In de landelijk projecten Boegbeeldproject hbo Verpleegkunde (fase 1) en haar opvolger SAMEN hbo Verpleegkunde (fase 2) hebben 15 hbo-instellingen met een Bachelor Verpleegkunde programma samengewerkt om in een vakcommunity digitale leermaterialen te maken en open te delen. Beide projecten beslaan de periode januari 2017 – oktober 2020. Na afloop van deze projecten is een onderzoek uitgevoerd om antwoorden te krijgen op de volgende vragen: 1. Hoe zijn de projecten in fase 1 en 2 georganiseerd en welke activiteiten zijn er uitgevoerd? 2. Welke activiteiten hebben een positieve bijdrage geleverd aan het projectresultaat, welke niet en waarom? 3. Hoe is het proces van adoptie van delen en hergebruiken van open leermaterialen door docenten verlopen? 4. Welke lessen kunnen worden geleerd uit dit project? 5. Welke adviezen kunnen worden gegeven aan Samen Delen Verpleegkunde en aan andere partijen die een soortgelijk project willen starten?
DOCUMENT
Door de extramuralisering van de gezondheidszorg wordt steeds meer verpleegkundige zorg verleend buiten de instellingen. Ondanks deze ontwikkeling heeft ongeveer tachtig procent van de studenten hbo-verpleegkunde een voorkeur voor het ziekenhuis, wat bijdraagt aan de tekorten op de arbeidsmarkt in de wijk. Uit een door de auteurs uitgevoerd groot surveyonderzoek naar beelden over wijkverpleegkunde en werkveldvoorkeuren van eerstejaars-hbo-v-studenten, eerder gepubliceerd in OenG 3-2018, bleek dat studenten de uitdagingen die verpleegkunde in de wijk biedt onderschatten. Met deze informatie ontwikkelde de opleiding verpleegkunde van de Hogeschool van Amsterdam een integrale aanpak om misconcepties over wijkverpleegkunde tegen te gaan, in de hoop de beeldvorming positiever te maken. Dit artikel beschrijft de vormgeving van het curriculum-herontwerp en het effect dat dit heeft op de beeldvorming en stagevoorkeuren van de studenten die in 2018 op dit onderwijs afstudeerden.
MULTIFILE
Agency (stuurkracht) betreft de mogelijkheid om doelbewust en reflectief eigen gedrag, gedachten en de omgeving te beïnvloeden (Bandura, 2018). Het is een sleutelcapaciteit voor een leven lang leren (Biesta & Tedder, 2007). In het hoger onderwijs kunnen we studenten hierop voorbereiden door hen te laten oefenen met het reguleren en sturen van hun leren (OECD, 2018). Onderwijsinnovaties spelen hierop in met open en flexibele leeromgevingen, maar niet alle studenten kunnen omgaan met autonomie en hun leren sturen (De Bruin & Verkoeijen, 2022; Van Casteren et al., 2021). Doel van dit onderzoek is om zicht te krijgen op factoren die student agency beïnvloeden om interventies te ontwikkelen die student agency in de leeromgeving stimuleren.
DOCUMENT
De theorie-praktijk kloof is al menige jaren onderwerp van discussie zowel in de literatuur als op de werkvloer, in Nederland en in het buitenland. Sinds het beëindigen van de in-service opleiding voor verpleegkundigen in de jaren '90 lijkt de discussie alleen maar toegenomen te zijn. Met het herontwerpen van haar curriculum heeft Fontys Hogeschool Verpleegkunde getracht expliciet aandacht te besteden aan de zogenoemde theorie-praktijk kloof. De noodzaak hiervoor werd bevestigd gedurende studiedagen in 2004 waarbij Fontys Hogeschool Verpleegkunde contact had met partners vanuit de praktijkinstellingen. Naast een grondige herziening van het 'bachelor' curriculum werd besloten om, onder leiding van het lectoraat 'Implementeren en Evalueren van Evidence Based Practice', een (nieuwe) rol te ontwikkelen middels actieonderzoek, die de interactie tussen theorie en praktijk zal moeten gaan bevorderen: de rol van Lecturer-Practitioner (LP). Als leden van de experimentgroep, werkzaam zowel in onderwijs -als praktijk instelling, beschrijven de auteurs van dit artikel de LP rol op basis van buitenlandse literatuur en vanuit eigen ervaringen. Zodoende hopen zij een constructieve discussie te openen over deze (voor Nederland) nieuwe rol.
