Deze pilotstudie heeft betrekking op de zoektocht naar factoren die van belang zijn in het proces van sportparticipatie van jongeren met een auditieve beperking. Daartoe zijn actoren als ouders, gymleraren, trainers, coaches en bestuurders van sportverenigingen geïnterviewd. In het algemeen sporten deze jongeren in een reguliere sportvereniging waarbij zij net als de andere teamgenoten worden behandeld. Vaak hebben de gymleraren en trainers een eigen stijl van instrueren en begeleiden waarbij ze oog hebben voor de speciale situatie waarin deze jongeren verkeren. Ze hebben in hun achterhoofd die ene jongere met een auditieve beperking waar ze de aandacht van moeten vangen en vasthouden en checken of hun boodschap is overgekomen. Ze maken in dit verband – soms impliciet – afspraken over gebaren en krijgen meestal hulp van teamgenoten die de jongere bijvoorbeeld kunnen aantikken.
DOCUMENT
Staalkaarten zijn overzichtelijke kaarten, schema’s en tekstuele toelichting die dienen als voorbeeld of richtlijn voor hoe bepaalde elementen in het landschap kunnen worden toegepast. In het kader van het onderzoeksproject Biodiverse Paardenhouderijen zijn door 2e jaars studenten van de opleiding Tuin- & Landschapsinrichting van Hogeschool Van Hall Larenstein onder begeleiding van het docententeam en het lectoraat Duurzame Paardenhouderij en Paardensport twee typen staalkaarten ontwikkeld: een uitgebreide staalkaart en een eenvoudige staalkaart. Deze staalkaarten bevatten landschappelijke elementen die toepasbaar zijn binnen het halfopen kampenlandschap, en die inspelen op de natuurlijke behoeften van paarden naar onder andere vrije beweging, contact met soortgenoten, gevarieerd foerageren en mentale stimulatie door afwisseling binnen een veilig ingericht landschap. Door het realiseren van een combinatie van deze elementen wordt de balans tussen paardenwelzijn, landschap en biodiversiteit bevordert.
DOCUMENT
Het doel van dit proefschrift was om spierkracht en vrijwillige spieractivatie te bestuderen die het functioneren kunnen belemmeren in ouderen met artrose. Artrose is een gewrichtsaandoening die gekenmerkt wordt door slijtage van gewrichten. Vooral mensen met artrose aan de knie of heup ondervinden problemen bij het uitvoeren van alledaagse taken als wandelen en traplopen. Ook hebben mensen met artrose vaak een verminderde spierkracht en soms ook een verminderde vrijwillige activatie van de kniestrekkers. De vrijwillige activatie wordt vaak bepaald met de ‘interpolated twitch techniek’, waarbij de zenuw van een spier(groep) elektrisch wordt gestimuleerd om inzicht te krijgen in de mate van vrijwillige aansturing van de spier(groep). Deze methode wordt ook bij patiënten gebruikt, maar dan vaak met gebruik van lagere, submaximale stroomsterktes en door stimulatie op de spierbuik in plaats van de zenuw. In Hoofdstuk 2 onderzochten we de effecten van de stroomsterkte op de bepaling van de vrijwillige activatie van de kniestrekkers bij gezonde vrijwilligers. Er werd geconcludeerd dat submaximale stimulatie via de spierbuik gebruikt kan worden om de vrijwillige activatie te bepalen en dat de vrijwillige activatie wellicht zelfs minder overschat wordt dan bij maximale stimulatie van de zenuw.
DOCUMENT
De wereld is in een rap tempo aan het vergrijzen. Tegelijkertijd volgt de ene technologische innovatie snel op de andere. Nederland vergrijst snel: op dit moment zijn er ruim 3 miljoen 65-plussers in Nederland. De verwachting is dat dit aantal zal oplopen naar ruim 4 miljoen in 2030. Van de 65-plussers is circa 1 miljoen alleenstaand op een bevolking van 17 miljoen. In deze deskstudie staat centraal wat de bereidheid van ouderen is om technologie in te zetten ten behoeve van sociale binding/activiteit en voor mobiliteit. Hierbij staan alleenstaande , zelfstandig wonende 65-plussers centraal
MULTIFILE
In de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012 hebben 20 scholen , mee gedaan aan het Orion Programma van het Wetenschapsknooppunt Noord-Nederland . De doelstelling van het Orion Programma is kort gezegd: het aanbieden van stimulerende leeromgevingen waarin Wetenschap &Techniek (W&T)-talenten van kinderen (en hun begeleidende volwassene) ontlokt en ontwikkeld kunnen worden, passend bij de wensen en de doelen van de school. Het aanbod van het Wetenschapsknooppunt wordt verzorgd door meerdere partners van de RuG en Hanzehogeschool. De basis voor de gezamenlijke vormgeving van de activiteiten is de TalentenKracht (TK)-benadering. In dit rapport staan twee vragen centraal ten behoeve van de verbetering van het aanbod van het Wetenschapskooppunt Noord-Nederland en de afstemming met de scholen, te weten: In hoeverre past het Orion Programma bij de wensen en doelen van de school én in welke mate vinden de deelnemende scholen dat de leeromgevingen de talenten van kinderen en hun begeleidende volwassenen worden gestimuleerd? De leerkrachten van de deelnemende scholen hebben een digitale vragenlijst ingevuld, waaruit het volgende naar voren kwam: Vrijwel iedere school geeft aan dat het programma passend is. Scholen bereiden het bezoek echter veelal niet voor. Het materiaal dat het Orion Programma aanbiedt, wordt ook niet altijd gebruikt bij de voorbereiding. Scholen vinden wel dat de talenten van kinderen zijn gestimuleerd door de leeromgeving. De scholen geven dan ook een rapportcijfer van gemiddeld een 7,3. Leerkrachten zijn vooral positief over het effect van de activiteiten op de leerlingen.
