Ons recente onderzoek laat zien hoe de eeuwenoude wijsheid zoals Feng Shui en moderne wetenschappelijke benaderingen zoals Evidence-Based Design kunnen bijdragen aan het verminderen van stress. De resultaten van deze studie tonen geen voordelen van ziekenhuiskamers die volgens de Gulden Snede zijn ingericht. De resultaten van dit onderzoek zijn onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.
LINK
Een aantal steden blijft groeien met gevolgen als verdichting, een hoger geluidspeil en meer fijnstof. Daarnaast hebben steden door te veel harde oppervlaktes last van hittestress en wateroverlast. Meer groenvoorzieningen, zoals parken, kunnen deze gevolgen verzachten. De omgevingspsychologie geeft inzicht in de relatie tussen groen en welzijn van mensen in de stedelijke omgeving. Ontwerpers van stedelijke omgevingen kunnen kennis uit de omgevingspsychologie benutten voor een betere beleving en stressvermindering van inwoners.
DOCUMENT
Peer-coaching omvat een helpende relatie waarin twee mensen van gelijke status actief deelnemen en daarbij leren van elkaar. Binnen het hoger onderwijs wordt peer-coaching steeds vaker toegepast, waarbij studenten hun peers kunnen helpen en ondersteunen. Begrijpelijk want peer-coaching heeft bewezen positieve effecten voor zowel de coach als coachee. Bij het Studentsucces centrum (SSC), dat sinds 2020 is opgericht om de binding en het welzijn van studenten te versterken, is het bieden van ondersteuning middels peer-coaching een kernactiviteit. Binnen elk SSC zijn een of meerdere getrainde studenten actief als studentbuddy’s. In deze studie is gekeken naar de opbrengsten van de peer-to-peer begeleiding. Daarbij viel direct op dat de coaching die de buddies op dit moment bij het SSC bieden veelal van korte duur en gericht op oppervlakkige en praktische vragen en er derhalve niet echt sprake is van een coachings-traject. Daarbij blijft het aantal coaching-aanvragen laag, terwijl er bewijs is dat studenten wel ondersteuning zouden willen en nodig hebben op studie-gerelateerd en emotioneel gebied. Wat kan er volgens de studenten gedaan worden om de peer-coaching te intensiveren? Door te ontdekken hoe de studentbuddy’s en peers de coaching en alles wat daarbij komt kijken hebben ervaren, zijn waardevolle lessen geleerd worden voor de promotie en ontwikkeling van peer-to-peer begeleiding. Daartoe is er op exploratieve wijze onderzocht wat de behoeften, ervaringen en opbrengsten zijn van zowel de studentbuddy’s als de gecoachte peers. Er is onder andere gekeken naar de bekendheid van het SSC, hoe betrokken de studenten zich voelen bij het SSC, hoe tevreden de studenten zijn met het SSC en wat de peer-coaching doet met de persoonlijke en professionele ontwikkeling en het studiesucces. In totaal zijn tien student-buddy’s en zes peers geïnterviewd. Onder de geïnterviewde buddy’s is er een grote verscheidenheid aan de hoeveelheid gecoachte peers, de duur van de coaching trajecten en de inhoud ervan. De bekendheid van het SSC en met name de peer-coaching mogelijkheden die aangeboden worden, zijn als belangrijkste verbeterpunt in het licht van het relatief lage aantal coaching aanvragen, genoemd. De buddy’s zijn zelf vaak per toeval bekend geworden met het SSC en waren vaak voor hun rol als studentbuddy er nog niet bekend mee. Wel geven de meeste studentbuddy’s aan zich zeer betrokken te voelen bij het team en de peers die ze coachen, zich persoonlijk te hebben ontwikkeld en tevreden te zijn met de werkzaamheden. De buddy’s voelen zich meer zelfverzekerd, zijn sterker geworden in hun sociale vaardigheden en voelen zich meer thuis op de hogeschool. De geïnterviewde peers ontvingen individuele coaching bij plannen, motivatie vinden, studieopdrachten en wegwijs worden op de hogeschool. Alle peers gaven aan dat de peer-coaching belangrijk is en het hen helpt. Dat studentbuddy’s meer tijd hebben, makkelijker benaderbaar zijn en informeler communiceren dan bijvoorbeeld docenten en decanen, werden als voordelen genoemd. Ook de peers gaven aan dat het SSC niet heel bekend is onder de studenten. Ze gaven aan vaak doorverwezen te zijn door een docent of studieloopbaanbegeleider, of per toeval in contact zijn gekomen met een studentbuddy. De peers voelen zich zeer betrokken bij de studentbuddy, maar niet bij het SSC en zijn meestal niet bekend met andere activiteiten die het SSC aanbiedt. Tot slot geven de peers aan dat de peer-coaching heeft geholpen bij hun studievaardigheden, stressvermindering en ook meer thuis voelen op de hogeschool. In de literatuur worden voordelen van peer-coaching op de academische prestaties, het zelfvertrouwen, de motivatie bevorderen, maar ook praktische en emotionele ondersteuning beschreven. Wie zien in deze studie bij onze SSC’s dat, hoe kleinschalig of kortdurend dan ook, de peer-to-peer aanpak inderdaad deze voordelen oplevert. Gezien de aard van sommige hulpvragen, is langdurige coaching niet altijd noodzakelijk. Tevens laat deze studie zien dat het ook voordelen voor de studentbuddy’s zelf, zoals meer betrokken worden op de hogeschool en verbeterde vaardigheden, oplevert. Ondanks de behoefte aan peer-coaching en promotieactiviteiten van het SSC, weten studenten de weg naar het SSC nog niet goed te vinden. Er lijken grote verschillen te zijn in de vorm en inhoud van de peer-coaching tussen studentbuddy’s. Een duidelijkere afbakening en routekaart van hulpbronnen binnen de hogeschool, zou het SSC meer draagvlak en bekendheid binnen de organisatie kunnen opleveren. De geïnterviewde studenten gaven daarnaast als tips om vaker langs de klassen te gaan, gadgets in te zetten, de vindbaarheid online te vergroten en in de fysieke locaties te verduidelijken bij wie de student terecht kan.
