Hoofdstuk in 'Gedragskundige rapportage in het strafrecht', derde herziene druk.
DOCUMENT
Er zijn veel boereninitiatieven om via korte ketens een directe relatie op te bouwen met de markt en consumenten. Door het slim analyseren van de aankopen (producten, hoeveelheden, frequenties) kan een optimaal aanbod samengesteld worden. Korte ketens in de stad worden vaak nog gekoppeld aan het concept van stadslandbouw, urban farming, op een braakliggend terrein. Echter nieuwe high tech teelttechnieken maken het mogelijk, om op het dak, in leegstaande gebouwen, containers en zelfs in het restaurant teelten op te zetten. De nieuwe markt- en logistiek gestuurde korte ketenstructuren zullen de voedselverspilling laag houden.
DOCUMENT
Er zijn allerlei manieren om organisch afval decentraal te verwerken, zoals wormenhotels, voedselfietsen en composteerinstallaties. Bedrijven en gemeenten zijn echter terughoudend om deze te implementeren of op te schalen. Redenen hiervoor zijn dat regelmatig additionele kosten gemaakt moeten worden en dat de effecten onduidelijk zijn. De tool en simulatiemodellen van Re-Store geven opheldering door de maatschappelijke impact inzichtelijk te maken. De tool maakt door middel van een geavanceerd rekenblad de milieukundige, economische en sociale impact van afvalverwekingmethodes meetbaar. Simulatiemodellen bieden vervolgens richtlijnen om de initiatieven te optimaliseren en op te schalen.
YOUTUBE
Samen werken aan de weerbaarheid van jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking (LVB) tegen de aanzuigende werking van criminaliteit. Dat is waar Samen Koersen op Nieuwe Kansen over gaat. Het project betreft gedragstrainers en ervaringsdeskundigen die het LVB-vakmanschap van forensische professionals willen versterken. De implementatie en uitvoering van een nieuwe interventie is onderzocht.
Aanleiding In Nederland blijven jaarlijks ongeveer 620.000 vermogensmisdrijven en 40.000 gewelds- en zedenmisdrijven onopgelost. Dit komt deels doordat forensische professionals niet altijd in staat zijn alle bruikbare informatie van sporen te benutten. Zo gebruikt men vingersporen traditioneel alleen voor identificatiedoeleinden aan de hand van papillairlijnen, terwijl deze sporen ook andere informatie bevatten over hun bron en de activiteiten waardoor ze zijn veroorzaakt. Effectief gebruik van deze informatie vergroot de kans op opsporing en vervolging van daders en verkleint de kans op gerechtelijke dwalingen. Professionals uit de strafrechtsketen hebben daarom behoefte aan kennis over het breder benutten van vingersporen in de opsporingspraktijk. Doelstelling Het project bestaat uit twee onderzoekslijnen, met als doel: 1) Ontwikkeling en verfijning van opsporingsmethoden waarmee men valide, betrouwbare informatie over de bron en activiteiten uit vingersporen kan afleiden. Deze lijn heeft een analytisch chemisch deel (gericht op de samenstelling van vingersporen in relatie tot eigenschappen van de bron) en een chemisch fysisch deel (gericht op de wijze waarop de sporen zijn geplaatst). 2) Ontwikkeling en toetsing van methoden waarmee professionals de opsporingstechnieken optimaal kunnen inzetten en de resultaten ervan optimaal kunnen gebruiken in het proces van opsporing, vervolging en bewijsvoering. Dit gebeurt aan de hand van analyse van dossiers, analyse van lab- en plaats-delictobservaties, interviews met rechercheurs, experimentele toetsing van aanbevelingen via virtuele plaatsen delict (3D-panoscans), vignettestudies waarin rechercheurs zich buigen over beschrijvingen van zaken, literatuuronderzoek, expertmeetings en experimenten met studenten en professionals. Beoogde resultaten Het consortium beoogt hiermee een strategie te ontwikkelen waarmee opsporingsprofessionals vingersporen optimaal kunnen benutten, doordat: 1) de politie aandacht krijgt voor de kansen die deze sporen bieden; 2) forensische instituten methoden ontwikkelen waarmee men deze sporen kan analyseren en helder over de resultaten kan rapporteren; 3) ketenpartners van de tactische recherche, het openbaar ministerie en de zittende magistratuur begrijpen hoe zij rapportages over deze sporen moeten interpreteren en hoe ze de informatie kunnen gebruiken bij het beslissen over vervolgstappen in het onderzoek. Docenten, onderzoekers en studenten van de deelnemende onderwijsinstellingen participeren in het onderzoeksprogramma. De betrokken docenten integreren de verworven kennis in het reguliere onderwijs. In samenwerking met opleidingsinstituten in het forensische veld worden gerichte (nascholings)workshops, seminars en trainingen ontwikkeld voor professionals. Verder vindt er kennisverspreiding plaats via publicaties in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften en vakbladen, en door lezingen tijdens themadagen en congressen.