Grote infrastructurele projecten vergen jaren en jaren. Konden we maar toveren, meent Martien Visser. We verzinnen iets, zeggen simsalabim, en het is er. Helaas. Toch doen we net alsof.
LINK
Gevolgen netcongestie beperken in 3 stappen:1. Bedrijfsbezoek: In kaart brengen energiegebruik bedrijven2. Bedrijfsanalyse: Analyseren toekomstplannen3. Gebiedsanalyse: Analyseren opties uitbreiding en/of verduurzaming ondanks netcongestie
DOCUMENT
Nederland -en daarmee ook Groningen- is mede door uitvoering van het Klimaatakkoord en de Regionale Energie Strategie haar energieopwekking en -afname aan het verduurzamen en elektrificeren. Doordat gelijktijdigheid in de afname van elektriciteit toeneemt en er meer duurzame elektriciteit wordt toegeleverd neemt het risico op netcongestie toe. Netcongestie belemmert bedrijven in hun groei en verduurzaming, wat het vestigingsklimaat onder druk zet. Het doel van dit onderzoek is om te voorkomen dat netcongestie de ontwikkeling van bedrijventerreinen in de regio schaadt en om bedrijven de mogelijkheid te bieden om te blijven uitbreiden en verduurzamen.Binnen dit project is een methodiek ontwikkeld waarbij aan de ene kant door bedrijfsbezoeken wordt gekeken naar de potentie tot groei van individuele bedrijven. Dit gebeurt door bedrijfsactiviteiten, toekomstplannen en energiebesparingsmogelijkheden te analyseren en deze te koppelen aan energieprofielen van netbeheerders. Daarnaast worden op gebiedsniveau scenario’s uitgewerkt om vanuit een systeemintegratieperspectief te onderzoeken hoe verschillende energie-opwek-, opslag- en vraagsturingstechnologieën gecombineerd kunnen worden om capaciteit vrij te maken op het elektriciteitsnet.Een case-study op een bedrijventerrein in Groningen toont aan dat een geïntegreerde toepassing van windenergie, zonne-energie, batterijopslag en slimme aansturing ruimte kan creëren voor nieuwe bedrijven. De praktische uitvoering van dergelijke oplossingen stuit echter op uitdagingen, zoals de noodzaak van een groepsaansluitingsovereenkomst (TO) en beperkingen in regelgeving omtrent windenergie.Dit onderzoek biedt waardevolle inzichten voor beleidsmakers, netbeheerders en ondernemers over hoe bedrijventerreinen op duurzame wijze kunnen blijven groeien binnen de beperkingen van het huidige elektriciteitsnet.
DOCUMENT
Het nieuwe bedrijventerrein Bombraak in de gemeente Oostzaan heeft sinds kort een wateropvangbekken. Op zich niet zo bijzonder, maar de invulling ervan is dat des te meer. Het bekken fungeert als proefstation voor het zuiveren van regenwater. Speciale stenen moeten ervoor zorgen dat het water gezuiverd naar het oppervlaktewater stroomt.
LINK
De Dinkel is een unieke beek die al door Twente stroomt sinds de laatste ijstijd. In de tussentijd is er ontzettend veel veranderd, grotendeels door de mens. Die sporen zijn nog terug te vinden in de beekoever. Historisch landschapsecoloog Harm Smeenge, werkzaam bij Bosgroepen, promoveerde op het landschap van Noordoost-Twente en ontdekte een belangrijke snelweg recht door het water.
