Studentassistenten verrichten verschillende soorten onder-wijstaken in het hoger onderwijs. Deze systematische literatuurstudiebracht het onderzoek in kaart naar hoe studentassistenten worden voor-bereid op hun inzet in het onderwijs, welke soorten onderwijs ze ver-zorgen en wat dit oplevert voor de studentassistenten en hun studenten.De studentassistenten werden vooral bij praktisch vaardigheidsonder-wijs en laboratoriumonderwijs in medische en scheikundige opleidingeningezet, en in mindere mate ook bij casusonderwijs en studievaardig-heden. Qua voorbereiding hadden ze het meeste baat bij een trainingwaar het verwachte gedrag voorgedaan wordt, waar ze kunnen oefenenen hier feedback op krijgen. Wanneer onderwijs door studentassisten-ten als aanvulling op het bestaande onderwijs wordt georganiseerd leidthet tot hogere studenttevredenheid en betere prestaties bij de studen-ten die dit aangeboden krijgen t.o.v. wie dit niet krijgt aangeboden. Deprestaties en tevredenheid van studenten die practica van studentas-sistenten versus docenten zijn vergelijkbaar. Bij de organisatie van stu-dentassistenten in het onderwijs kan geleerd worden van de twee stro-mingen die nu prevaleren: Supplementele Instructie (si-pass ) enPeerAssistedLearning(pal ). Centrale coördinatie van het opleiden van bege-leiders en studentassistenten, duidelijke complementaire functieprofie-len, inzet bij praktische vakken, en inbedding binnen de opleidingen opbasis van passende leeruitkomsten kunnen bijdragen aan duurzame bor-ging.Students perform various types of educational tasks in higher education as teaching assistants. This systematic literature review mapped out the research on how teaching assistants are prepared for their tasks,what types of instruction they provide, and what this yields for both teaching assistants and students. The teaching assistants were primarily deployed in practical skills education and laboratory education in medical and chemistry programs, and to a lesser extent also in case-based education and metacognitive education. In terms of preparation, they benefited most from training that demonstrates expected behaviour, provides opportunities for practice, and offers feedback. The deployment of teaching assistants in education, as a supplement to regular instruction, resulted in higher student satisfaction and better performance. Regarding practical sessions, students taught by teaching assistants did not perform differently or express less satisfaction than those taught by teachers. In organizing student assistants in education, lessons can be learned from the two prevailing approaches: SI-PASS and PAL. Both central coordination with clear complementary job profiles for student assistants or integration within programs based on appropriate learning outcomes can contribute to sustainable implementation.
DOCUMENT
Datagebruik en omgang met persoonsgegevens gaan in bijna elke toekomstige baan op hbo-niveau een rol spelen. Dat betekent dat alle instituten van de Hogeschool Utrecht moeten nadenken over hoe zij hun toekomstige professionals hierop gaan voorbereiden. De vraag is of dat op dit moment adequaat en efficiënt gebeurt.