DOCUMENT
Dat het slecht gaat met de biodiversiteit in Nederland weten we allemaal. Dat weten we doordat vele mensen zich bezig houden met het waarnemen van soorten. Zij geven hun waarnemingen door via sites zoals www.waarneming.nl. Het aantal plaatsen in Nederland waar langdurig gemonitord wordt, dus systematisch jaarrond gekeken wordt hoe het met een bepaalde soortgroep staat, is echter beperkt. De groene hogescholen in Nederland proberen een bijdrage te leveren aan deze kennisleemte door monitoring beter te integreren in het onderwijs. In dit webinar werd verteld welke protocollen, methoden, apps en technieken beschikbaar zijn voor monitoring. Studenten en docenten kunnen hiermee gegevens verzamelen over planten, insecten en vleermuizen en uiteindelijke de nationale databanken vullen. Ook werden voorbeelden getoond van succesvol gebruik van protocollen en technieken in het onderwijs en werd er stilgestaan bij de vraag hoe de bijdrage van onderwijs en burger aan het monitoren van biodiversiteit verder versterkt kan worden.
MULTIFILE
Pedagogy for gifted and talented students in higher education is the main topic of this study. Teachers of educational programmes designed for talented or highly motivated students in higher education (here called honours programmes) are challenged to stimulate students to increase the quality of their academic achievements. However, systematically acquired knowledge on effective teaching strategies for motivated and talented students above the age of 18 is limited (Heller, Mßnks, Sternberg & Subotnik, 2000). The aim of this study is to augment the existing body of knowledge. Firstly to reflect on this knowledge from different perspectives, secondly by a mix-method research, analysing multi-institutional data collected in the United States and the Netherlands about teachers perception on teaching strategies for gifted and motivated students in higher education. The theoretical perspectives behind this study focus on (1) theories about giftedness, (2) motivational theories and (3) on studies on honours programmes.
DOCUMENT
Omdat er een tekort dreigde aan technisch goed geschoold personeel, heeft de Nederlandse overheid in 2007 TalentenKracht gestart, een landelijk programma ter stimulering van Wetenschap- en Technologie (W&T-) talenten van kinderen en jongeren (www.talentenkracht.nl; Van Benthem, Dijkgraaf & De Lange, 2005). Dit artikel gaat in op het werken met TalentenKracht-principes in het voortgezet onderwijs. Het gaat met name om het stellen van leerlinggerichte vragen en het werken met de empirische cyclus. Het artikel geeft een paar voorbeelden daarvan.
DOCUMENT
In het vergrijzende Nederland woont het grootste deel van de ouderen thuis. Een kleiner deel verblijft in andere woonvormen, zoals het verpleeg- of verzorgingshuis. Voor sommigen komt ouderdom relatief vroeg met gebreken. Dit geldt vooral voor de oogprestatie; vanaf 45 jaar hebben al veel mensen een bril. Daarnaast heeft de ouderwordende mens behoefte aan meer licht, omdat dit een gunstige werking heeft op de gemoedstoestand en de instandhouding van het slaap-waakritme. De verlichtingsniveaus bij ouderen thuis zijn, zelfs overdag, veelal te laag voor goed zicht en voor biologische stimulatie, ondanks de tevredenheid van de bewoners over hun lichtsituatie. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor het belang van goede verlichting voor het welzijn van ouderen, hoewel verlichting nog te vaak een ondergeschoven aspect is in het bouwproces of dient als sluitpost. Met dit artikel willen we de lezer bekendmaken met het belang en de mogelijkheden van goede verlichting in de woonomgeving van ouderen.
DOCUMENT
Ongeveer zeventig procent van alle patiënten die een amputatie hebben ondergaan, krijgt te maken met fantoompijn. Fysiotherapeuten hebben in de praktijk vaak weinig behandelopties. Spiegeltherapie lijkt een veelbelovende interventie om fantoompijn te bestrijden, maar er is nog weinig bekend over de praktische toepassing van de therapie in de dagelijkse zorgpraktijk. In het PAtient Centered Telerehabilitation (PACT) project werd een klinisch raamwerk voor spiegeltherapie en een digitaal platform voor mensen met fantoompijn na een beenamputatie ontwikkeld en geëvalueerd.
DOCUMENT