De motorische ontwikkeling van kinderen is bepalend voor een duurzame en perspectiefrijke deelname aan de sport- en beweegcultuur. Hierbij vormt de bewegingsvaardigheid en het bewegingsplezier een essentieel onderdeel. Kinderen die motorisch vaardiger zijn en een plezierige sportervaring hebben gehad, gaan nu en later meer sporten dan kinderen die dit niet hebben gehad. Een brede motorische basis verkleint de kans op blessures, geeft succesbeleving, zorgt voor een sterke neurologische opbouw en geeft een brede basis om deel te kunnen nemen aan verschillende sporten. Dit maakt het ook mogelijk dat kinderen op latere leeftijd nog eenvoudig een andere sport aan kunnen leren.Naast een brede motorische ontwikkeling is plezier in bewegen en sporten minstens zo belangrijk. Wanneer een kind een sport beoefent waarin het vaardig is, succes ervaart en plezier beleeft is de kans op sportuitval op latere leeftijd aanzienlijk kleiner. Een Breed Sport Advies kan het kind helpen in het vinden van zijn of haar passie in sport en het herkennen van zijn of haar kwaliteiten in sport en bewegen. Een leven lang met plezier bewegen en sporten vraagt om goed en op maat advies voor elk kind. Maar hoe zet je een motorische vaardigheidstest en sport vragenlijst zo in dat je naast het screenen van de motorische vaardigheid ook kinderen kan helpen in het vinden van hun intrinsieke motivatie om meer te bewegen en met plezier te sporten dat resulteert in voldoende vaardigheid, succesbeleving en plezier?
DOCUMENT
Sport en bewegen is van belang voor de ontwikkeling van kinderen. Dat geldt ook voor kinderen met Development Coordination Disorder, oftewel kinderen die problemen ervaren bij het uitvoeren van motorische vaardigheden zoals voetballen, fietsen, rennen en klimmen. De komst van digitale middelen in het onderwijs, biedt nieuwe mogelijkheden voor ondersteuning voor deze groep, die een stuk minder beweegt. In dit artikel introduceren we de aanpak ‘Zelfstandig sporten van kinderen met DCD’.
LINK
Het behouden van een actieve leefstijl bij kinderen is een belangrijke doelstelling, zoals beschreven in de kerndoelen van het (bewegings)onderwijs. Gekoppeld aan school zijn veel beweegmomenten mogelijk, zoals bewegingsonderwijs, beweegtussendoortjes in de klas, en buitenspelen op het plein. Door een toename van tussenschoolse en naschoolse opvang is het gebruik van het schoolplein toegenomen. Wat kun je als leerkracht doen om kinderen volop te laten bewegen tijdens het buitenspelen? Gekoppeld aan onderzoeksresultaten laat dit artikel mogelijkheden zien voor leerkrachten in het Basisonderwijs.
DOCUMENT
Het handboek is bedoeld voor de uitvoerder(s) van de leermodule Bejegening jongeren 16-23 jaar door jeugdprofessionals. Deze module heeft als doel de kwaliteit van het aangaan en onderhouden van contact te verbeteren en/of onderhouden met jongeren en jongvolwassenen die gebruik maken van professionele hulp en ondersteuning. De leermodule is ontworpen voor zelfstandig gebruik in professionele organisaties. Dit document bevat uitgebreide instructies en handvatten voor het uitvoeren van de leermodule.
DOCUMENT
In dit rapport ziet en leest u wat er in vierenhalf jaar in vier leernetwerken van verschillende zorgorganisaties in Noord-Nederland in het project ‘LeerSaam Noord, samen werken, samen leren’ is gedaan om persoonsgerichte zorg te bevorderen en te versterken. In deze rapportage kunt u zich in hoofdstuk 1 oriënteren op het project via een algemene beschrijving en overzicht van het project. Vervolgens komen in de hoofdstukken 2 en 3 de onderzoeksbevindingen aan bod vanuit een review en de 4 verrichtte deelstudies. In hoofdstuk 4 zijn de verschillende evaluatieve onderdelen van het projectproces beschreven, in hoofdstuk 5 vindt u de beschrijving van de toolbox en tot slot geeft hoofdstuk 6 de conclusie en praktische aanbevelingen en geleerde lessen. In elk hoofdstuk vindt u onder het kopje ‘meer weten en lezen’ links naar relevante documenten, onderzoeksverslagen en publicaties aan. Daar waar publicaties onder review zijn, staat dit eveneens aangegeven. Deze worden bij daadwerkelijke publicatie alsnog toegevoegd. In de tekst staan, daar waar relevant, ook directe links naar websites of verwijzingen naar informatie in de rapportage.