LINK
Bedrijven bevinden zich tegenwoordig vaak in een keten. Een keten kan worden beschouwd als een verzameling organisaties die een virtueel netwerk delen waar informatie, diensten, goederen of geld doorheen stroomt. Hierbij staan ICT-systemen veelal centraal. Deze afhankelijkheid werkt in de hand dat cyber-gerelateerde risico’s een opmars maken binnen ketens. Niet elke ketenorganisatie beschikt echter over de middelen en kennis om zichzelf te beschermen: om tot sterke ketens te komen is informatiedeling tussen ketenorganisaties over actuele dreigingen en incidenten van belang. Een doel van dit verkennend onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), is om inzicht te bieden in de succesfactoren van informatiedeling-initiatieven op het gebied van cyberveiligheid. Met deze kennis kan het NCSC haar accounthouders en adviseurs helpen om de doelgroepen positief te motiveren om actie te nemen ter versterking van ketenweerbaarheid. Tevens wordt met dit onderzoek beoogd om aanknopingspunten voor vervolgonderzoek te identificeren. Het identificeren van succesfactoren vond plaats op basis van een literatuurstudie en gestructureerde interviews met in totaal zes leden uit drie verschillende bestaande informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity: het Managed Service Provider (MSP) Information Sharing and Analysis Centre (ISAC), Energie ISAC en de securitycommissie van de Nederlandse Energie- Data Uitwisseling (NEDU). Alle respondenten zijn informatiebeveiligingsexperts die hun organisatie vertegenwoordigen in de samenwerkingsverbanden. In totaal zijn 20 succesfactoren geïdentificeerd. Deze factoren zijn vervolgens gecategoriseerd tot vier thema’s die bijdragen aan een succesvolle informatiedeling. De thema’s zijn samen te vatten als teamfactoren, individuele factoren, managementfactoren en faciliterende factoren. De vier meest genoemde succesfactoren zijn: ● Expertise: Leden met onderscheidende en gespecialiseerde kennis bevorderen de informatiedeling en zijn ondersteunend aan het individuele leerdoel van de leden. ● Vertrouwen: Vertrouwen is een essentiële voorwaarde voor de bereidheid om samen te werken en informatie te delen. Tijd is hierin een cruciale factor: tijd is nodig voor vertrouwen om te ontstaan. ● Lidmaatschapseisen: Expliciete en impliciete lidmaatschapseisen zorgen voor een selectie op geschikte deelnemers en faciliteren daarmee het onderling vertrouwen. ● Structurele opzet: Een samenwerking dient georganiseerd te zijn volgens een structuur en met een stabiele bezetting van voldoende omvang. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het identificeren van strategieën voor het opstarten van samenwerkingsverbanden en het over de tijd behouden van enthousiasme onder de leden in de informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity. Ook onderzoek naar de eigenschappen of kwaliteiten van de voorzitter en hoe deze bijdragen aan het succesvol initiëren en onderhouden van een samenwerkingsverband zijn genoemd. Ook is nog onvoldoende duidelijk hoe gedeelde of juist onderscheidende expertise van de leden bijdraagt aan succes van de informatiedeling-initiatieven. Verder is er behoefte aan kennis over hoe de samenwerking tussen ketenpartners op het gebied van cyberveiligheid buiten bestaande samenwerkingsverbanden is ingericht. Denk hierbij aan een uitbreiding van de huidige studie, maar met een focus op kleinere bedrijven die deel uitmaken van ketens, maar waarbij IT niet de corebusiness is, aangezien die volgens respondenten als risicovol worden gezien voor de keten.
DOCUMENT
Waterpleinen worden op nationale en internationale schaal toegepast om wateroverlast te beperken door regenwater tijdelijk te bergen en langzaam af te voeren. Er zijn slechts enkele waterpleinen in binnen- en buitenland, waardoor de kennis van het (langetermijn-)functioneren nog beperkt is. Dit was reden voorgemeente ’s-Hertogenbosch om in samenwerking met o.a. Tauw en de hogescholen van Rotterdam en Groningen onderzoek te doen naar het hydraulisch functioneren van het Eikendonkplein in ’s-Hertogenbosch als waterplein.
