Based on the results of two research projects from the Netherlands, this paper explores how street oriented persons adapt and use digital technologies by focusing on the changing commission of instrumental, economically motivated, street crime. Our findings show how social media are used by street offenders to facilitate or improve parts of the crime script of already existing criminal activities but also how street offenders are engaging in criminal activities not typically associated with the street, like phishing and fraud. Taken together, this paper documents how technology has permeated street life and contributed to the ‘hybridization’ of street offending in the Netherlands—i.e. offending that takes place in person and online, often at the same time.
DOCUMENT
“Jongerenwerkers bezorgd over messen: Geweld op straat steeds explosiever.” “Wie moordt, die scoort in drillrap.” Recente koppen in het nieuws, waarin duidelijk wordt dat geweld en het gebruik van wapens steeds normaler wordt onder jongeren. En het blijft niet alleen bij de straat, het komt ook de school in, of we het nu willen of niet.
DOCUMENT
MADE IN RTMZ is een initiatief van filmmakers Rien Bexkens en Reggery Gravenbeek. Het betreft een filmproject met messengeweld als thema. De evaluatie MADE IN RTMZ in opdracht van Fonds ZOZ is gericht op de impact van dit project op de weerbaarheid van jongeren ten aanzien van de risico's van het straatleven.
DOCUMENT
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Wijkagenten en jongerenwerkers in de Rotterdamse wijk Delfshaven krijgen in toenemende mate te maken met meiden die slachtoffer (dreigen te) worden van ‘exposen’: het online verspreiden van seksueel getint (beeld)materiaal met het doel iemand reputatieschade toe te brengen. Om meer zicht te krijgen op deze ontwikkeling heeft de gemeente Rotterdam het lectoraat Publiek Vertrouwen in Veiligheid gevraagd onderzoek te doen naar de rollen die meiden tussen de 10-23 jaar spelen binnen het fenomeen exposen in Delfshaven. Uit het onderzoek blijkt dat meiden naast slachtoffer, ook omstander en dader zijn. Meiden exposen zelf, om zo andere meiden naar beneden te halen en in een positief daglicht (bij jongens) te komen. Verder valt op dat áls meiden reageren op exposen, zij dat alleen doen richting het slachtoffer, en niet richting de dader. De schuld van het exposen wordt veelal bij het slachtoffer neergelegd. Exposen heeft verregaande consequenties voor slachtoffers. Ze krijgen te maken met seksuele intimidatie, geweld door familieleden, trekken zich terug uit het sociale verkeer uit schaamte en kunnen een negatief zelfbeeld ontwikkelen. Geconcludeerd wordt dat exposen in Delfshaven plaatsvindt binnen een complex systeem van elkaar versterkende en deels overlappende contexten; straat-, wijk- en schaamtecultuur. Daar waar sprake is van een overlap is de kans op verregaande vormen van exposen met verregaande consequenties (en dus verstrekkende schade voor meiden en hun familie) het grootst. Geadviseerd wordt een aanpak in de eerste plaats te richten op meiden die zich in deze overlap bevinden, waarbij aandacht wordt besteed aan het objectieve én het subjectieve veiligheidsprobleem dat rond exposen in Delfshaven is ontstaan.
DOCUMENT
Inleiding:De leefwereld van jongeren speelde zich al voor een groot deel online af, maar sinds de coronavirus uitbraak lijkt dit alleen maar te zijn toegenomen. Hierdoor lopen met name jongeren in kwetsbare situaties risico’s op het ontwikkelen van online risicogedrag of verslavingen en het verliezen van de aansluiting met de samenleving. Jongerenwerkers zijn sociaal werk professionals die jongeren in kwetsbare situaties (10-23 jaar) begeleiden bij het volwassen worden in de samenleving zowel offline als online. Vanuit de leefwereld van jongeren dragen zij bij aan het versterken van de persoonlijke ontwikkeling en participatie, en het verminderen van risicogedrag, problemen en uitval van jongeren2. Sinds de coronavirus uitbraak is jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren in een stroomversnelling gekomen omdat een nog groter deel van de leefwereld van jongeren zich online afspeelde.Er is echter nog weinig bekend over de ontwikkelingsbehoeften van jongeren in hun online leefwereld en hoe jongerenwerkers door in te spelen op deze ontwikkelingsbehoeftes bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van jongeren.Samen met Lectoraat Youth Spot – Jongeren- werk (HvA) hebben 28 jongerenwerkers van 14 jongerenwerkaanbieders van mei tot november 2020 behoeften verzameld van 175 jongeren3 en 140 betrokken stakeholders4 van het jongerenwerk.Jongerenwerkers vroegen jongeren screenshots te maken van momenten waarin jongeren behoefte hadden aan jongerenwerk in hun online leefwereld en gingen met jongeren over deze behoeften in gesprek. Jongerenwerkers vroegen de stakeholders van het jongerenwerk wat hun behoeften waren aan jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren.De bevindingen zijn gevalideerd door 55 jongerenwerkers in een Delphi-studie en 12 inhoudelijk deskundigen in een focusgroep.Hieronder beschrijven we achtereenvolgens de ontwikkelingsbehoeften van jongeren en drie methodieken van jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren.
