Terwijl de rap van Snap door de speakers schalt, vult het auditorium zich langzaam met tientallen opgewonden gezichten. Studenten die elkaar herkennen, lachend en verwonderd begroeten, terwijl anderen stilletjes plaatsnemen en verbaasd om zich been kijken. Hadden zij geweten dat zij met zovelen zijn! Drie docenten op bet podium kijken toe en voelen de spanning toenemen; bet belooft een bijzondere avond te worden. Er hangt iets in de lucht. Zelfs de directeur kijkt verbaasd en vol spanning over haar schouder. Wanneer de laatste student is gaan zitten, spreken de drie docenten door bun microfoon: "Dames en heren ... welkom op deze startbijeenkomst van de PowerHouse. Vanaf vandaag gaan wij met elkaar aan de slag om jullie afstuderen vorm te geven. Op 12 juli is de diplomering. Dan staan jullie op bet podium!". Er volgt een interactief boorcollege van anderhalf uur, waarin de student wordt voorgelicht over bet afstudeerproces en de verschillende onderdelen van een scriptie. Hel document De structuur van een onderzoeksrapport wordt uitgedeeld, een document dat de drie docenten speciaal voor afstuderende studenten hebben geschreven en waarin per onderdeel van de scriptie precies staat uitgewerkt wat er van de student wordt verwacht. Het bijgevoegde schrijfschema richt zich op de diplomering in juli. Dit is het eerste hoorcollege van een reeks, waarin de studenten worden meegenomen op bun afstudeerreis, waarin ze ervaren wat onderzoek doen behelst, waar ze het voor doen, hoe ze bet moeten doen en hoe ze erover moeten rapporteren. Steeds wordt benadrukt dat dit een gezamenlijke reis is, dat zij met elkaar moeten samenwerken als ze de diplomering willen bereiken in de zes maanden die ervoor staan. De avond staat in het teken van geloof, hoop, kracht, vertrouwen, verbondenheid en (h)erkenning. Elementen die bewust zijn gekozen door de ontwerpers van de PowerHouse. De PowerHouse is als naam gekozen, omdat de ontwerpers, tevens docenten bij de opleiding, onvoorwaardelijk geloven in bet talent van de student. De docenten zijn bereid tot volledige ondersteuning, maar alleen dan wanneer de student ook volledige toewijding toont. Die bestaat onder andere uit een aanwezigheidsverwachting, immers, juist bet afdrijven van de hogeschool, de docenten en de medestudenten leidt tot isolement en anonimiteit. Door elke week de stap te nemen om naar school te komen, medestudenten te zien die in hetzelfde proces zitten, docenten te spreken die belangstellend vragen hoe bet onderzoeksproces verloopt, maar ook een luisterend oor bieden wanneer de student blokkeert, wordt de student in dat contact weer een persoon met een naam en een verhaal. De docenten gaan daarin zover dat zij alle 141 studenten bij naam en toenaam kennen en ook bij een volle collegezaal de studenten weten aan te spreken bij bun naam. Studenten gaan daarin zover dat zij van heinde en verre gereisd komen om aanwezig te zijn (zelfs vanuit Uden en Antwerpen) en een enkele keer bun kind meenemen voor wie op dat moment geen oppas beschikbaar was of een partner met een rijbewijs die trouw bij alle hoorcolleges naast zijn vriendin zit om baar te ondersteunen bij bet afstudeerproces. Dit wordt elk hoorcollege benadrukt door de laatste slide met de slogan: "Afstuderen is geen eenzame reis" LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/hester-brauer-22851272/ https://www.linkedin.com/in/dani%C3%ABl-rambaran-makransingh-b1a0b790/ https://www.linkedin.com/in/ruben-boers-23b786a/
DOCUMENT
Een kunstenaar moet hedendaags zijn, wil hij serieus genomen worden. Maar waar komt die verheerlijking van het hedendaagse vandaan? Hoe relevant is hedendaagsheid in de kunst en het kunstonderwijs eigenlijk? Dit boek gaat vanuit diverse perspectieven dieper in op het thema hedendaagsheid. Wat maakt het hedendaagse nu zo belangrijk dat haar schijn een haast mythologiserend karakter krijgt?
