We moeten goed beseffen dat het voor individuele spelers, van overheid tot buitenlandse private partijen, om vele redenen aantrekkelijk is besluiten uit te stellen, ook bij positieve business cases. “Dat afgesproken doelen daardoor in gevaar komen is duidelijk. Dat kunnen we accepteren of niet. In het eerste geval is het goed daar duidelijk over te zijn. Dus niet zowel de plaatsing van windturbines afwijzen en tegelijk beweren 100% duurzaam te willen zijn, wat ik recent op de radio hoorde. Want dat doet de geloofwaardigheid van de transitie veel kwaad.”
LINK
Dankzij de enorme groei van zon en wind is steeds minder gas en kolen nodig voor de Nederlandse elektriciteitsproductie. De groei brengt ook uitdagingen. “Zo blijkt het stroomnet een beperkende factor bij de verdere uitbouw van zon en wind. Dat geldt nog meer voor de elektriciteitsvraag. Op steeds meer uren en dagen produceren windturbines en zonnepanelen meer elektriciteit dan we nodig hebben. Als gevolg daarvan is die elektriciteit op de markt niets waard en ontstaan zelfs negatieve prijzen. Beheerders van zon- en windparken schakelen dan af.”
LINK
Martien Visser roept beleidsmakers op de prijs van onze kwetsbaarheid onder ogen te zien, te accepteren dat bij energie het optimum van de markt niet samenvalt met het optimum voor de maatschappij. “Verder moeten er ruim voldoende maatregelen worden genomen, waardoor Nederland en Europa een energiemarkt krijgen die tegen een stootje kan.”
LINK
Vrijwel elk evenement heeft een backstage area waar tijdelijke stroomvoorziening op diesel worden geplaatst. Bij deze test wordt de waterstof Volta op een dergelijke backstage area geplaatst in plaats van of naast een andere tijdelijke stroomvoorziening. Tijdens de test willen de HAN en Volta in aanvulling op het RAAK-mkb project H2-Modus data verzamelen over de werking van het waterstofsysteem en de processen rondom veiligheid en vergunningen. In tegenstelling tot een eenvoudig te plaatsen dieselgenerator dient bij het plaatsen van een waterstof systeem rekening gehouden te worden met een veiligheidszone rondom het systeem. Waterstof is namelijk een zeer licht ontvlambaar en explosief gas. Een van de testdoelen is dan ook bewustwording creëren van deze extra voorzorgmaatregelen. Dit bewustwordingstraject begint al bij de aanvraag van een waterstofsysteem en loopt tot na de afbouw van het evenement. We sluiten hierbij zo veel mogelijk apparaten aan die in andere gevallen door dieselgeneratoren van stroom worden voorzien. Het is een grote uitdaging voor bedrijven om de businesscase van toepassingen op waterstof positief te maken. Het H2-Modus project ontwikkeld daarom modellen en tools die de zogenaamde Total Cost of Ownership minimaliseert en drempels in de ontwikkeling en toepassing in de praktijk minimaliseert en verwerkt dit in een waterstof handbook speciaal voor deze bedrijven. Met de data uit deze test deze modellen en tools extra gevalideerd en verbeterd worden.
In Nederland heeft slechts 1% van de blinden een blindengeleidehond, terwijl een geleidehond het ideale hulpmiddel voor de doelgroep is. Een hond neemt de zichtfunctie over en neemt autonome navigatiebeslissingen wat een aanzienlijke fysieke energiebesparing oplevert voor de gebruiker. Helaas is een blindengeleidehond niet geschikt voor iedereen met een visuele beperking. Blindsight Mobility ontwikkelt een elektronisch sensor-gestuurd alternatief van een blindengeleidehond dat voor een bredere doelgroep toegankelijk is. Met moderne technieken brengt het zijn omgeving in kaart en begeleidt zijn gebruiker aan de hand, net als een geleidehond. Daarbovenop worden functionaliteiten toegevoegd die alleen mogelijk zijn met een elektronisch hulpmiddel.
Middels een tweejarig praktijkonderzoek met proactieve en open samenwerking tussen meerdere ketenpartners en een kennisinstelling, de kansen en risico’s vastleggen van net-autonome waterstof aangedreven stroomvoorzieningen. Verschillende GWW-projecten worden gerealiseerd waarbij batterij-elektrische graafmachines, waterstof brandstofcelgeneratoren en gasvormige waterstof opslagtechnieken worden ingezet. Zowel kwantitatieve data (inzichten en vergunningsprocessen) wordt verzameld en opgenomen in een database.