Hoe meten we sportparticipatie? Hoe kunnen we sportparticipatie kernachtig maar toch genuanceerd weergeven? Welke meetmethodes zijn er om sportparticipatie in kaart te brengen? In BMS Studie 48 ontwikkelen we de Vlaamse Sportparticipatie Index (VSI) die aangeeft hoeveel mensen in Vlaanderen aan sport doen, hoe frequent en hoeveel tijd zij hieraan spenderen. We berekenen (en voorzien een handleiding) over hoe we de VSI berekenen. Aanvullend bieden de diversiteitsindexen ook inzicht in welke mate bepaalde doelgroepen (vrouwen, 55-plussers, mensen met een lagere opleiding, mensen die leven in armoede, mensen met een migratieachtergrond) meer of minder sporten. Deze indexen kunnen berekend worden voor de algemene sportparticipatie in Vlaanderen of voor specifieke (groepen) van sporten, en dit voor verschillende jaargangen of zelfs landen/regio’s. Deze BMS Studie toont daarnaast ook aan dat surveys een belangrijk instrument blijven voor het in kaart brengen van sportparticipatie, en dat we niet blind mogen zijn voor innovatieve onderzoeksmethoden die complementaire inzichten kunnen verschaffen.
LINK
Onze samenleving heeft de afgelopen veertig jaar heel wat veranderingen ondergaan. Ook het Vlaamse sportlandschap is in deze periode opvallend geëvolueerd. Sport en samenleving zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. Parallel aan deze ontwikkelingen werd doorheen de voorbije decennia werk gemaakt van het opbouwen van een actief Vlaams breedtesportbeleid. In het boek Vlaanderen Sport! Vier decennia sportbeleid en sportparticipatie wordt de evolutie van de actieve sportbeoefening in de periode 1969-2009 in kaart gebracht. Daarnaast wordt eveneens cijfermateriaal gepresenteerd met betrekking tot de uitgaven aan sport en wordt een overzicht gegeven van het gevoerde Sport voor Allen-beleid in Vlaanderen.Wie sport, waar en met wie? Welke sporten zijn het populairst? Is de sportbeoefening gedemocratiseerd? Welke sporten bevinden zich bovenaan of onderaan de sociale statuspiramide? Sporten we in clubverband of doen we aan sport light? Hoeveel besteden we aan sport? Wat is de economische betekenis van sport? Op al deze vragen wordt in dit boek een antwoord geformuleerd. Het onderzoeksmateriaal dat gepresenteerd wordt, werd verzameld door middel van een grootschalig sociaalwetenschappelijk sportonderzoek dat sinds het einde van de jaren zestig aan de KU Leuven wordt gevoerd. Deze tijdreeks vormt het langstlopende onderzoek naar de actieve deelname aan sport in Vlaanderen. Sportmanagers, beleidsmakers en andere professionals zullen in dit werk ongetwijfeld een schat aan informatie vinden om adequaat te kunnen inspelen op actuele beleidsuitdagingen. Dit boek is daarnaast ook inspirerend voor al wie geïnteresseerd is in de boeiende wereld van actieve sportbeoefening.
LINK
In deze workshop komen het bevorderen van sportparticipatie en de rol van applicaties en wearables hierin naar voren. Met aandacht voor: apps voor hardlopers, apps voor inactieven, apps voor professionals en patiënten, ideeën voor de toekomst
DOCUMENT
Deze pilotstudie heeft betrekking op de zoektocht naar factoren die van belang zijn in het proces van sportparticipatie van jongeren met een auditieve beperking. Daartoe zijn actoren als ouders, gymleraren, trainers, coaches en bestuurders van sportverenigingen geïnterviewd. In het algemeen sporten deze jongeren in een reguliere sportvereniging waarbij zij net als de andere teamgenoten worden behandeld. Vaak hebben de gymleraren en trainers een eigen stijl van instrueren en begeleiden waarbij ze oog hebben voor de speciale situatie waarin deze jongeren verkeren. Ze hebben in hun achterhoofd die ene jongere met een auditieve beperking waar ze de aandacht van moeten vangen en vasthouden en checken of hun boodschap is overgekomen. Ze maken in dit verband – soms impliciet – afspraken over gebaren en krijgen meestal hulp van teamgenoten die de jongere bijvoorbeeld kunnen aantikken.