DOCUMENT
De opleiding Huidtherapie is een vierjarige hbo-opleiding. Aan het eind van het eerste studiejaar krijgen alle studenten een assessment. Na de uitvoering is het assessment geëvalueerd op congruentie (afstemming van toets op het gegeven onderwijs, in het Engels wordt dit ‘alignment’ genoemd), tevredenheid van de studenten en authenticiteit. In dit artikel een kritische terugblik op de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het assessment. In september 2014 verscheen het artikel 'Samen werken aan een assessment door opleiding en praktijk' in Onderwijs en gezondheidzorg, uitgave van het kennisplatform voor opleiders in de zorg, nummer 5, september 2014, zie www.onderwijsengezondheidszorg.nl
DOCUMENT
In studiejaar 2012-13 heeft de opleiding het eerstejaarsassessment ontwikkeld en voor het eerst afgenomen onder alle eerstejaars studenten. De opleiding Huidtherapie heeft een ompetentiegericht curriculum, gericht op een sterke relatie met de beroepspraktijk, waarin opdrachten gebaseerd zijn op kritieke beroepssituaties. De opleiding hanteert als eis dat de student het assessment (de meesterproef) van de propedeuse haalt. Het doel van het ssessment is het beoordelen of de student de voor de huidtherapeut noodzakelijke ompetenties voldoende beheerst in authentieke beroepssituaties om de studie te kunnen vervolgen in de hoofdfase. Er hangt voor de student veel van af. De toets moet daadwerkelijk meten waar in het studiejaar aan gewerkt is. Voor de opleiding is ook de authenticiteit van belang: de toets moet een weergave zijn van taken die de student straks in de beroepspraktijk uitvoert. Om die redden zijn bij de beoordeling ook assessoren uit de beroepspraktijk betrokken. Ook is het belangrijk dat de toets en de wijze van eoordeling voor studenten voldoende transparent zijn. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/froukje-jellema-78733a63/ https://www.linkedin.com/in/drs-natasha-e-labohm-1392b12/
DOCUMENT
De probleemstelling van het onderzoek Teamkwaliteit en Onderwijskwaliteit is te plaatsen in de context van het onderzoeksdomein Kwaliteit van het HBO. De aanleiding van het onderzoek komt voort uit de interesse naar de redenen waarom opleidingen goed functioneren. De aanname die gemaakt is, is dat hoge kwaliteit van het onderwijs te maken heeft met hoge kwaliteit van de docententeams. Het onderzoek is uitgevoerd bij twee opleidingen van de Hogeschool Utrecht: de opleiding Personeel & Arbeid (P&A) van de faculteit Maatschappij en Recht en de opleiding Technische Bedrijfskunde (TBK) van de faculteit Natuur en Techniek. De keuze is op P&A en TBK gevallen vanwege hun hoge onderwijskwaliteit. Dat is een moeilijk te definiëren begrip en ik heb daartoe geen poging gedaan
DOCUMENT
Derde tussenrapportage (aangepaste online versie (juni 2016) voor www.continuiteitinjeugdzorg.hu.nl) In 2013 zijn alle jeugdzorgplusinstellingen op verzoek van het ministerie van VWS gestart met een pilot Trajectzorg. In de regio Utrecht is jeugdzorgplusinstelling Intermetzo locatie Zeist (voorheen Lindenhorst-Almata) hiervoor een samenwerkingsverband aangegaan met De Rading, Lijn 5, Youké, Samen-Veilig Midden Nederland en VSO de Sprong. Onder de naam Trajectzorg is gestart met het verbeteren van de zorg opdat jongeren minder vaak tijdens de zorgverlening uitvallen en minder vaak na uitstroom uit geslotenheid opnieuw gesloten geplaatst worden. Hogeschool Utrecht is al in 2012 door dit samenwerkingsverband benaderd. Dankzij een SIA-Raak Publiek subsidie is in 2014 en 2015 onderzoek gedaan naar deze pilot met als doel de realisatie van Trajectzorg in deze regio te faciliteren en te stimuleren via een combinatie van beschrijvend onderzoek en de methode van actieonderzoek. In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de onderzoeksactiviteiten in het laatste half jaar van dit onderzoek voor Trajectzorg (januari 2015 - augustus 2015). Trajectzorg wil jongeren en hun ouders de begeleiding geven die aansluit op hun zoektocht naar een gewoon leven. Maar Trajectzorg is eveneens een zoektocht naar de juiste vorm van begeleiding. Dit onderzoek wil daar een bijdrage aan leveren.
