(Inter)nationaal is er discussie over de vraag of auditieve verwerkingsproblemen (AVP) gezien moeten worden als een unieke klinische diagnose en over de meest geschikte diagnostisering en verwijzing van kinderen in deze doelgroep. Binnen de Nederlandse Audiologische Centra (AC) wordt mede hierdoor verschillend omgegaan met kinderen met zogenaamde onverklaarde luisterproblemen.Het doel van het huidige document is om professionals handvatten te bieden bij het identificeren, diagnosticeren en behandelen van kinderen met luisterproblemen. Het ‘Dutch Position Statement Kinderen met Luisterproblemen’ is ontwikkeld op basis van het huidige wetenschappelijke bewijs omtrent luisterproblemen en op basis van bijeenkomsten gehouden met professionals. Over de volgende 9 statements is consensus bereikt onder professionals van de Nederlandse Audiologische Centra:Definitie:(1) De doelgroep ‘kinderen met luisterproblemen’ is geen unieke en aantoonbare klinische entiteit.(2) De problemen van kinderen met luisterproblemen zijn multimodaal.(3) De symptomen die kinderen met luisterproblemen vertonen kunnen ook voorkomen bij kinderen met andere ontwikkelingsstoornissen, zoals AD(H)D, TOS, dyslexie en leerstoornissen.Signalering en verwijzing:(4) Na signalering van luisterproblemen kan worden doorverwezen naar een multidisciplinair centrum.Diagnostiek:(5) Bij het diagnosticeren van een kind met luisterproblemen zijn minimaal een klinisch- fysicus audioloog, logopedist en gedragswetenschapper betrokken.(6) Luisterproblemen worden in eerste instantie in kaart gebracht met behulp van een anamnese (hulpvraag centraal) en indien beschikbaar een gevalideerde vragenlijst.(7) Bij kinderen met luisterproblemen wordt naast het toon- en spraakaudiogram altijd een spraak-in-ruis test afgenomen.(8) De diagnostische procedure bij luisterproblemen start vanuit een breed ontwikkelingsperspectief.Behandeling:(9) Bij kinderen met luisterproblemen is de interventie gericht op de hulpvraag en staat het handelingsgericht werken centraal.Dit document informeert professionals in Nederland, die te maken hebben met kinderen die worden aangemeld met klachten met betrekking tot het luisteren bij een goed perifeer gehoor over het huidige beschikbare bewijs en over het gezamenlijke standpunt hierover in Nederland.
DOCUMENT
Dit hoofdstuk beschrijft de problematiek van personen, die in de praktijk moeite hebben met het functioneren in (complexe) luistersituaties, ondanks normale gehoordrempels.
LINK
Deze openbare les is uitgesproken door dr. Ellen Gerrits ter gelegenheid van haar installatie als lector Logopedie aan Hogeschool Utrecht. Dit lectoraat is ontstaan vanuit een samenwerking tussen de Faculteit Gezondheidszorg van Hogeschool Utrecht, de opleiding Logopediewetenschap van de Universiteit Utrecht en de Koninklijke Auris Groep, een instelling voor begeleiding, zorg en onderwijs voor kinderen met een communicatieve en/of auditieve beperking. Het lectoraat Logopedie heeft als missie om de transparantie van de logopedische zorg te vergroten en kennis te ontwikkelen en te verspreiden over de effectiviteit van logopedische interventie. Hierbij ligt de focus op preventie en care bij kindertaalstoornissen. Het lectoraat wil dit bereiken met praktijkgericht, toegepast onderzoek. Het lectoraat is uniek in Nederland omdat het zich specifiek richt op het vakgebied Logopedie. Het heeft daarom ook als missie om in brede zin bij te dragen aan de onderbouwing en profilering van het beroep logopedie, en aan de professionalisering en academisering van de logopedist.
DOCUMENT
Children with developmental language disorders (DLDs) may experience barriers to communicative participation. Communicative participation is defined as ‘participation in life situations in which knowledge, information, ideas or feelings are exchanged’. Barriers experienced in communicative participation cannot be explained by language competence alone and are thought to be influenced by contextual factors. A better understanding of these factors will contribute to tailored speech and language therapy services for children with DLD. We conducted a focus group study with 13 speech and language therapists’ (SLTs) to explore their perspectives on contextual (environmental and personal) factors in early childhood that are associated with communicative participation in children with DLD. The personal factor of child well-being, and the environmental factors of familial support and SLT service provision were developed through thematic analysis. The potential mediating role of these factors on communicative participation implies that it is important to address contextual barriers and facilitators in speech and language therapy services.