DOCUMENT
Vierdejaars studenten hbo-v van De Haagse Hogeschool hebben bij het HagaZiekenhuis in Den Haag onderzoek gedaan naar de betekenis van kwaliteit van zorg voor zowel patiënten als verpleegkundigen. In plaats van werken met enquêtes of gestructureerde vragenlijsten gingen de studenten aan de slag met het zogeheten design thinking. Door design thinking als interviewtechniek te trainen bij studenten worden ze vaardig in het gevoelig leren doorvragen naar de diepere beleving en drijfveren omtrent kwaliteit van zorg bij patiënten en verpleegkundigen. Dit artikel beschrijft design thinking als onderzoeksmethode en hoe studenten verpleegkunde hier gebruik van kunnen maken. Daarnaast beschrijven wij de ervaringen van zowel de docenten, de studenten, als van zorgprofessionals in het ziekenhuis.
DOCUMENT
Berno van Meijel schetst in zijn inaugurele twee perspectieven op de werkelijkheid: het objectief-rationalistische perspectief en het subjectief-fenomenologische perspectief. Deze beide perspectieven worden vervolgens vertaald naar het veld van de ggz-verpleegkunde. Er wordt een visie gegeven op de wijze waarop het verplegingswetenschappelijke onderzoek in de ggz zich zou kunnen ontwikkelen vanuit de beide perspectieven en de consequenties die dit heeft voor te gebruiken onderzoeksmethodologieën.
DOCUMENT
Onderzoek naar oefenen met hightech patiëntenpop: gaan studenten zelfverzekerder en beter voorbereid op stage? Vraagbaak Online Onderwijs Stagelopen is voor studenten verpleegkunde vaak spannend en stressvol. Oefenen met een hightech patiëntenpop zorgt voor ruimte om te leren in een realistische omgeving zonder gevaar voor de patiënt. Helpt dit studenten ook om beter voorbereid en met meer zelfvertrouwen aan hun stage te beginnen? Dat onderzoekt Daphne Vogel (Hogeschool Inholland) samen met zorg- en onderwijsinstellingen. Hoe onderzoekt ze dit en wat zijn de eerste indrukken?
LINK
Het werk van verpleegkundigen is niet zelden onzichtbaar, met als uitzondering hun werk tijdens epidemieën en oorlogen. Aan de hand van een aantal voorbeelden zetten we hier de rol van verpleegkundigen tijdens crises in historisch perspectief, met COVID-19 als laatste wapenfeit. Cruciaal verpleegkundig werk is namelijk van alle tijden.
DOCUMENT
Probleemstelling. De extramuralisering van de gezondheidszorg leidt tot meer patiënten thuis met complexe zorgvragen, die veelal zorg krijgen van verpleegkundigen. Er is echter een tekort aan hbo-wijkverpleegkundigen, dat naar verwachting zal groeien tot 3000 in 2019 (1). De aanwas in dit werkveld stagneert mede doordat veel hbo-verpleegkundestudenten zich tijdens hun opleiding op het algemeen ziekenhuis oriënteren. De positieve beeldvorming over het ziekenhuis wordt door opleidingen vaak bevestigd doordat het curriculum sterk op ziekenhuiszorg gericht is. Mogelijk is er daarnaast sprake van een belemmerende beeldvorming over wijkverpleegkunde. Om inzicht te verkrijgen over hoe curriculum-herontwerp effectief kan zijn in het bevorderen van een positieve beeldvorming over dit werkveld werd een literatuurstudie uitgevoerd vanuit de vraagstelling: ‘Hoe is de beeldvorming van studenten verpleegkunde over werkvelden in de gezondheidszorg, en welke factoren zijn hierop van invloed?’Methode. Systematisch literatuuronderzoek in databases ERIC, PsycInfo, MEDLINE en CINAHL in maart-augustus 2014. Artikelselectie vond plaats op basis van in-en exclusiecriteria en een kwaliteitsassessment (Creswell, 2008). Geïncludeerd werd kwalitatief en kwantitatief onderzoek van na 2004; exclusie betrof onderzoek bij studenten van andere gezondheidszorgberoepen en masterstudenten. De informatie werd geordend op basis van theoretische thema’s. Een flowchart en samenvattende tabel met informatie over ieder artikel werd toegevoegd.Resultaten. De zoekstrategie leverde 522 artikelen op; 39 artikelen werden geïncludeerd. ‘Medisch georiënteerde’ verpleegkunde met verpleegtechnische handelingen is populair, terwijl zorg aan chronisch zieken, psychiatrische patiënten en ouderen