DOCUMENT
Sinds 2006 betreden HBO juristen in toenemende aantallen de arbeidsmarkt. Ook de Hogeschool Utrecht levert sinds 2007 HBO juristen af. Nu de eerste HBO juristen een aantal jaren zijn afgestudeerd dient zich een aantal vragen aan. Deze vragen betreffen het samenspel van onderwijs, arbeidsmarkt, organisatie en HBO jurist, dat resulteert in de functievorming voor de nieuwe professional. Het gaat hier om vragen over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt waar de HBO jurist zich beweegt en gevolgen van de komst van de HBO jurist daarop, om vragen rond competentievorming die geboden wordt door danwel gevraagd wordt aan onderwijsinstellingen, om het effect van de ervaringen van werkende HBO juristen op het onderwijsaanbod, om keuzes van organisaties inzake functievorming en om verwachtingen en ervaren kwaliteit van de arbeid en doorgroei van de nieuwe professional zelf.
DOCUMENT
Jongeren ervaren in toenemende mate schoolstress en prestatiedruk. Een deel van hen kan hierdoor (tijdelijk) niet naar school, zoals blijkt uit een groeiend aantal verzuimmeldingen en thuiszitters. In sommige gevallen lopen de problemen zo hoog op dat er jeugdhulp nodig is. Het onderzoeksproject Mentaal Kapitaal van de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd en Gezin Centraal heeft als doel kennis te vergroten omtrent de oorzaken en oplossingsrichtingen voor deze schoolgerelateerde problematiek. In dit rapport worden de bevindingen van de eerste deelstudie beschreven, waarin werd onderzocht welke risico- en beschermende factoren een rol spelen bij ongezonde schoolstress, prestatiedruk, schoolverzuim/thuiszitten en schooluitval.
DOCUMENT
In Nederland is steeds meer aandacht voor het versterken van de financiële competenties van burgers. Een van de interventies die daarvoor wordt ingezet is de budgetcursus. Het betreft meestal vijf of zes lessen waar deelnemers vaardigheden leren om beter om te gaan met geld. Er is echter weinig bekend over de effectiviteit van deze cursussen. In samenwerking met Avres, Werk en Inkomen Lekstroom, de gemeente Zwolle, de Sociale Dienst Drechtsteden en Buurtteams Utrecht hebben het lectoraat Schulden en Incasso van de Hogeschool Utrecht en leerstoelgroep Urban Economics van de Wageningen Universiteit daarom de effectiviteit van twee typen budgetcursussen onderzocht: de traditionele cursus en een op gedragswetenschappelijke inzichten aangepaste cursus. Bij de traditionele budgetcursus ligt de nadruk meer op de overdracht van kennis en vaardigheden, bij de aangepaste cursus is er meer aandacht voor het handelen van de cursisten in het dagelijks leven
DOCUMENT
In 2019 is het eerste ‘Atelierboek’ verschenen . Inmiddels zijn er een paar jaar verstreken en zijn er tal van nieuwe ateliers ontstaan. Met dit nieuwe atelierboek worden er middels meer dan 30 portretten de rijkdom en variëteit aan ateliers binnen onze hogeschool getoond. De portretten zijn ingedeeld als volgt: ateliers op de locaties van NHL Stenden, externe ateliers en ateliers waarbij de faciliteiten sterk bepalend zijn. Deze portretten laten zien aan welke vraagstukken wordt gewerkt, hoe wordt samengewerkt met het werkveld en onderzoekers en wat de meerwaarde is van de ateliers. Tevens bevat dit atelierboek een aantal verdiepende artikelen die vertellen over het werken en leren in ateliers. De bijdrage in hoofdstuk 1 gaat over: wat beoogt NHL Stenden met ateliers, waarin verschillen de ateliers en enkele ervaringen met ateliers. Na de portretten in hoofdstuk 2 wordt in hoofdstuk 3 het ‘Waardecreatiemodel Atelier’ en een model met ontwerpdimensies gepresenteerd. Beide bieden handvatten voor het ontwerpen en evalueren van ateliers. In hoofdstuk 4 wordt er ingezoomd op de effecten van de fysieke ruimte op het leren. Daarna wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de uitkomsten van (lopend) onderzoek naar ateliers.
DOCUMENT