Dealing with the issue of urban storm water flooding is becoming increasingly urgent. In the Netherlands there are no clear guidelines on the level of acceptance of urban flooding. Based on an accurate DEM, a detailed quick scan tool has been used to assess an extreme storm event in Amsterdam. The resulting flood maps for the whole of the city show where flooding is likely to occur after 60 or 100 mm of rain in one hour, as well as which buildings are at risk.Based on the results from this mapping study, Amsterdam decided to start a program to make the city rainproof (Amsterdam Rainproof). Part of the program was the validation of the model based on field research. An example of this is the use of data from the extreme storm event that occurred in Amsterdam on 28 july2014. In this paper several pilots from Amsterdam will address the relevance and effectiveness of the quick scan tool.
DOCUMENT
In 2016 zijn de TU Delft, De Haagse Hogeschool en andere hogescholen een samenwerking gestart om in co-creatie met kinderen beweegactiviteiten te ontwerpen. Er is een groot aantal werkvormen ontwikkeld waarmee het inlevingsvermogen en de creativiteit van basisscholieren worden gestimuleerd. Tegelijkertijd komen gymleraren en groepsleerkrachten meer te weten over wat de klas en het individu “beweegt” en waar behoefte aan is in de gymles.
DOCUMENT
De werkgroep experimenten medezeggenschap is in 2018 door het College van Bestuur van de HU ingesteld met het volgende doel: “Experimenteren met vormen van brede participatie met als doel het uitbrengen van een advies, zijnde een inspiratiedocument, aan het CvB, de HSR, het MZO en deelraden om bestaande medezeggenschap en zeggenschap te verrijken en te verdiepen.” In overleg met het CvB en de Hogeschoolraad (HSR) van de HU is de werkgroep omgedoopt tot de ‘werkgroep experimenten participatie’. In lijn met deze opdracht heeft de werkgroep de volgende ambitieuze doelstelling gesteld om een bijdrage te leveren aan de volgende aspecten van participatie (zie ook het Plan van Aanpak van de werkgroep, 17 april 2018) : Het bijdragen aan cultuurverandering waarin feedback als een middel wordt gebruikt om gezamenlijk kwaliteit te versterken en waarbij (beter/meer/goed) gebruik wordt gemaakt van de horizontale organisatie die de HU nu is; Stimuleren van brede participatie bij het tot stand komen van besluitvorming en bij het doorlopend verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, onderzoek en dienstverlening; Participatie waarin meer HU-medewerkers en studenten betrokken zijn, door alle lagen van de organisatie heen. Medezeggenschap en zeggenschap kunnen er hun voordeel mee doen als participatie de medezeggenschap voedt en vice versa.
DOCUMENT
In het recent gepubliceerde Integraal Zorg Akkoord (IZA) 2023-2026 wordt toegewerkt naar goede, toegankelijke en betaalbare zorg. Thema’s die in het akkoord worden genoemd zijn passende zorg, samenwerking tussen zorg en welzijn, strakke samenwerkingsafspraken, elektronische gegevens uitwisseling, versterking eerstelijnszorg. Maar ook: uitkomstgerichte zorg. Dit sluit aan bij het visiedocument van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) ‘De diëtist en de diëtetiek in 2030’. Deze visie, voor en door diëtisten beschrijft het punt op de horizon en hoe we daar, vanuit een opgestelde veranderagenda hier naar toewerken. Hiervoor is het nodig dat (kosten)effectiviteit wordt aangetoond en is de integratie tussen praktijkvoering, onderwijs en onderzoek randvoorwaardelijk. Zowel de visie van de NVD en het IZA sturen er op aan dat diëtisten hun doelmatigheid moeten aantonen. Onder doelmatigheid verstaan we in dit project: - Onderzoek naar uitkomsten/effecten van hun eigen handelen in de praktijk - Dat diëtisten data kunnen inzetten voor reflectie op het eigen handelen en het bijsturen op kennis en kunde - Dat zij van hieruit effectieve en passende zorg kunnen aanbieden - Dat zij dit doen in samenwerking met overige zorgverleners, de patiënt zelf en vanuit doorverwijzing naar het sociaal domein - Dat zij onderdeel zijn van een (multidisciplinair) samenwerkingsverband om de samenwerking tot stand te laten komen Diëtisten zien de nut en noodzaak van deze ontwikkeling, echter missen zij handvatten om dit vorm te geven passend binnen hun huidige bedrijfsvoering en werkzaamheden. Het doel van dit project is dat het lectoraat Voeding, Diëtetiek en Leefstijl en de NVD (Academy), samen en in co-creatie (d.m.v. de methodiek Design Thinking) met diëtisten uit de eerstelijns- en tweedelijnszorg, een professionaliseringsaanbod ontwikkelen passend bij wensen en behoeften, zodat zij in staat zijn om in de toekomst doelmatigheid te kunnen aantonen en aan te sluiten bij de visie van de IZA en de NVD.
