Samenvatting:Veel startende leerkrachten in het basisonderwijs voelen zich niet goed in staat om adequaat in te spelen op ongewenst gedrag van leerlingen, hetgeen kan resulteren in gevoelens van onmacht, onzekerheid en incompetentie. Deze handelingsverlegenheid raakt een wezenlijke kern van hun professionaliteit, omdat het realiseren van een prettig en veilig klasklimaat een noodzakelijke voorwaarde is voor het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Dat roept de vraag op hoe startende leerkrachten kunnen worden voorbereid op het voorkomen van en leren omgaan met ongewenst gedrag. Door middel van diepte-interviews met startende leerkrachten en ervaren praktijkbegeleiders, is inzicht verkregen in de ontwikkeling van leerkrachtcompetenties met betrekking tot de preventie en aanpak van ongewenst gedrag. Daarnaast zijn excellente leerkrachten gevraagd naar hun ervaringen en aanbevelingen. Op grond van de resultaten worden aanbevelingen gedaan voor de pabo-opleiding en de begeleiding van startende leerkrachten. Zo is het tijdens de verschillende fasen van de opleiding niet alleen essentieel om theoretische kennis te verwerven over verschijningsvormen en oorzaken van ongewenst gedrag, maar ook om de samenhang te benadrukken met andere aspecten van goed onderwijs, waaronder klassenmanagement, pedagogische klimaat en groepsvorming. Daarnaast is het werken met persoonlijke ervaringen van studenten van belang voor een betekenisvolle vertaling en toepassing van theorie naar praktijk en duiding van praktijk met behulp van theorie. Praktijkbegeleiders zouden hun pedagogisch-didactische adviezen meer expliciet kunnen koppelen aan het aangeboden theoretische kader binnen de opleiding. Opleiden 'op het instituut' en 'in de praktijk' versterken elkaar op deze wijze en dragen bij aan het opbouwen van een persoonlijk handelingsrepertoire van startende leerkrachten.
DOCUMENT
In dit artikel wordt verslag gedaan van een pilotonderzoek naar het inzetten van VR-brillen bij het trainen van vierdejaars pabostudenten in het voeren van oudergesprekken. Op grond van een facetdesign zijn verschillende scripts uitgewerkt voor twee typen oudergesprekken die veelal als lastig en moeilijk worden ervaren: het voortgangsgesprek en het probleemoplossend gesprek. Met hulp van acteurs zijn verschillende versies van deze gesprekken met een 360 graden-camera opgenomen om studenten een zo realistisch mogelijke ervaring te bieden. De gesprekken konden zowel vanuit het perspectief van een leerkracht als vanuit het perspectief van een ouder worden bekeken. De resultaten van een evaluatie onder studenten en opleiders laten een positief beeld zien en bieden onderbouwing voor het nader onderzoeken en breder inzetten van VR-technologie in de lerarenopleidingen. Tegelijkertijd vraagt het inzetten van deze aanpak ook een kritische blik vanuit een leerpsychologisch, organisatorisch en financieel perspectief. Om te bepalen of de inzet van VR zinvol is, zal er kritisch gekeken moeten worden naar mogelijkheden voor het gebruik ervan binnen de leerlijnen van opleidingen. Daarnaast moet een inschatting worden gemaakt over de leerwinst die ermee te behalen valt. Het inzetten van VR-technologie is namelijk geen eenvoudige en goedkope onderneming. De aanschaf van apparatuur is duur en het ontwikkelen van materialen vraagt een behoorlijke tijdsinvestering van zowel opleiders als technische ondersteuning.
DOCUMENT
The experiences of beginning and experienced teachers in parent teacher contact Beginning teachers struggle during their first years, which is shown in the number of beginning teachers that leave the profession. 25 percent leaves within five years. This is worrying, as there is a lack of teachers. Beginning teachers experience multiple problems, such as high workload. Which is largely caused by parent teacher contact. In this study, the relation between the amount of work experience in primary education, and the positive or negative experiences with parent teacher contact is studied. Interviews with primary school teachers from six elementary schools in the Northern part of the Netherlands are conducted by the method of storytelling, which is a form of narrative inquiry. Ten beginning teachers and ten experienced teachers were selected. Through these interviews, multiple stories were found, which were coded inductively and deductively. Content analysis showed some differences between beginning and experienced teachers. Beginning teachers seem to feel more insecure than experienced teachers, caused by their lack of experience and having no children themselves. Thereby, beginning teachers feel less appreciated by parents than experienced teachers do. However, similarities between beginning and experienced teachers are many times as large as the differences. Beginning and experienced teachers have the same ideas about cooperating with parents. Both see a decrease of teacher authority and an increase of critical parent attitude. Both experience many support of their colleagues or coach at work.
DOCUMENT
Hoogbegaafde leerlingen hebben bijzondere talenten ten aanzien van 21-eeuwse vaardigheden als creatief en kritisch denken, zelfregulerend leren en probleemoplossend werken. Het wordt algemeen aangenomen dat hoogbegaafde leerlingen dan ook een bijdrage kunnen leveren aan onze (toekomstige) maatschappij, omdat zij – dankzij hun capaciteiten – kunnen voorzien in de toenemende vraag om flexibele, innovatieve werknemers met een brede blik en aanpassingsvermogen. Om dit ontwikkelpotentieel te benutten, moeten leerlingen echter wel worden uitgedaagd. Dit vraagt, naast cognitieve uitdaging, om aandacht voor de persoonsvorming zodat wordt voorkomen dat leerlingen (onbewust) gaan onderpresteren, faalangst of gedragsproblemen gaan ontwikkelen – omdat zij niet worden begrepen. In dit project worden twee innovatieve, digitale tools ontwikkeld om tegemoet te komen aan de behoeften van deze leerlingen en uitgezet onder startende, zittende en ervaren leerkrachten om zo de in potentie aanwezige 21-eeuwse vaardigheden te stimuleren. Het betreft: 1) een interactieve matrix die kan worden gebruikt om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen ten aanzien van de persoonsvorming, en 2) een digitale QuickScan die middels een automatische zelfrapportage aangeeft waar de ontwikkelkansen van leerkrachten liggen. In de aanvraag staat het concretiseren en digitaal ontwikkelen van deze producten voorgesteld (maart 2018 – maart 2019), welke via drie rondes van meetups door olievlekwerving worden verspreid in het werkveld. Deze tools kunnen worden ingezet door leerkrachten om leeromgevingen zo in te richten binnen het basisonderwijs, zodat hoogbegaafde leerlingen de genoemde 21-eeuwse vaardigheden (verder) ontwikkelen.