DOCUMENT
In de laatste jaren is er in Nederland toenemende aandacht voor de condities waarin leerlingen les krijgen. Randvoorwaarden zoals temperatuur, akoestiek, luchtkwaliteit, lichtkwaliteit en beschikbare ruimte vormen met elkaar de basisomstandigheden waarin leerlingen en leerkrachten functioneren. Er is betrekkelijk weinig aandacht voor de invloed die akoestiek en luisteromstandigheden hebben op het leerproces van de leerlingen, terwijl het evident is dat deze enkele van de belangrijkste randvoorwaarden vormen voor het kunnen volgen van het onderwijs in de klas. De verwerving van taal èn het leerproces op school vinden immers voor een groot deel plaats via luisteren en talige interactie. Om meer inzicht te krijgen in de invloed die luisteromstandigheden in de klas hebben op leerlingen, is een onderzoek uitgevoerd met klassenversterkingsapparatuur, ook wel Soundfield apparatuur genaamd. Het onderzoek vond plaats op vijf Friese basisscholen in tien verschillende klassen en duurde vier weken. De Soundfield apparatuur bestaat uit een leerkrachtmicrofoon met zender en een luidsprekersysteem met versterker en ontvanger. Met de apparatuur ontstaat er een gelijkmatig „geluidsveld‟ in de klas, waardoor de leerkracht overal even goed hoorbaar is. Er werd gebruik gemaakt van apparatuur met infrarood technologie (Redcat: Infrared Classroom Amplification Technology van Lightspeed Technology).
DOCUMENT
Co-teachers verzorgen samen onderwijs aan een groep leerlingen die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Uit het promotieonderzoek van Dian Fluijt (docent en projectleider bij het Seminarium voor Orthopedagogiek en onderzoeker bij het Lectoraat Normative Professionalisering) blijkt dat co-teaching een effectieve wijze kan zijn om les te geven aan een hyperdiverse groep en tegelijkertijd tegemoet komt aan de behoefte aan meer handen voor de klas. Uit het onderzoek van Dian blijkt dat een klein netwerk van intensief samenwerkende leraren (co-teaching team) in staat is tot duurzame onderwijsinnovatie, waarvan zowel leerlingen als leraren kunnen profiteren. Het welbevinden van zowel leerlingen als leraren in een co-teaching groep groeit, omdat leerlingen meer aandacht krijgen en leraren hun verantwoordelijkheid kunnen delen. Leerlingen in een co-teaching groep presteren over het algemeen beter. Professionalisering op het gebied van co-teaching, gericht op het verkennen van eigen en gezamenlijke normen, waarden en overtuigingen van co-teachers, het leren om samen goed les te geven en het leren om goed samen te werken, is voorwaarde om co-teaching goed uit te kunnen voeren.
DOCUMENT
Logopedisten en klinisch linguïsten onderzoeken de taalontwikkeling van jonge kinderen met een vermoedelijke of al vastgestelde taalontwikkelingsstoornis. Ze onderzoeken ook de taalvaardigheid van personen met afasie. Naast gestandaardiseerde tests worden samples spontane taal geanalyseerd. Hiervoor worden uitingen ontlokt aan de patiënten via vaste protocollen. De sessies worden opgenomen, getranscribeerd en vervolgens grammaticaal geanalyseerd. Bij de grammaticale analyse wordt bepaald welke soorten constructies en fouten voorkomen en in welke mate, en dit wordt vergeleken met een norm. Taal- en spraaktechnologie (TST) kan er in prin-cipe aan bijdragen om het proces van transcriptie en grammaticale analyse efficiënter te maken en mogelijk zelfs om de kwaliteit van de assessments te verhogen. In dit artikel richten we ons op de mogelijkheden van TST voor de analyse van kindertaal.
LINK
TNO gebruikt Informatie en Communicatie Technologie (ICT) om producten en diensten toegankelijk te maken voor iedereen, dus ook voor speciale doelgroepen zoals gebruikers met verminderde cognitieve vaardigheden. Hierbij zetten we vaak spraaktechnologie in. Een voorbeeld hiervan is de elektronische reisassistent voor mensen met een verstandelijke beperking. Deze reisassistent kan relevante informatie voorlezen door gebruik te maken van spraaksynthese. Een ander voorbeeld is een elektronische coach voor kinderen en ouderen. Door de inzet van spraakherkenning en spraaksynthese kan op een natuurlijke manier met de e-coach gecommuniceerd worden
DOCUMENT
Elk jaar organiseert de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van hbo ict-opleidingen in Nederland, een conferentie voor haar leden. Tijdens deze conferenties staan strategisch beleid, deskundigheidsbevordering en samenwerking centraal. Sinds 2005 is de internationale oriëntatie als strategisch aspect benadrukt. De blik tien jaar vooruit om de curricula niet op hypes, maar op trends te sturen. In 2005 werd Silicon Valley bezocht en in 2006 ging het HBO-I naar de CeBit in Hannover. Dit jaar zochten we de ict-wijsheid in het verre oosten. Hoe ontwikkelt ict zich in Azië? Dat was de reden voor het HBO-I om een studiereis te maken naar Japan. In Tokyo tref je alle grote ict-bedrijven en drie van de beste Japanse universiteiten. Geen betere periode om Tokyo te bezoeken dan de week van de kersenbloesem. Een verslag van een indrukwekkende HBO-I studiereis naar Japan.
DOCUMENT
Hoeveel archieven en bibliotheken zich steeds vernieuwen, ontbreekt een totaalbeeld van alle ontwikkelingen. Op verzoek van GO Fonds hebben Jos van Helvoort en Peter Becker onderzoek gedaan naar innovaties die hier de afgelopen vijf jaar hebben plaatsgevonden. Een verslag plus vier reacties. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/josvanhelvoort/ https://www.linkedin.com/in/peter-becker-9915a65/
DOCUMENT