In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
In een MiS is verantwoordelijkheid nemen door een verdachte een voorwaarde om 1) de mediation te starten en 2) voor een succesvol verloop daarvan. Door het onderzoek dat wij uitvoeren willen we verduidelijken wat het nemen van deze verantwoordelijkheid inhoudt. Tijdens een MiS blijkt het voor de verdachte niet altijd gemakkelijk om de verantwoordelijkheid te nemen, zeker niet als het gaat om een zware verantwoordelijkheid, zoals in strafzaken nogal eens speelt. Zelfbeschermingsmechanismen als ontkenning, bagatellisering, verschuiving van verantwoordelijkheid en dissociatie treden vrijwel automatisch in werking. De mediators hebben tijdens dit proces een ondersteunende rol waar het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid door een verdachte. Dat betekent begrip voor de verdachte, die niet alleen ‘dader’ is maar ook mens. Maar ook moeten mediators soms confronteren als allerlei zelfbeschermingsmechanismen de verdachte in weg zitten om verantwoordelijkheid te nemen. Het onderzoek wil ook bijdragen aan (uitbreiding van) het arsenaal aan effectieve interventies inzake het nemen van verantwoordelijkheid door de verdachte.
Dit handboek is geschreven voor zowel de praktiserende mediator in strafzaken als de mediator die dat nog wil worden. Wij hopen dat dit handboek bijdraagt aan het zich eigen maken en/of verdiepen van de kennis en kunde die de praktijk van de mediator in strafzaken vraagt. Omdat niet alle (beginnende) mediators in strafzaken ook jurist zijn, is geprobeerd om de juridische informatie in dit boek zo te verwoorden dat ook de niet-jurist deze informatie kan begrijpen. De MfN (Mediationfederatie Nederland) vraagt van haar mediators een hbo-denkniveau; dit boek sluit hierbij aan en is geschreven op hbo-denkniveau. Mediation in strafzaken is een beroep in ontwikkeling. Dit handboek is daarom ook een boek in ontwikkeling. Mocht u aanbevelingen hebben voor de verdere ontwikkeling van dit handboek dan nodigen wij u van harte uit om die met ons te delen
Mediators in strafzaken begeleiden de ingewikkelde dynamiek tussen verdachte en slachtoffer. Daarbij is van belang dat de verdachte verantwoordelijkheid neemt voor het gepleegde strafbare feit en de gevolgen daarvan. Dit om herstel voor beide mogelijk te maken.Doel Doel van dit SIA-Raak onderzoek is om te achterhalen hoe een verdachte precies verantwoordelijkheid kan nemen voor het gepleegde strafbare feit en de gevolgen daarvan en hoe de mediator dit kan ondersteunen. Resultaten Een handreiking voor mediationfunctionarissen om de geschiktheid van een zaak te beoordelen Interventietechnieken voor mediators Criteria om verantwoordelijkheid te beschrijven in de slotovereenkomst Looptijd 01 september 2022 - 31 augustus 2024 Onderzoeksvraag en deelvragen Onderzoeksvraag Welke criteria kunnen mediationfunctionarissen en mediators hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Deelvragen 1. Op welke manier wordt ‘verantwoordelijkheid nemen door de verdachte’ ervaren door de verschillende stakeholders (mediationfunctionarissen, mediators, verdachten, slachtoffers, rechters, officieren van justitie, strafrechtadvocaten) in de verschillende fasen van het mediationtraject? 2. Hoe kan ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ gedefinieerd worden? 3. Hoe kunnen mediationfunctionarissen tijdens het voorgesprek (fase 1) en mediators tijdens het intakegesprek (fase 2) beoordelen of een verdachte verantwoordelijkheid wil en kan nemen? 4. Welke interventies door mediators zijn het meest effectief om verdachten ertoe te bewegen verantwoordelijkheid te nemen tijdens het intakegesprek (fase 2) en het gezamenlijk gesprek (fase3)? 5. Op welke wijze kunnen mediators ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ omschrijven in de slotovereenkomst (fase 4) zodat dit duidelijk is voor rechters en officieren van justitie? Aanpak Wij beantwoorden de onderzoeksvragen door middel van literatuuronderzoek, interviews en expertateliers.
Tijdens een mediation in strafzaken gaan verdachte en slachtoffer tijdens het strafproces onder begeleiding van een mediator met elkaar in dialoog over de gebeurtenis en de gevolgen daarvan. De mediationuitkomst is van invloed op de uitspraak van rechter of officier van justitie inzake het verdere verloop van de zaak. Volgens de Europese Unie slachtofferrichtlijn is het belangrijkste criterium voor een dergelijke mediation dat een verdachte verantwoordelijkheid neemt voor het delict omdat anders het gevaar bestaat dat een slachtoffer opnieuw slachtoffer wordt. Mediationfunctionarissen en mediators moeten daarom dit weten te hanteren. Zij geven echter in focusgroepen en verkennende interviews aan niet goed te weten wat een verdachte precies moet erkennen om verantwoordelijkheid te nemen. Zeker omdat een verdachte niet formeel hoeft te bekennen. Ook vragen zij zich af hoe ze kunnen interveniëren wanneer een verdachte geen verantwoordelijkheid neemt en op welke manier zij dit kunnen beschrijven in de slotovereenkomst. De hoofdvraag is daarom: ‘Welke criteria kunnen mediationfunctionarissen en mediators hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Het onderzoeksproject heeft als doel formats te ontwikkelen om verantwoordelijkheid van een verdachte te toetsen, interventies op te stellen, en criteria te ontwikkelen voor het omschrijven hiervan in de slotovereenkomst. Op deze manier wordt bijgedragen aan verbetering van het verloop van de mediation, wat zowel slachtoffers als verdachten ten goede komt. Daarnaast draagt het bij aan de verdere kwaliteitsontwikkeling van het vak mediators in strafzaken en werkt het door in de opleiding tot mediator in strafzaken en het onderwijs van de Hogeschool Utrecht. In het consortium zitten de Vereniging Mediators in Strafzaken (VMSZ), Stichting Kwaliteit Mediators (SKE)/Mediators federatie Nederland (MfN), Landelijk team Mediation in Strafzaken (Landelijk Bureau Vakinhoud Rechtspraak), Hogeschool Utrecht en de Universiteiten Amsterdam (VU) en Maastricht.
Mediators in strafzaken begeleiden de ingewikkelde dynamiek tussen verdachte en slachtoffer. Daarbij is van belang dat de verdachte verantwoordelijkheid neemt voor het gepleegde strafbare feit en de gevolgen daarvan. Dit om herstel voor beide mogelijk te maken.