minder belangstelling kent. De ziekenhuisomgeving wordt als uitdagend en interessant beschouwd door de dynamiek en het gebruik van complexe technologieën, een beeld dat wordt bevestigd door de media. De wijkverpleegkunde kent negatieve en positieve connotaties. Enerzijds wordt dit als een beroep gezien met laag-complexe zorg aan (meestal) oudere patiënten, in de belastende combinatie van solistisch werken, veel verantwoordelijkheid en een hoge werkdruk. In het positieve beeld is de wijkverpleegkundige een echte generalist door de rol van ‘manusje-van-alles’ bij het hanteren van (combinaties van) somatische, psychiatrische en sociale zorgvragen. Zorgverlening in de eigen woning kent een negatief beeld door het gebrek aan controle over ergonomische en hygiënische werkomstandigheden. Het wordt echter ook gezien als een sfeerverhogend element in het meer persoonlijke karakter dat deze zorg kenmerkt. Discussie. Beelden van studenten over werkvelden in de gezondheidszorg worden mede bepaald door stereotyperingen en misconcepties. Studenten zoeken uitdaging bij zorgverlening in het ziekenhuis vanwege de expliciete complexiteit. Immers, verpleegtechnisch handelen is concreet waarneembaar, en wordt gezien als ‘echte verpleegkunde’. Het type complexiteit van wijkverpleegkundige zorg is met weinig kennis over dit werkveld moeilijker herkenbaar, iets wat ook voor studenten geldt. Dit gegeven biedt kansen voor opleiders tot beïnvloeding van de beeldvorming met curriculum-herontwerp.
DOCUMENT
In deze rede wordt besproken hoe het lectoraat de beroepsbeoefenaars in het verpleegkundig domein wil ondersteunen en wil bijdragen aan het vormgeven van verpleegkundig leiderschap en ieders professionele eigenheid. De titel van de rede ‘Notes on Nursing 2.0’ wil vooral de noodzaak tot deze veranderingen in het verpleegkundig domein benadrukken. Niet door te veronderstellen dat er niets is veranderd in zorg en verpleegkunde sinds de tijd van Nightingale. Dat is er wel. Opgeleid worden tot een professie in het beroepsdomein is niet alleen een vanzelfsprekendheid maar een eis. Het kennisdomein van de zorg en verpleegkunde heeft zich in verpleegkundige diagnostiek en standaarden verregaand ontwikkeld. Verplegingswetenschappelijk onderzoek, waar Nightingale ooit als eerste vrouwelijke statisticus in het Brits Koninkrijk mee startte, heeft zich een vaste plek in onderwijs en praktijk verworven. Van betekenis willen zijn voor anderen vanuit compassie is nog steeds de beroepsmotivatie, maar van een onderdanige dienstbaarheid is geen sprake meer (Cingel van der, 2012). Tegelijkertijd is in de dagelijkse praktijk volmondig leiderschap nog geen vanzelfsprekend en hapert een optimale beroepsuitoefening door een te lang vastgehouden gelijkheidsprincipe van verschillend opgeleide verzorgenden en verpleegkundigen. Dat is de noodzaak tot verandering waaraan deze 2.0 versie ‘Aantekeningen over het Verplegen’ en het lectoraat de komende jaren wil bijdragen. In hoofdstuk 1 wordt via de metaforen in het verhaal 'De kat die naar de koning keek' de visie op emancipatoir actieonderzoek en de veranderkundige principes beschreven die het lectoraat zal inzetten. Hoofdstuk 2 bevat de aanleiding, missie en onderzoekslijnen die met elkaar samenhangen binnen het lectoraat. In hoofdstuk 3 en 4 wordt ingegaan op de thema's identiteit en leiderschap, waarbij de onderlinge samenhang met de professionele beroepsuitoefening en het ontwikkelen van een onderzoekscultuur wordt besproken. Daarnaast worden specifieke aspecten behandeld die de praktijk en werkcultuur van vandaag beïnvloeden, en wordt beschreven hoe het lectoraat concreet bijdraagt aan de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap en de vorming van de beroepsidentiteit in het betreffende domein. Hoofdstuk 5 bevat een samenvatting van de principes waarop het onderzoeksprogramma is gebaseerd, evenals informatie over lopende en toekomstige projecten. In hoofdstuk 6 vindt u achtergrondinformatie over de lector en de leden van de kenniskring.
MULTIFILE