DOCUMENT
Wat levert sociaal werk op? Om daarachter te komen is evaluatieonderzoek noodzakelijk. Weten wat werkt biedt inzicht in uiteenlopende vormen van evaluatie die passen bij de sociale sector. Slimme vormen van onderzoek die te vaak onbenut blijven. De auteurs maken gebruik van waargebeurde voorbeelden uit de dagelijkse praktijk van maatschappelijke ondersteuning in zorg en welzijn. Uit de voorbeelden blijkt dat samenwerking tussen onderzoekers en professionals bijdraagt aan praktisch bruikbare kennis over de doelen, de werkzame mechanismen en de effecten van de interventie. In de conclusie plaatsen de redacteuren de diverse bijdragen in een breder perspectief. Wat is de waarde van evaluatieonderzoek? Hoe kan kennis over wat werkt in het dagelijks handelen van professionals worden geïntegreerd? En hoe verhouden de opbrengsten van onderzoek zich tot politieke en morele keuzes? Deze publicatie biedt inspiratie en handvatten voor professionals, onderzoekers, beleidsmakers, docenten en (master) studenten social work die samen willen werken aan het antwoord op de vraag wat werkt in de sociale sector. Met bijdragen van onder meer Trudie Knijn, Radboud Engbersen, Erik Snel, Harry Michon en Anne Goossensen
LINK
Het middelbaar beroepsonderwijs is een belangrijke emancipatiemotor voor jongeren met een migratie achtergrond. Tegelijkertijd zijn er zorgen over de toenemende gevoelens van vervreemding van deze jongeren ten aanzien van de Nederlandse samenleving. En over docenten die worstelen met handelingsverlegenheid wanneer ze hiermee worden geconfronteerd. Dit boek biedt een onthullende inkijk in de complexe dagelijkse leefwereld van een Randstedelijke mbo school voor Helpende Zorg en Welzijn. Op grond van concrete casussen wordt duidelijk dat er soms wel iets te verbeteren valt aan de solidariteit tussen studenten of aan het ‘spelgevoel’ van docenten. Maar een aanzienlijk deel van de problemen op school blijkt te wijten aan de aanhoudende organisatorische onrust ten gevolge van het ‘trilemma’ van kwaliteit, rendement en emancipatie waarvoor veel onderwijsinstellingen in Nederland zich tegenwoordig gesteld zien.
DOCUMENT
Hoofdstuk (65-67) in DIVERS: slotpublicatie van het ZonMw-programma Diversiteit en Jeugdbeleid
DOCUMENT
22 docenten van de opleiding Social Work van Inholland Rotterdam hebben de deur van hun leslokaal opengezet voor een onderzoek naar de manier waarop inhoud en vorm wordt gegeven aan het opleiden tot diversiteitsbewust vakmanschap. Na iedere geobserveerde les hebben zij gereflecteerd op de lesgebeurtenissen en de lesaanpak. Door de lesobservaties en de gesprekken konden we ons een beeld vormen van de huidige lespraktijk ten aanzien van kwesties van diversiteit en sociale ongelijkheid, de achtergronden daarvan, en de mogelijkheden voor verbetering. We zijn de docenten erkentelijk voor hun medewerking en hopen dat dit onderzoeksrapport zal helpen in de verdere ontwikkeling van het diversiteitsbewust vakmanschap van docenten en studenten, de de toekomstige sociaal werkers, te versterken. Met als uiteindelijke resultaat een verbetering van de toegankelijkheid en de afstemming van de voorzieningen voor kinderen en jongeren (en hun ouders) op de diversiteit van de doelgroep.
DOCUMENT