MULTIFILE
In het kunsten- en erfgoeddecreet werd een aparte categorie ‘Instellingen van de Vlaamse Gemeenschap’ opgenomen. Zij zouden een symboolfunctie en een sensibiliserende rol voor de artistieke gemeenschap en de gehele Vlaamse bevolking moeten vervullen. Bovendien moeten ze internationale topkwaliteit aanbieden. Door een gebrekkige collectieve opdrachtomschrijving weten deze Gemeenschapsinstellingen echter niet welke service van hen wordt verwacht en dit zowel naar de artistieke gemeenschap als de bredere samenleving toe. De vage taakomschrijving stelt de instellingen met dit uitzonderlijke statuut bovendien voor een distinctieprobleem. Waarin onderscheiden ze zich van andere kunstorganisaties in Vlaanderen die op een reguliere basis tijdelijk worden gesubsidieerd? Ten slotte signaleren de Gemeenschapsinstellingen een internationaal verifieerbare discrepantie tussen een symbolische en een economische, subsidiale erkenning. Door dit alles blijft hun positie vaag tot zelfs ambivalent. Met deze vaststellingen in het achterhoofd werd een essayopdracht geformuleerd. De centrale vragen die daarin gesteld werden luiden: wat is de opdracht, taak en positie van nationale kunstinstellingen? Hoe kunnen ze ideaaltypisch functioneren en hoe doen ze dat in het buitenland? Via een interpretatieve cultuursociologische weg, geschraagd met de inzichten van de kritische theorie werd een antwoord op het voorgelegde vraagstuk gezocht. Het opstel betreft dus geen benchmarking of kunstkritisch betoog. Wel werd via diepte-interviews met beleidsverantwoordelijken en vooral stafmedewerkers van voorbeeldorganisaties in Duitsland, Engeland, Finland, Nederland en Portugal naar mogelijke pistes gekeken.
DOCUMENT
De flexibilisering van de arbeidsmarkt en de individualisering van de samenleving confronteren individuen met de eis om meer zelfsturend te worden. Zelfsturing is gebaseerd op het vermogen om aan zichzelf en aan anderen een verhaal te vertellen over de persoonlijke zin en de sociale betekenis van het eigen leven. Traditioneel was dit verhaal een afspiegeling van de verhalen die in de eigen familie werden verteld over hoe men een zin- en betekenisvol bestaan kon hebben. In onzekere omstandigheden hebben familieverhalen meestal echter maar een beperkte waarde. Veel mensen moeten daarom hun verhaal regelmatig updaten en soms zelfs een compleet nieuw verhaal ontwikkelen. Wij noemen dit identiteitsleren.
DOCUMENT
Onderzoeken naar het vertrouwen in instituties en beroepsgroepen in Nederland laten steevast hetzelfde zien: de Nederlandse politie beschikt over een grote vertrouwensbasis onder haar burgers. Het is verleidelijk dat vertrouwen als een verdienste van de politie te zien. In dit artikel laten we zien dat dat te veel eer is.
DOCUMENT
Reflectie over het menselijk lichaam als human resource. Dialoog tussen de auteurs als onderzoeker, kunstenaar en organisatiekundige over presentie, onthulling en interactie.
DOCUMENT
In een tijd van grote maatschappelijke veranderingen in het sociale - en juridische domein, waarbij zelfredzaamheid en oplossingsgerichtheid centraal staan, worden professionals uitgedaagd om hun bijdrage te leveren aan effectieve en rechtvaardige oplossingen. Bij afhandeling van strafzaken wordt in toenemende mate gezocht naar oplossingen die niet alleen recht doen aan het aangedane leed, maar waarbij ook naar de toekomst wordt gekeken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat slachtoffers zich gehoord en erkend voelen en dat herstel kan plaatsvinden? Hoe kunnen we voorkomen dat delictgedrag zich herhaalt? Het herstelrecht, en ook de ontwikkelingen binnen het herstelrecht, zoals mediation in strafzaken, sluiten hierop aan. Tijdens de onderzoeken ‘Strafrechtmediation: geborgd in kwaliteit’ (2017-2019) en ‘Mediation in strafzaken: een bijzondere verantwoordelijkheid voor verdachte en mediator’ (2022-2024), uitgevoerd door de lectoraten ‘Toegang tot het Recht’ en ‘Werken in Justitieel kader’ van Hogeschool Utrecht is onderzoek gedaan naar de kwaliteitseisen waaraan een mediator in strafzaken moet voldoen en naar het thema verantwoordelijkheid nemen door een verdachte tijdens een mediation in strafzaken.
