Rapport met een kritische analyse van de SPRONG regeling en aanvragen 1ste ronde, in opdracht van Regieorgaan SIA.
DOCUMENT
Hoe kunnen we inclusief onderwijs realiseren in meertalige contexten? Met die ambitie gingen onderwijsprofessionals, opleiders en onderzoekers van maart 2020 tot maart 2024 samen aan de slag binnen het landelijke project SPRONG Meertaligheid. Ondanks uitdagingen zoals de covid-pandemie, wereldwijde migratie en complexe onderwijsvraagstukken, werkten zij intensief samen om oplossingen te vinden.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk oogsten wij de vruchten van vier jaar SPRONG Meertaligheid, in de vorm van een onderzoeksagenda gericht op het verder gestalte geven aan IOMC. De onderzoeksagenda geeft een beschrijving van de zeven meest urgente onderzoeksthema’s voor de komende jaren.
LINK
Over welke onderwerpen leven er vragen in het onderwijsveld op het gebied van IOMC? En welke van die vragen verdienen prioriteit in wetenschappelijk onderzoek én praktijkonderzoek? Voor een antwoord op die vragen is een vragenlijst ontwikkeld en uitgezet onder onderwijsprofessionals buiten het SPRONG Meertaligheid-consortium: leraren, directeuren, intern begeleiders, (taal)coördinatoren in po/vo/mbo, en lerarenopleiders.
LINK
Het landelijke consortium SPRONG Meertaligheid bouwde voort op verschillende regionale netwerken, die verbonden waren aan de deelnemende hogescholen en partnerscholen in po, vo en mbo. Om zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande netwerken en daarmee ook tegemoet te komen aan de behoeften van de onderwijspraktijk, is ervoor gekozen om de bestaande regionale samenwerkingen als uitgangspunt te nemen, die te versterken, en daarnaast ook met elkaar op landelijk niveau te verbinden.
LINK
Inclusief onderwijs in meertalige contexten (IOMC): dat was de ambitie van alle partners in het project SPRONG Meertaligheid. Dit boekje vertelt je over de opbrengsten van dit landelijke project, waarin onderwijsprofessionals, opleiders en onderzoekers van maart 2020 tot maart 2024 samenwerkten. Wat bracht ons samen? En wat beoogden we, in de vier jaar die gekleurd werden door de covid-pandemie, toenemende wereldwijde migratie en prangende onderwijsvraagstukken zoals het lerarentekort en kansenongelijkheid?
LINK
Kennis heeft een landschap met wegen, routes en mogelijkheden nodig om te bewegen, kortom: een infrastructuur. Om de landelijke kennisinfrastructuur rond IOMC te versterken hebben we vanuit SPRONG Meertaligheid het Kennisnetwerk IOMC inzichtelijk gemaakt. De belangrijkste conclusie over de gezamenlijke reis die we in dit consortium hebben afgelegd, is dat kennisinfrastructuur in de eerste plaats gaat over mensen. Dit hoofdstuk is tot stand gekomen in samenwerking met Arienne van Staveren, Ada van Dalen, Vital Hanssen, Lyske van den Berg en Jantje Timmerman.