DOCUMENT
In Egmond aan Zee hebben intensieve buien diverse malen geleid tot ernstige wateroverlast in het centrum en schade aan woningen en bedrijfspanden. Na de overlast in augustus 2006 heeft de gemeente Bergen in samenwerking met ingenieursbureau Tauw een maatregelenprogramma opgesteld om wateroverlast voortaan te voorkomen. Anno 2013 heeft de gemeente veel van de maatregelen geïmplementeerd en evalueert zij het functioneren van de voorzieningen door monitoring. Bij enkele recente intensieve buien is geen overlast meer geconstateerd. De gemeente moet nog een klein deel van de geplande berging in het uitvoeringsprogramma realiseren. Hoe en waar dat het best kan, bepaalt zij op basis van de geanalyseerde meetdata. De gemeente zal de hemelwatervoorzieningen in Egmond aan Zee blijven monitoren en beheren, zodat deze goed blijven functioneren.
DOCUMENT
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector aan Hogeschool van Hall Larenstein, 16 juni 2023. Rivieren en beken zijn een gemeenschappelijk, gedeeld goed (in het Engels: common property). De grote rivieren stonden via transport van sediment aan de oorsprong van ons Deltaland en zijn een manifestatie van een belangrijk gedeeld proces: de waterkringloop (Fig. 1). De biogeochemische processen binnen diehydrologische kringloop zorgen voor ons belangrijkste gemeenschappelijk goed: zoet water. Oppervlaktewater – zoals zeewater – verdampt, en wordt door de wind in de vorm van wolken landinwaarts gebracht. Daar valthet als neerslag en zakt in de aarde, wordt gebruikt door planten, verdampt of stroomt vanuit een groter of kleiner stroomgebied via beken en rivieren terug naar zee. Het is daarbij van levensbelang voor ons allen: mensen, dieren en planten. Wij gebruiken rivieren en beken voor ons drinkwater, omvoedsel te verzamelen, als transportader, als riool, als natuurlijke hulpbron inagrarische en industriële productie, voor energieproductie (zowel waterkracht als koeling), als aantrekkelijke woonplaats en voor recreatie. Maar ook wilde dieren en planten gebruiken het als drinkwater,transportader, om voedsel te verzamelen en als leefomgeving. Daarnaast genieten we van de schoonheid van rivieren en beken en biedt het onsinspiratie. Een goed beheer van (het stroomgebied van) beken en rivieren is daarom een gemeenschappelijk belang, waarbij het cruciaal is om de draagkracht van onze watersystemen te kennen en ze niet te overschrijden. Soms moeten we daarvoor terug of verder kijken: naar hoe het vroegerwas, hoe onze buren het doen, of hoe het zou kunnen. In deze rede wordt geschetst hoe er met natuur-gebaseerd rivierbeheer op zoek wordt gegaan naar grote gemene delers: maatregelen waar velen baat bij hebben en waar de belangen ook samenvallen, terwijl we binnen de systeemgrenzen blijven en de draagkracht niet wordt overschreden.
DOCUMENT
Het Waddenfondsproject Súd Ie beoogt economie, recreatie en ecologie te combineren en te verbinden. Het project kent drie fasen, in fase 1 en 2 van het uitvoeringsprogramma van het project Súd Ie zijn o.a. vispassages, natuurvriendelijke oevers en paai- en opgroeigebieden aangelegd. Daarnaast worden langs de Súd Ie gelegen (brakke) polders en natuurgebieden hersteld en toegankelijk gemaakt voor diadrome vissoorten, veelal driedoornige stekelbaars en paling. Deze maatregelen zorgen ervoor dat de deur vanaf het Lauwersmeer open staat en het huis (lees habitat) voor de vis op orde is. Daardoor is een duurzame ecologische verbinding met de Waddenzee in dit gebied hersteld. Door middel van innovatieve monitoring wordt onderzoek gedaan naar het effect van de vismigratiemaatregelen die in fase 1 en 2 van het Súd Ie project zijn genomen. Deze rapportage bevat de resultaten van de monitoring in het najaar van 2020. Dit onderzoek is uitgevoerd om een beeld te krijgen over de aanwezigheid van vis in het najaar bij Ezumazijl en de vispassages bij de Kolken. De doelsoorten zijn driedoornige stekelbaars en paling.
DOCUMENT