Peer-coaching omvat een helpende relatie waarin twee mensen van gelijke status actief deelnemen en daarbij leren van elkaar. Binnen het hoger onderwijs wordt peer-coaching steeds vaker toegepast, waarbij studenten hun peers kunnen helpen en ondersteunen. Begrijpelijk want peer-coaching heeft bewezen positieve effecten voor zowel de coach als coachee. Bij het Studentsucces centrum (SSC), dat sinds 2020 is opgericht om de binding en het welzijn van studenten te versterken, is het bieden van ondersteuning middels peer-coaching een kernactiviteit. Binnen elk SSC zijn een of meerdere getrainde studenten actief als studentbuddy’s. In deze studie is gekeken naar de opbrengsten van de peer-to-peer begeleiding. Daarbij viel direct op dat de coaching die de buddies op dit moment bij het SSC bieden veelal van korte duur en gericht op oppervlakkige en praktische vragen en er derhalve niet echt sprake is van een coachings-traject. Daarbij blijft het aantal coaching-aanvragen laag, terwijl er bewijs is dat studenten wel ondersteuning zouden willen en nodig hebben op studie-gerelateerd en emotioneel gebied. Wat kan er volgens de studenten gedaan worden om de peer-coaching te intensiveren? Door te ontdekken hoe de studentbuddy’s en peers de coaching en alles wat daarbij komt kijken hebben ervaren, zijn waardevolle lessen geleerd worden voor de promotie en ontwikkeling van peer-to-peer begeleiding. Daartoe is er op exploratieve wijze onderzocht wat de behoeften, ervaringen en opbrengsten zijn van zowel de studentbuddy’s als de gecoachte peers. Er is onder andere gekeken naar de bekendheid van het SSC, hoe betrokken de studenten zich voelen bij het SSC, hoe tevreden de studenten zijn met het SSC en wat de peer-coaching doet met de persoonlijke en professionele ontwikkeling en het studiesucces. In totaal zijn tien student-buddy’s en zes peers geïnterviewd. Onder de geïnterviewde buddy’s is er een grote verscheidenheid aan de hoeveelheid gecoachte peers, de duur van de coaching trajecten en de inhoud ervan. De bekendheid van het SSC en met name de peer-coaching mogelijkheden die aangeboden worden, zijn als belangrijkste verbeterpunt in het licht van het relatief lage aantal coaching aanvragen, genoemd. De buddy’s zijn zelf vaak per toeval bekend geworden met het SSC en waren vaak voor hun rol als studentbuddy er nog niet bekend mee. Wel geven de meeste studentbuddy’s aan zich zeer betrokken te voelen bij het team en de peers die ze coachen, zich persoonlijk te hebben ontwikkeld en tevreden te zijn met de werkzaamheden. De buddy’s voelen zich meer zelfverzekerd, zijn sterker geworden in hun sociale vaardigheden en voelen zich meer thuis op de hogeschool. De geïnterviewde peers ontvingen individuele coaching bij plannen, motivatie vinden, studieopdrachten en wegwijs worden op de hogeschool. Alle peers gaven aan dat de peer-coaching belangrijk is en het hen helpt. Dat studentbuddy’s meer tijd hebben, makkelijker benaderbaar zijn en informeler communiceren dan bijvoorbeeld docenten en decanen, werden als voordelen genoemd. Ook de peers gaven aan dat het SSC niet heel bekend is onder de studenten. Ze gaven aan vaak doorverwezen te zijn door een docent of studieloopbaanbegeleider, of per toeval in contact zijn gekomen met een studentbuddy. De peers voelen zich zeer betrokken bij de studentbuddy, maar niet bij het SSC en zijn meestal niet bekend met andere activiteiten die het SSC aanbiedt. Tot slot geven de peers aan dat de peer-coaching heeft geholpen bij hun studievaardigheden, stressvermindering en ook meer thuis voelen op de hogeschool. In de literatuur worden voordelen van peer-coaching op de academische prestaties, het zelfvertrouwen, de motivatie bevorderen, maar ook praktische en emotionele ondersteuning beschreven. Wie zien in deze studie bij onze SSC’s dat, hoe kleinschalig of kortdurend dan ook, de peer-to-peer aanpak inderdaad deze voordelen oplevert. Gezien de aard van sommige hulpvragen, is langdurige coaching niet altijd noodzakelijk. Tevens laat deze studie zien dat het ook voordelen voor de studentbuddy’s zelf, zoals meer betrokken worden op de hogeschool en verbeterde vaardigheden, oplevert. Ondanks de behoefte aan peer-coaching en promotieactiviteiten van het SSC, weten studenten de weg naar het SSC nog niet goed te vinden. Er lijken grote verschillen te zijn in de vorm en inhoud van de peer-coaching tussen studentbuddy’s. Een duidelijkere afbakening en routekaart van hulpbronnen binnen de hogeschool, zou het SSC meer draagvlak en bekendheid binnen de organisatie kunnen opleveren. De geïnterviewde studenten gaven daarnaast als tips om vaker langs de klassen te gaan, gadgets in te zetten, de vindbaarheid online te vergroten en in de fysieke locaties te verduidelijken bij wie de student terecht kan.