DOCUMENT
Talentontwikkeling is in korte tijd een gevleugeld begrip geworden. De populariteit van talentprojecten in en rondom het jeugd- en jongerenwerk is groot, maar ook onder beleidsmakers is talentontwikkeling een populaire uitdrukking geworden van de wens om op een eigentijdse manier de horizon van jongeren te verbreden en hun sociale mobiliteit te vergroten. Sinds de eeuwwisseling is talentontwikkeling expliciet een van de pijlers van het Nederlands jeugdbeleid. De focus op talent beperkt zich echter niet tot het jeugd- of welzijnsbeleid. Talentontwikkeling staat evengoed centraal in beleid over onderwijs en economie en weerspiegelt het dominante maatschappijbeeld van deze tijd: de meritocratie. In een meritocratie geven individuele prestaties - en niet afkomst en bezit - de doorslag bij het bepalen van de hoogte van iemands inkomen en maatschappelijke status. Wie minder getalenteerd is of minder hard werkt, heeft het volgens dit maatschappijbeeld aan zichzelf te wijten dat hij of zij laag op de maatschappelijke ladder staat (Sennett 2003; Swierstra en Tonkens 2008; Raven en Kooijmans 2013).
LINK
Hoe zorg je ervoor dat ieder kind plezier heeft in jouw zwemles? En dat ze ook het gevoel krijgen iets te leren? Hanze Hogeschool Groningen, Kenniscentrum Sport & Bewegen en Special Heroes Nederland hebben, als aanvulling op het leerboek ‘Plezier in bewegen voor ieder kind’, acht leskaarten ontwikkeld met handvatten voor begeleiders om een succesvol aanbod in het zwembad te kunnen organiseren om kinderen te voorzien van een goede basis.De activiteiten op de leskaarten richten zich op kinderen zonder diploma. Daarnaast kunnen de leskaarten ook worden ingezet bij kinderen die angstig zijn in het zwembad. De activiteiten zijn: 1) Te water gaan 2) Lopend voortbewegen in het water 3) Onder water gaan 4) Kantelen en komen tot drijven 5) Drijven op de rug 6) Drijven op de buik 7) Trappelen op de rug 8) RugslagOp de leskaarten vind je een beschrijving van de activiteiten op basis van diverse aandachtspunten en twee werkvensters: werkvenster motoriek en werkvenster gedrag. In de werkvensters staan aanwijzingen voor de begeleider gericht op de specifieke activiteit vanuit het perspectief van motorisch en gedragsmatig leren.
MULTIFILE
Hoe kunnen casuïstiekbesprekingen van wijkteams zó worden ingericht, dat er optimaal wordt samen gewerkt en samen geleerd? Door literatuurstudie, raadpleging van experts en uitproberen van verbeteracties in Amsterdamse wijkteams is deze vraag in 2016 onderzocht. In overleg met enkele teamleiders en casuïstiekteams zijn keuzes gemaakt welke verbeteracties wenselijk en leerzaam zijn. Via oefensessies zijn deze uitgeprobeerd, geobserveerd en geëvalueerd. Op basis hiervan geeft deze handreiking aanwijzingen om de structuur en inrichting van casuïstiekbesprekingen aan te scherpen en daarmee de kwaliteit en leeropbrengst te vergroten.
DOCUMENT
Inhoudsopgave Inleiding pag. 3 Hoofdstuk 1: Motorisch leren, taakgericht leren & zelfsturing pag. 5 Hoofdstuk 2: Opzet project ‘Sportbouwer’ pag. 9 Hoofdstuk 3: Toelichting bij de lessen pag. 10 Hoofdstuk 4: Toelichting bij de app pag. 13 Hoofdstuk 5: Toelichting bij de sportkaarten pag. 17 Bijlagen: Bijlage 1: Sportkaarten Bijlage 2: Eerste selectieformulier: Wat ga ik doen? Bijlage 3: Overzicht van de acht stappen per vaardigheid. Bijlage 4: Planningsformulier materiaalverdeling Bijlage 5: Sport enquête
DOCUMENT