DOCUMENT
De energietransitie is sinds decennia een van de grootste veranderingen waar de Nederlandse samenleving mee te maken krijgt. Deze verandering gaat alle huishoudens en organisaties in Nederland aan en dient daarom ook, zoveel mogelijk, in samenspraak met hen te gebeuren. Elke transitie is namelijk mensgericht en daarom is het ook een sociale transitie. Als transities op een goede manier verlopen kan het ook kansen bieden op andere domeinen, zoals werkgelegenheid, sociale cohesie en gezondheid. Het is daarom een uitgelezen mogelijkheid om de energietransitie met elkaar aan te grijpen om én de overstap naar een fossielvrije samenleving te maken én de samenleving als geheel een stap vooruit te brengen. Het doel van dit onderzoek was om te verkennen hoe eigenaarschap van de bewoners van Smitsveen in Soest over de energietransitie kon worden bevorderd.
DOCUMENT
Terwijl de inspiratie van professionals wel als de basis voor hun beroepsuitoefening wordt beschouwd, lijkt zij binnen de hedendaagse beroepspraktijk in toenemende mate onder druk te staan. De zoektocht naar mogelijke inspiratiebronnen voor professionalisering in deze studie begint met de ontwikkeling van een model dat de zinvolle potentie van professionaliteit centraal stelt: het realiseren van humanitaire waarden, zoals gezondheid of rechtvaardigheid, onder complexe omstandigheden. Professionele expertise is dan vooral besluitvorming op het snijvlak van analyse en aanpak, zoals het voorschrift van de arts of het vonnis van de rechter. Verder benadrukt het model het belang van de verankering van professionaliteit in de beroepsgroep, de arbeidscontext en de samenleving. In het tweede deel staan zogenoemde beelden van de professional centraal. Dat zijn praktijktheorieën waarin een ideaal voor professioneel functioneren wordt belichaamd in en door de professional als persoon. Voorbeelden van zulke praktijktheorieën zijn de lerende professional, de reflectieve praktijkwerker, de presentiebeoefenaar en de intrapreneur. Beelden van de professional zijn identificatiemodellen voor professionals en inspiratiebronnen voor professionalisering, zo blijkt in dit deel. In het derde en laatste deel wordt de werkzaamheid van deze praktijktheorieën in het reflectieve discours van professies onderzocht door een analyse van tien jaargangen van het vaktijdschrift voor maatschappelijk werkers. Beelden van de professional worden in dit tijdschrift vooral gebruikt om een praktijkideaal te schetsen, maar ook om een praktijkrealiteit te beschrijven. Juist als realiseerbare idealen zijn zulke beelden bij uitstek geschikt als inspiratiebronnen voor professionalisering
MULTIFILE
Dit handboek is geschreven voor zowel de praktiserende mediator in strafzaken als de mediator die dat nog wil worden. Wij hopen dat dit handboek bijdraagt aan het zich eigen maken en/of verdiepen van de kennis en kunde die de praktijk van de mediator in strafzaken vraagt. Omdat niet alle (beginnende) mediators in strafzaken ook jurist zijn, is geprobeerd om de juridische informatie in dit boek zo te verwoorden dat ook de niet-jurist deze informatie kan begrijpen. De MfN (Mediationfederatie Nederland) vraagt van haar mediators een hbo-denkniveau; dit boek sluit hierbij aan en is geschreven op hbo-denkniveau. Mediation in strafzaken is een beroep in ontwikkeling. Dit handboek is daarom ook een boek in ontwikkeling. Mocht u aanbevelingen hebben voor de verdere ontwikkeling van dit handboek dan nodigen wij u van harte uit om die met ons te delen
DOCUMENT