DOCUMENT
Het Europese project Sport Empowers Disabled Youth (SEDY) heeft als doel een bijdrage te leveren aan het verhogen van sportparticipatie van kinderen met een beperking door de sportwens en het aanbod beter bij elkaar te brengen. De sportparticipatie van kinderen met een beperking blijft achter bij hun leeftijdgenoten zonder beperking (Von Heijden et al, 2013). Deelnemen aan sportactiviteiten heeft een positief effect op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen met een beperking (Crawford, 2015). Voor dit kwantitatieve onderzoek is een enquête afgenomen op drie sportdagen in Nederland voor cluster 3 en 4 scholen (n=89). Gemiddelde leeftijd was 14 jaar (SD 2,2). 65% tevreden is over het huidige sportaanbod, 48% zegt genoeg keus te hebben en 54% zegt dat sporten meer zelfvertrouwen geeft. Als ze een sport zouden willen doen in je vrije tijd dan blijkt dat 62% in een groep wil sporten en 55% wil sporten voor het plezier.
DOCUMENT
Vergelijking van de sportdeelname in de 25 landen van de Europese Unie, met een systematisch overzicht van de beschikbare sportparticipatiegegevens per land. Ook besteedt het boek aandacht aan de 'key drivers' van sportparticipatie en aan de kansen en valkuilen van beleidsinterventies gericht op verhoging van de sportparticipatie.
DOCUMENT
Steeds meer mensen sporten individueel of ongeorganiseerd. Daarom nemen zij misschien liever een abonnement op de sportschool, dan dat zij lid worden van een sportverenging. De belangrijkste reden is dat mensen tegenwoordig op flexibele momenten willen sporten. Daardoor verandert niet alleen de manier waarop sport wordt beoefend, maar ook de maatschappelijke waarde ervan. Sportverenigingen zien hun lidmaatschappen veranderen en sportparticipatie afnemen. De vraag is hoe zij kunnen inspelen op de veranderende behoefte. Welke middelen zetten zij in om leden te binden en te behouden voor het georganiseerde sportaanbod? De auteurs van dit boek hebben vier jaar lang onderzoek gedaan naar de oorzaken en gevolgen van veranderingen in ledenbinding in de sport. Zij hebben hiervoor zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden toegepast. Dit boek richt zich in eerste instantie op medewerkers, bestuurders en ondersteuners van sportclubs en sportbonden, zowel de vrijwilligers als professionals. Zij zullen de problemen en uitdagingen in dit boek waarschijnlijk herkennen. Tegelijk kunnen zij hun voordeel doen met de praktische oplossingen die worden beschreven. Daarnaast kunnen zowel beleidsmakers, politici en bestuurders op verschillende overheidsniveaus, als studenten en vakgenoten uit de wereld van sportonderzoek en -wetenschap, relevante kennis en inzichten ontlenen aan ons onderzoek.
LINK
Deze verkennende studie is geïnitieerd door het Lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling van de Hogeschool Utrecht, vanuit de onderzoekslijn ‘Maatschappelijke Impact van Sport en Bewegen’ (MISB). De studie sluit aan bij de twee reeds genoemde MISB onderzoeken, te weten het (promotie)project ‘U on Board’ en de vier jaar durende studie CISE (Calibrating Inclusive Sporting Encounters, 2019) die uitgevoerd wordt met een groot onderzoeksconsortium in de steden Eindhoven en Utrecht.
DOCUMENT
Het lectoraat Kracht van Sport (Hogeschool van Amsterdam/Inholland) onder leiding van lector Marije Baart de la Faille–Deutekom heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het verhogen van de sportparticipatie in Nederland. Daarbij is er speciale aandacht voor sport voor mensen met een beperking, onder andere in het Erasmus+-project Sport Empowers Disabled Youth (SEDY).
DOCUMENT
Aanleiding: Zoetermeer heeft een uitgebreid beleid op het gebied van sport, gericht op vergroting van de sportparticipatie. Verschillende vormen van subsidie en verenigingsondersteuning maken deel uit van het beleidsinstrumentarium. De Rekenkamercommissie wil graag weten of sprake is van een transparant ondersteuningsbeleid en hoe de ontvangen subsidie de contributie en toegankelijkheid van de verschillende verenigingen beïnvloedt. Vraagstelling: Voorliggende rapportage beoogt op basis van ambtelijke stukken, gemeentelijke jaarrekeningen, interviews en verenigingsonderzoek de raad inzicht te verschaffen in de mate van effectiviteit en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Om dit te bewerkstelligen is de volgende hoofdvraag geformuleerd. 'Hoe worden de sportverenigingen in Zoetermeer gefaciliteerd door de gemeente, welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag en hoe effectief en doelmatig is het verenigingsondersteuningsbeleid?'
DOCUMENT