De opbrengst van het zonnepark van Ameland heeft nauwelijks te leiden onder de ganzen die periodiek op Ameland neerstrijken. De vervuiling die zij veroorzaken is ieder jaar met name in april duidelijk zichtbaar maar zorgt amper voor een vermindering van de stroomproductie van het zonnepark. Dat hebben studenten en onderzoekers van de Hanzehogeschool Groningen vastgesteld. Mogelijke redenen hiervoor zijn het wegspoelen van de vervuiling door regen of de beperkte oppervlakte die de vervuiling inneemt.
DOCUMENT
Verticale zonnepanelen verdienen andere subsidievoorwaarden binnen de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) omdat de stroomproductie gelijkmatiger over het jaar verdeeld is. Dit ontlast het elektriciteitsnet.
LINK
Podcastserie ENTRANCE onder de loep (in het kort):Marten van der Laan is sinds 2020 lector Systeemintegratie in de energietransitie; één van de leeropdrachten binnen het lectoraat Energietransitie. Binnen verschillende projecten wordt onderzoek gedaan naar de optimale inrichting van een duurzaam energiesysteem bestaande uit verschillende energiebronnen en -dragers (gassen, elektriciteit, warmte). Naast technische aspecten worden bij systeemintegratie ook economische, organisatorische, juridische, ruimtelijke en sociale aspecten meegenomen in de afweging.
LINK
Martien Visser roept beleidsmakers op de prijs van onze kwetsbaarheid onder ogen te zien, te accepteren dat bij energie het optimum van de markt niet samenvalt met het optimum voor de maatschappij. “Verder moeten er ruim voldoende maatregelen worden genomen, waardoor Nederland en Europa een energiemarkt krijgen die tegen een stootje kan.”
LINK
Artikel in Agro & Chemie over de productie van exogene ketonen in het projecten Circulaire Biopolymeren Waardeketens voor PHA en Cellulose.
DOCUMENT
In cultuuronderwijs op de basisschool zijn drie fasen van belang: receptie, productie en reflectie. In de receptiefase kan bestaande kunst worden besproken en door leerkracht en kinderen van betekenissen worden voorzien. Die betekenissen kunnen in de productiefase worden verbeeld en in de reflectiefase weer besproken. Maar in de praktijk gebeurt dat niet vaak en er is ook nog niet veel bekend over de invloed van betekenisgeving in de receptiefase op de producties van de kinderen. Volgens de theorie van creativiteit van Vygotsky geeft het kind een eigen betekenis aan de culturele omgeving in een proces van interiorisatie. Vervolgens gaat in het proces van exteriorisatie creativiteit een rol spelen wanneer het kind zelf producties gaat maken. Het doel van dit onderzoek was te achterhalen welke typen vragen van de leerkracht en welke typen beeldende kunst de betekenisgeving bevorderen. In diverse arrangementen stelde de leerkracht verschillende vragen en kregen de kinderen de ruimte om de gegeven betekenissen te verbeelden. Het bleek dat elk type vraag van de leerkracht richtinggevend was en dat vooral vragen naar beeldaspecten, gecombineerd met filosofische vragen, krachtige instrumenten waren om te komen tot een rijkdom aan betekenissen in de gesprekken en in de producties van de kinderen.
DOCUMENT
Biopolymeren vormen een potentieel interessant alternatief voor conventioneel op olie gebaseerde polymeren, omdat zij geen fossiele grondstoffen gebruiken voor de productie. Daarentegen is het productie procedé afhankelijk van energie en toevoegmiddelen die weer bijdragen aan het verbruik van energie en de emissie van onder andere broeikasgassen en zijn de grondstoffen van belang, zoals het gebruik van reststromen uit de afvalverwerking of andere biomaterialen. Binnen het project Circulaire Biopolymeren Waardeketens zijn meerdere productiemethoden bestudeerd om polyhydroxyalkanoaten (PHAs) te maken uit organische reststromen: GFT en afvalwaterslib, een bijproduct uit de afvalwaterzuivering. Productie en extractie van PHAs kan middels diverse routes. In het project zijn meerdere extractieroutes bestudeerd betreffende hun mogelijkheden. Als onderdeel van het project is een levenscyclusanalyse (LCA) gedaan om de milieu-impact van de productie van de biopolymeren in kaart te brengen.
DOCUMENT
Posterpresentatie op conferentie Introductie: De afgelopen twee decennia is er geen communis opinio over de vraag of er sprake is van regionale factoren bij de constituentvolgorde in de Nederlandse Gebarentaal (NGT) (Coerts, 1994; Crasborn & De Wit, 2005; Vermeerbergen, Nijen Twilhaar & Van Herreweghe, 2013). Dit onderzoek levert een bijdrage aan de discussie over constituent-volgorde in het algemeen, doordat werd onderzocht of constituentvolgorde in NGT verschillend is voor eerste- en tweedetaalverwervers van de NGT. Methode: Er namen tien participanten (studenten NGT aan de Hogeschool Utrecht) deel: vijf dove moedertaalgebruikers en vijf horende studenten (leeftijd 19-30 jaar). Productie werd uitgelokt van drie verschillende typen enkelvoudige zinnen aan de hand van plaatjes (Volterra et al., 1984): 6 zinnen met omkeerbare constituenten, 6 zinnen met niet-omkeerbare constituenten en 6 locatieve zinnen. Alle 180 geproduceerde zinnen werden getranscribeerd en syntactisch (Subject, Object, Verbum) geanalyseerd. Resultaten: De moedertaalgebruikers gaven duidelijk de voorkeur aan de volgorde SVO of SVOV bij omkeerbare zinnen en SOV voor niet-omkeerbare zinnen. Voor de locatieve zinnen werd veel variatie gevonden, met een lichte voorkeur voor OSV. De T2-verwervers vertoonden veel variatie in de productie van omkeerbare zinnen zonder duidelijk patroon. Voor de niet-omkeerbare zinnen werd een lichte voorkeur voor SOV gevonden en wederom variatie. De loca-tieve zinnen werden voornamelijk uitgedrukt in de volgorde OSV. Conclusie: Deze studie toont aan dat de constituentvolgorde van moedertaalgebruikers en T2-verwervers verschillen. Opvallend is dat de T2-verwervers de neiging hebben de regel voor locatieve zinnen ‘Het grootste element voorop in de zin’ te overgeneraliseren naar het type niet-omkeerbare zin.
MULTIFILE
Deze brochure richt zich op praktijkervaringen met het lokaal maken en toepassen ban bokashi. Dit deelonderzoek richt zich op de kwaliteit van bokashi en de wijze waarop deze gewaarborgd kan worden. Hiertoe is een literatuurstudie uitgevoerd, zijn gesprekken met experts gevoerd en zijn interviews gehouden met ondernemers en gemeenten dieervaring hebben met de productie en toepassing van bokashi. Op basis hiervan worden eerst de belangrijkste kwaliteitsaspecten van bokashi beschreven, gevolgd door mogelijke verbeteringen in het productie- en toepassingsproces.
DOCUMENT
In deze publicatie wordt een 'tool' aangeboden om te komen tot het automatiseren van de productie. Deze tool is ontwikkeld in het kader van het project "Procesinnovatie Verspaning voor MKB-bedrijven".
DOCUMENT