DOCUMENT
Een aantal steden blijft groeien met gevolgen als verdichting, een hoger geluidspeil en meer fijnstof. Daarnaast hebben steden door te veel harde oppervlaktes last van hittestress en wateroverlast. Meer groenvoorzieningen, zoals parken, kunnen deze gevolgen verzachten. De omgevingspsychologie geeft inzicht in de relatie tussen groen en welzijn van mensen in de stedelijke omgeving. Ontwerpers van stedelijke omgevingen kunnen kennis uit de omgevingspsychologie benutten voor een betere beleving en stressvermindering van inwoners.
DOCUMENT
Ons recente onderzoek laat zien hoe de eeuwenoude wijsheid zoals Feng Shui en moderne wetenschappelijke benaderingen zoals Evidence-Based Design kunnen bijdragen aan het verminderen van stress. De resultaten van deze studie tonen geen voordelen van ziekenhuiskamers die volgens de Gulden Snede zijn ingericht. De resultaten van dit onderzoek zijn onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.
LINK
Lectoraat Innovaties in de Preventieve Zorg en lectoraat Schulden en Incasso werken samen met paramedische praktijken en het sociaal domein aan interventies waarmee paramedici hun patiënten met geldzorgen beter kunnen ondersteunen en kunnen toeleiden naar het sociaal domein.
Paramedici willen in eenvoudige stappen beter passende en toegankelijke zorg bieden aan patiënten met geldzorgen. Passende zorg gaat niet alleen over de (para)medische kant, het is ook zorg die zoveel mogelijk rekening houdt met een klein budget én financiële stress. Paramedici hebben veel vragen over hoe zij patiënten met geldzorgen het beste kunnen helpen, en werken nu nog vaak solitair, incidenteel en per casus aan oplossingen. Dit project draagt bij aan een duurzame, solide en breed gedeelde oplossing. In dit project onderzoeken we knelpunten en oplossingen in de zorg voor patiënten met geldzorgen en de aansluiting bij het sociaal domein. We ontwikkelen een interventie gericht op het vergroten van de toegankelijkheid van zorg (verminderen zorgmijding en betaalproblemen), opbrengst van zorg (stressvermindering, effectievere zorg, verbeterd welzijn) en interprofessionele samenwerking (hulp bij geldzorgen). We beantwoorden de volgende vraag: Hoe kunnen paramedische professionals worden ondersteund om de belemmeringen die patiënten met geldzorgen ervaren in de paramedische praktijk te verminderen en hoe kan daartoe (laagdrempelig) worden samengewerkt met het sociaal domein? We ondernemen daarvoor de volgende activiteiten: 1. Oplossingsrichtingen verkennen. 2. Handelingsperspectief van paramedische professionals vergroten. 3. Totstandbrengen van samenwerking tussen paramedische praktijken en het sociaal domein. 4. Testen en doorontwikkelen breed inzetbare interventie. 5. Doorwerking door verbreden en verduurzamen van het consortium met onder meer landelijke beroepsverenigingen, paramedische netwerken en gemeenten. Zo bereiken we in 2026 het volgende doel: Paramedici kunnen stress-sensitieve en toegankelijke zorg verlenen aan patiënten met geldzorgen en kunnen samenwerken met het sociaal domein voor de hulp bij geldzorgen. Dit project bouwt voort op een KIEM-project waarin we hebben samengewerkt met paramedische praktijken. We verbreden het consortium met het sociaal domein en eerstelijnszorgadviseurs die ondersteunen bij netwerkvorming en domeinoverstijgende samenwerking. Daarmee levert de praktijk een tastbare bijdrage aan een interventie die landelijk kan worden gedeeld en ingebracht in het onderwijs.