De Vereniging Hogescholen heeft het lectoraat studiesucces van Hogeschool Inholland benaderd om, in samenwerking met collega instellingen in de Randstad (G5), een onderzoek uit te voeren naar succes en faalfactoren bij de implementatie, het gebruik en de doorontwikkeling van de SKC bij de G5 instellingen. Het gaat om een evaluatie van de resultaten en effecten van de SKC, waarbij gevraagd is om onderstaande zes evaluatiecriteria mee te nemen: 1 Relevantie (o.a. welke doelstellingen zijn aan de SKC gekoppeld?) Coherentie (o.a. welke relatie is er met de instellingsbrede doelstellingen?) 3 Draagvlak (o.a. hoe was het draagvlak?) 4 Uitvoering (o.a. op welke manier is de maatregel geïmplementeerd in de organisatie?) 5 Effectiviteit (o.a. zijn de doelstellingen bereikt?) 6 Efficiëntie (o.a. staan de resultaten in verhouding tot de ingezette middelen?)
De casusbeschrijvingen zijn opgetekend bij vijf instellingen van de G5 hogescholen. Naast Hogeschool Inholland (INH) zijn dat De Haagse Hogeschool (HHS), de Hogeschool van Amsterdam (HvA), Hogeschool Rotterdam (HR) en de Hogeschool Utrecht (HU). In het hoger onderwijs heeft elke instelling eigen keuzes gemaakt met betrekking tot de vormgeving van de studiekeuzecheck (Kappe, 20153), zo ook binnen de G5 instellingen. In tabel 1 wordt derhalve allereest beknopt een overzicht van de SKC bij de vijf participerende instellingen weergegeven, gebaseerd op voltijd bacheloropleidingen cohort 2016. Aanpassingen die na cohort 2014 zijn gemaakt worden in het rood weergegeven. Een uitgebreide beschrijving van de SKC van de verschillende instellingen wordt weergegeven in het rapport van Knuiman en Kappe2 (2017).