LINK
Door een opeenstapeling van maatschappelijke, ecologische en politieke crisissen nemen de wensen en eisen die aan de tuinbouwsector gesteld worden hand over hand toe. Aan de andere kant nemen ook de kansen en mogelijkheden door toegenomen kennis en voortdenderende technologische ontwikkelingen rap toe. De tuinbouw verkeert hierdoor in dermate wild vaarwater dat, gezien de veelvoud aan transities, gerust gesproken kan worden van een systeemtransitie. Een systeemtransitie naar een ecologisch en economisch duurzame tuinbouw door productiesystemen die zowel stabiel als hoogproductief zijn, vraagt niet om een vlucht in het verleden, maar om een sprong de toekomst in. Een sprong naar een productiesysteem gebaseerd op kennis van de plant en de interactie met zijn (ecologische) omgeving, ondersteund door hoogwaardige technologie met een hernieuwde vorm van procescontrole. In dit essay onderzoek ik hoe ik als associate lector levende teeltsystemen voor Inholland bij wil dragen aan onderzoek en onderwijs op de actuele transitiepaden van de glastuinbouw. Hoe ik kan bijdragen aan kennis ontwikkeling, nieuwe methoden ontwerpen in onderzoek en deze vertalen naar praktijkgerichte oplossingen. Zo wil ik door samenwerking met collega-onderzoekers en studenten van binnen en buiten Inholland verder invulling geven aan de realisatie van mijn missie. “In onderzoek en onderwijs bijdragen aan een tuinbouwproductiesysteem dat functioneert als een ecosysteem, waarin het samenspel van een grote diversiteit aan levende organismen bijdraagt aan de gezondheid van het productiesysteem en het product dat het produceert. Waarin onze gezamenlijke kennis tot de kunde leidt om levende teeltsystemen als evenwichtige ecosystemen te ontwerpen en te beheren. Waarin telers de biodiversiteit versterken en verzorgen, zodat deze bijdraagt aan de kwaliteitsproductie, in een samenspel van technologie, ecologie en menselijk vernuft. Tuinbouw dus die de wereld van gezonde producten voorziet en in balans is met zichzelf en haar omgeving.”
DOCUMENT
In 2013 zijn alle jeugdzorgplusinstellingen op verzoek van het ministerie van VWS gestart met een pilot Trajectzorg. In de regio Utrecht is jeugdzorgplusinstelling Intermetzo locatie Zeist (voorheen Lindenhorst-Almata) hiervoor een samenwerkingsverband aangegaan met De Rading, Lijn 5, Youké, Samen-Veilig Midden Nederland en VSO de Sprong. Onder de naam Trajectzorg is gestart met het verbeteren van de zorg opdat jongeren minder vaak tijdens de zorgverlening uitvallen en minder vaak na uitstroom uit geslotenheid opnieuw gesloten geplaatst worden. Hogeschool Utrecht is al in 2012 door dit samenwerkingsverband benaderd. Dankzij een SIA-Raak Publiek subsidie is in 2014 en 2015 onderzoek gedaan naar deze pilot met als doel de realisatie van Trajectzorg in deze regio te faciliteren en te stimuleren via een combinatie van beschrijvend onderzoek en de methode van actieonderzoek. Vanuit het onderzoek is dit boekje ontwikkeld. Hierin wordt beknopt het onderzoek en de (door)ontwikkeling van Trajectzorg beschreven en zijn er vijf aandachtspunten nader uitgewerkt. Het boekje is geïllustreerd met het traject van Nadine; de belevenissen van dit fictieve meisje zijn als voorbeeld van Trajectzorg in dit boekje opgenomen.
DOCUMENT
In 2013 zijn alle jeugdzorgplusinstellingen op verzoek van het ministerie van VWS gestart met een pilot Trajectzorg. In de regio Utrecht is jeugdzorgplusinstelling Intermetzo Zeist (voorheen Lindenhorst-Almata) hiervoor een samenwerkingsverband aangegaan met De Rading, Lijn 5, Youké, Samen Veilig Midden-Nederland en VSO de Sprong. Het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht is door dit samenwerkingsverband benaderd en dankzij een SIA-Raak Publiek subsidie was het mogelijk in 2014 en 2015 onderzoek te doen naar deze pilot. Het onderzoek had als doel de realisatie van Trajectzorg in deze regio te faciliteren en te stimuleren via een combinatie van beschrijvend onderzoek en de methode van actieonderzoek. In het Raak-projectvoorstel van het onderzoek Op zoek naar het gewone leven zijn een aantal ‘producten’ ter oplevering toegezegd. Eén daarvan was een boekje met de werktitel de methodische leidraad. Een methodische leidraad suggereert dat bekend is hoe Trajectzorg het beste uitgevoerd kan worden. Inmiddels is duidelijk dat de ontwikkeling van Trajectzorg en het onderzoek hiernaar, alleen ruimte bieden voor een meer bescheiden product zoals een procesbeschrijving waaruit lessen geleerd kunnen worden. Lessen die afgemeten worden aan de gestelde doelen en uitgangspunten. In dit boekje zijn deze lessen als aandachtspunten uitgewerkt.
DOCUMENT