Klimaatverandering is van invloed op de functies en diensten van kustlandschappen. De IPPC rapporteert dat deze invloed nog sterk zal toenemen. Miljarden investeringen zijn nodig om functies te handhaven. Zeespiegelstijging, toenemende intensiteit en frequenties van stormen tast waterveiligheid aan. De stijging van de zee in combinatie met verwachte perioden van droogte is van invloed op verzilting en zoetwater beschikbaarheid voor allerlei functies. In combinatie met toenemende regenval in de herfst en winter is er invloed op productiviteit van landbouwgebieden te verwachten. Stijgende temperaturen, toenemende verdamping en veranderende waterhoeveelheid en -kwaliteit is daarbij ook van invloed op natuur en biodiversiteit. In dit voorstel ontwikkelen we een holistische benadering voor een landschap die de impact van klimaatverandering (op basis van downscaling) in beeld brengt op de ontwikkeling van de waterbalans en waterkwaliteit (zout-zoet, oppervlaktewater-grondwater). We werken aan een aanpak die zich richt op een sluitende zelfvoorzienende waterbalans door verkleinen van de vraag, vergroten van aanbod door verbeterde buffering in de bodem en hergebruik in relatie tot adaptatie of aanpassing van functies. Hierbij worden verschillende stakeholders betrokken. Het KIEM project start a) met een inventarisatie van de state-of-the-art en leidt tot b) een Demonstrator van deze innovatieve aanpak voor een geselecteerd Waddeneiland, c) een geactiveerd netwerk en d) de aanzet tot een subsidiabel voorstel voor daarop gebaseerd praktijkgericht onderzoek en onderwijs dat toepassing heeft op eilanden en dat opgeschaald kan worden naar kustlandschappen. De uitwerking van de Demonstrator wordt gekoppeld aan de bestaande Minor Sustainable Island Management die opgezet is om kosten-effectieve duurzame oplossingen met stakeholders te formuleren waarmee cruciale functies en diensten die het eiland-landschap levert kunnen worden gehandhaafd onder klimaatverandering.
De slimme stad van de toekomst is een stad met drones. In toenemende mate onderzoeken aanstormende tech-bedrijven hoe ze businesscases kunnen maken van drone-diensten in uiteenlopende toepassingen. Denk aan bezorgdrones, drones voor landbouwbewerking, drones voor gebouwinspectie, drones om zonnepanelen schoon te maken, of drones die spoedbezorgingen uitvoeren in de medische sector. Er is een enorm technologisch enthousiasme onder ontwerpers van drone-toepassingen om tot waardevolle producten en diensten te komen. Tegelijkertijd staat dat in schril contrast met zorgen en wantrouwen onder burgers rondom belangrijke publieke waarden, zoals privacy, veiligheid, duurzaamheid en leefbaarheid. Voornaamste uitdagingen hierbij zijn dat burgers zich weinig kunnen voorstellen bij drone-toepassingen, ze zich onvoldoende geëquipeerd voelen mee te denken over hoe een slimme stad met drones eruit moet zien, en dat drone-ontwikkelaars onvoldoende zicht hebben op de ethische vraagstukken van de burgers die voortvloeien uit dronetoepassingen. Er wordt veel onderzoek gedaan over burgers, maar niet met burgers. Gezien de snelle technologische ontwikkelingen is het stellen van juridische- of beleidskaders een onvoldoende werkbaar antwoord, en is er vooral behoefte aan ‘moral design’ als belangrijke bouwsteen voor innovatie. Zodoende staat in dit projectvoorstel de volgende onderzoeksvraag centraal: Welke designprincipes voor drone-toepassingen in de openbare ruimte ontstaan wanneer je burgers als co-designer betrekt bij het ontwerp ervan? Hiertoe hebben we een breed consortium opgezet rondom Brainport Eindhoven waarbinnen drone-ontwikkelaars, onderzoekers en burgers samen kunnen ontwerpen, op basis van drie verschillende dronetoepassingen1 om zodoende te komen tot designprincipes voor civiele dronetoepassingen die passen bij een slimme stad van de toekomst. Om het voorstellingsvermogen zo goed mogelijk op te rekken, wordt gebruik gemaakt van VR-technologie in een zogeheten Moral Lab in het Stadslab Eindhoven. Studenten van ROC Tilburg, Fontys Eindhoven en Technische Universiteit Eindhoven staan centraal binnen dit project, en werken onder meer samen in een Innovatiehub Digital Transformation (Fontys Hogescholen).
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool