijzaak in het leven’. De vraag is echter of sport feitelijk voor veel mensen niet veel méér is. Sport is in onze samenleving een heel belangrijke bron van zingeving. Christenen, maar ook moslims en joden, zoeken zingeving vooral in iets dat de mens overstijgt. Maar zingeving kan ook een werelds karakter hebben. Mensen kunnen de betekenis en de waarde van hun leven ook ontlenen aan aardse zaken. Dan blijkt dat voor velen sport het leven zin geeft, omdat via sport belangrijke menselijke waarden gerealiseerd kunnen worden: gezondheid, presteren, genot, samenwerking en gezelligheid. In het verleden werd godsdienst een samenbindende kwaliteit en functie toegedicht in de samenleving. De grote socioloog Émile Durkheim wees erop dat mensen een wezenlijke behoefte hebben om 'deel uit te maken van een groter samenlevingsverband'. Godsdienst heeft in de geschiedenis altijd een belangrijke rol gespeeld in het bevredigen van deze behoefte, aldus Durkheim. De vraag is of sport deze rol (deels) heeft overgenomen. Volgens Ruud Stokvis draagt sport bij aan morele vorming, sociale binding én zingeving. Ook de wereld van de sportmarketing maakt gebruik van het feit dat sport een belangrijke bron voor zingeving is
LINK
Vaak wordt sport gepositioneerd als ‘de belangrijkste bijzaak in het leven’. De vraag is echter of sport feitelijk voor veel mensen niet veel méér is. Sport is in onze samenleving een heel belangrijke bron van zingeving. Christenen, maar ook moslims en joden, zoeken zingeving vooral in iets dat de mens overstijgt. Maar zingeving kan ook een werelds karakter hebben. Mensen kunnen de betekenis en de waarde van hun leven ook ontlenen aan aardse zaken. Dan blijkt dat voor velen sport het leven zin geeft, omdat via sport belangrijke menselijke waarden gerealiseerd kunnen worden: gezondheid, presteren, genot, samenwerking en gezelligheid. In het verleden werd godsdienst een samenbindende kwaliteit en functie toegedicht in de samenleving. De grote socioloog Émile Durkheim wees erop dat mensen een wezenlijke behoefte hebben om 'deel uit te maken van een groter samenlevingsverband'. Godsdienst heeft in de geschiedenis altijd een belangrijke rol gespeeld in het bevredigen van deze behoefte, aldus Durkheim. De vraag is of sport deze rol (deels) heeft overgenomen. Volgens Ruud Stokvis draagt sport bij aan morele vorming, sociale binding én zingeving. Ook de wereld van de sportmarketing maakt gebruik van het feit dat sport een belangrijke bron voor zingeving is
DOCUMENT
Een van die nieuwe ontwikkelingen van de Sport- en Beweegsector naar aanleiding van de veranderende maatschappij om ons heen is de start van de Master of Sports. Het is een feit dat de docent LO zijn grenzen namelijk steeds meer buiten de gymzaal verlegd. Voorbeelden hiervan zijn het functioneren als combinatie functionaris of leefstijladviseur, het organiseren van naschoolse sport en het participeren in stimulerings- en beweegprogramma's. Deze verbreding van het vak vereist professionalisering van het beroep. Onder professionalisering wordt onder andere verstaan het kunnen onderbouwen van keuzes. Bijvoorbeeld: wáárom wordt een bepaald beweegprogramma aangeboden, wanneer bepaal je of een programma effectief is en kun je dit meten? Kortom: wat is de maatschappelijke fundering van ons handelen? Het gaat verder dan 'gewoon doen wat je altijd doet en maar hopen dat het werkt'. Mogelijke antwoorden op deze vragen worden aangereikt tijdens de Master of Sports. Meer inhoudelijke en praktische informatie over de opleiding, evenals reacties van docenten en studenten kunt u terugvinden in dit themanummer 'Master of Sports. Professionalisering van de sport- en beweegsector'.
DOCUMENT
Het boekje Kracht van Sport in de Wijk betreft een leesbare weergave van de lezingen die in het voorjaar van 2017 verzorgd zijn over dit thema door externe deskundigen. De onderwerpen van de lezingen zijn samen met vertegenwoordigers uit zowel zorg en welzijn als de sport gekozen. Het betreft de doelgroepen: 1) mensen met een beperking 2) kwetsbare jongeren 3) migranten en vluchtelingen 4) mensen met psychische problemen 5) senioren en ouderen.
DOCUMENT