DOCUMENT
Dat de natuur andere gezondheidsvoordelen biedt dan een sportschool zal waarschijnlijk niemand verbazen, maar dat sporters hun activiteit in de buitenlucht ook daadwerkelijk als gezonder ervaren kan hier nieuw perspectief bieden. In ons onderzoek zeiden sporters zich bewust rustiger te voelen, minder last te hebben van stress, zich fysiek gezonder te voelen en een betere gemoedstoestand te ervaren. Deze ervaringen zijn niet slechts een prettige bijkomstigheid van een vervelende situatie, ruim de helft van alle sporters zegt ook in de toekomst vaker buiten te gaan sporten, en dat toont aan dat de natuur haar functie als openbare sportschool niet zo snel zal verliezen.
DOCUMENT
Onderzoek wijst uit dat een groene omgeving een positieve invloed heeft op de gezondheid en het mentale welzijn van de mens. Het stimuleert mensen om meer te bewegen, wat in de maatschappij van tegenwoordig van groot belang is. Het stimuleren van menselijke activiteit kan gecombineerd worden met een ander probleem: de afname van biodiversiteit in Nederland. Almere is een snelgroeiende stad, waarbij de biodiversiteit en de natuurbeleving van mensen niet vergeten mag worden. Door Almere van meer groen te voorzien kan er rekening gehouden worden met een aantrekkelijke en biodiverse omgeving, zodat mens en natuur hiervan profiteren. In dit onderzoek gaat het om het verhogen van de biodiversiteit en de natuurbeleving langs de fietsroute Rondje Weerwater.
DOCUMENT
DOCUMENT
BackgroundThe challenging combination of breastfeeding and work is one of the main reasons for early breastfeeding cessation. Although the availability of a lactation room (defined as a private space designated for milk expression or breastfeeding) is important in enabling the combination of breastfeeding and work, little is known about the effects of lactation room quality on mothers’ feelings and thoughts related to breastfeeding and work. We hypothesized that a high-quality lactation room (designed using the Theory of Supportive Design) would cause mothers to experience less stress, have more positive thoughts about milk expression at work, perceive more organizational support, and report more subjective well-being, than a low-quality lactation room.MethodsIn an online randomized controlled trial (Study 1), Dutch mothers (N = 267) were shown either a high-quality or a low-quality lactation room (using pictures and descriptions for the manipulation) and were then asked about their feelings and thoughts. In a subsequent field experiment (Study 2) we modified the lactations rooms in a large organization in Groningen, the Netherlands, to manipulate lactation room quality, and asked mothers (N = 61) who used either a high-quality or low-quality lactation room to fill out surveys to assess the dependent variables.ResultsThe online study showed that mothers exposed to the high-quality lactation room anticipated less stress, more positive cognitions about milk expression at work, more perceived organizational support, and more subjective well-being than mothers exposed to the low-quality lactation room (p < 0.05). Moreover, the effect of lactation room quality on perceived organizational support was especially pronounced for mothers who were higher in environmental sensitivity. The field experiment showed that use of the high-quality room led to less reported stress than use of the low-quality room (p < 0.05). We also found that mothers who were higher in environmental sensitivity perceived more control over milk expression at work and experienced more subjective well-being in the high-quality condition than in the low-quality condition (p < 0.05).ConclusionThe current studies show that not only the availability, but also the quality of lactation rooms is important in facilitating the combination of breastfeeding and work.
DOCUMENT
Eindrapportage Doel van het project is om kennis te genereren om zorg en ondersteuning rond mensen met NAH te verbeteren. Het gaat hier in het bijzonder om de ondersteuning van familieleden als mantelzorgers en andere informele inzet, zoals van vrienden en buurtgenoten
DOCUMENT
Deze verkennende studie is geïnitieerd door het Lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling van de Hogeschool Utrecht, vanuit de onderzoekslijn ‘Maatschappelijke Impact van Sport en Bewegen’ (MISB). De studie sluit aan bij de twee reeds genoemde MISB onderzoeken, te weten het (promotie)project ‘U on Board’ en de vier jaar durende studie CISE (Calibrating Inclusive Sporting Encounters, 2019) die uitgevoerd wordt met een groot onderzoeksconsortium in de steden Eindhoven en Utrecht.
DOCUMENT