The support for connections between research and education is widespread. This connection yields the promise of educating students for the knowledge society. With the curriculum as the most important carrier of planned higher education, the lack of systematic insight in how research can be integrated into the curriculum is an important omission. This systematic review considers how empirical studies provide input for the integration of research in the higher education curriculum. Moreover, it provides a structured insight into the current body of knowledge on research in the curriculum. Based on a first set of 5815 journal articles, 121 articles were selected for further analysis. The model of Curriculum Aspects by Van den Akker (2003) was used to categorise the articles, which shows a body of knowledge on research in the curriculum with the largest focus on learning aims and learning activities. Furthermore, this review shows how few studies consider the effects of curriculum design on student learning, which calls for more empirical studies to benefit student learning.
MULTIFILE
Samenwerking tussen docenten en onderzoekers binnen hogescholen bij het lezen en beoordelen van wetenschappelijke artikelen in een systematische review, biedt kansen voor zowel onderzoek als onderwijs. Het vergroot zowel de onderzoekscapaciteit als de competentie van docenten om wetenschappelijke literatuur te lezen en op waarde te beoordelen. Docenten en onderzoekers slaan hiermee een brug tussen onderzoek en onderwijs. Dit artikel gaat over een project waarin docenten en onderzoekers van de Hogeschool Utrecht gezamenlijk een systematische review van literatuur uitvoerden. We beschrijven hun ervaringen en de bijdrage die het leverde aan onderzoek en onderwijs.
LINK
Deze systematische literatuurreview heeft als doel een zo compleet mogelijkoverzicht te geven van wat er op dit moment bekend is over condities die deduurzaamheid van innovaties in basis- en voortgezet onderwijs stimuleren.Om een zo compleet mogelijk overzicht te kunnen bieden, zijn internationalewetenschappelijke publicaties en Nederlandstalige beleids- en vakpublicatiesmeegenomen in deze review.Deze review heeft drie doelgroepen: docenten en (in)formele leiders,beleidsmakers en onderzoekers. Voor de eerste groep biedt het rapportpraktische aanbevelingen die bruikbaar zijn op de onderwijswerkvloer als hetgaat om duurzaam onderwijs te innoveren. Aan de laatste twee groepen biedtdeze review inzicht (1) hoe (gespreid) leiderschap samenhangt met anderecondities, (2) hoe deze positief invloed uitoefenen op duurzame implementatievan onderwijsinnovaties en (3) het belang van een systemisch perspectiefhierop. Daarnaast biedt de review inzicht in de onderzoeksbeperkingen in ditveld en laat het zien wat nog niet bekend is.
MULTIFILE
Ondervoeding rond ziekenhuisopname is een groot gezondheidsprobleem bij ouderen. In dit onderzoek brengen we dit probleem in kaart vanuit het perspectief van verpleegkundigen. Ook ontwikkelen we een interventie voor verpleegkundigen zodat zij goede voedingszorg kunnen geven.Doel In dit promotieonderzoek ontwikkelen we een wetenschappelijk onderbouwde interventie voor verpleegkundigen om goede voedingszorg te geven aan ouderen. Dit heeft als doel om bij te dragen aan het voorkomen of behandelen van ondervoeding bij ouderen rond de ziekenhuisopname. Resultaten In de literatuur staan meerdere interventies beschreven die verpleegkundigen kunnen gebruiken in hun dagelijkse voedingszorg aan ouderen, zoals voedingssupplementen of educatie aan ouderen en hun mantelzorgers. Uit afgeronde deelstudies kan onder andere worden geconcludeerd dat verpleegkundigen onvoldoende kennis over voeding hebben. Ook hebben zij vaak een neutrale houding tegenover voedingszorg aan ouderen in de periode voor, tijdens en na ziekenhuisopname. Daarnaast voelen verpleegkundigen niet voldoende noodzaak om voeding in de dagelijkse zorg een belangrijke plaats te geven. Looptijd 01 november 2014 - 01 juni 2022 Aanpak De volgende onderdelen van dit promotieonderzoek zijn afgerond: Een systematische review: welke interventies voor preventie en behandeling van ondervoeding bij ouderen kunnen verpleegkundigen gebruiken in hun werkzaamheden, welke werken Kwalitatief onderzoek onder ouderen en mantelzorgers naar voedingszorg: wat zijn hun ervaringen en waar hebben zij behoefte aan? Kwalitatief en kwantitatief onderzoek onder wijk- en ziekenhuisverpleegkundigen en andere professionals: wat is hun perspectief en visie op voedingszorg aan ouderen? Nu wordt gewerkt aan het verbeteren van kennis van verpleegkundigen over voeding zodat zij goede voedingszorg kunnen geven. Een eerste stap is het ontwikkelen van een instrument dat de kennis van verpleegkundigen over voeding bij ouderen meet en vergroot. Vervolgens gaan we kijken hoe we kunnen zorgen dat dit instrument onderdeel wordt van de dagelijkse verpleegkundige zorgverlening. Dit betekent dat verpleegkundigen via een online platform door middel van een dagelijkse vraag leren over voeding bij ouderen. De kennis die ze zo opdoen, nemen ze direct mee in hun zorg aan ouderen. Deze vorm van leren is weinig belastend en daardoor goed te combineren met de dagelijkse zorgverlening. Het verbeteren van kennis over voeding kan leiden tot betere voedingszorg gegeven door verpleegkundigen aan ouderen in de periode voor, tijdens en na ziekenhuisopname.
Het doel van het door Raak Publiek gefinancierde project (2019-2021) Blijf in Beweging ondersteuning Zorgprofessionals (BiBoZ) is om een methode te ontwikkelen waarmee zorgprofessionals, tijdens een consult, hun cliënten op maat kunnen ondersteunen in het bereiken van duurzaam gezond beweeggedrag. Een belangrijke eis is dat de methode leidt tot persoonsgerichte ondersteuning waarbij rekening wordt gehouden met de context van de cliënt. Onder context verstaan we de combinatie van achtergrondkenmerken en het sociaal, psychisch en fysiek functioneren in de eigen leefomgeving. De methode is ontwikkeld vanuit cliëntperspectief en in co-creatie met de doelgroep. Hiervoor zijn ontwerpgericht onderzoekstechnieken gebruikt zoals contextmapping (38 cliënten) en storytelling (11 professionals en 12 cliënten). Met de opbrengsten is in co-creatie met cliënten, professionals, studenten en docentonderzoekers de methode ontwikkeld. Het Behaviour Change Wheel (BCW) gedragsveranderingsraamwerk en informatie uit een systematische review naar effectieve beweeginterventies vormen de theoretische basis van de methode. De methode bestaat uit zes fictieve verhalen en een gespreksondersteuningstool. Als voorbereiding op het consult leest de cliënt de zes verhalen. Op basis van deze voorbereiding vindt het gesprek plaats over gezond bewegen. De professional gebruikt de gespreksondersteuningstool om op de cliënt afgestemde gedragsveranderingstechnieken in te zetten ter bevordering van doelen gericht op gezond bewegen. Cliënt en professional vertalen dit samen naar een actieplan op maat. Om de professional te ondersteunen zijn een handleiding, twee (instructie)filmpjes en een app ontwikkeld. De BiBoZ methode is goed beschreven, theoretisch onderbouwd en getest bij 10 professionals, 8 professionals in opleiding en 25 cliënten. Professionals zijn enthousiast. De volgende stap is het verder integreren van de BiBoZ methode in de werkwijze van beweeg/zorgprofessionals en het implementeren en op effectiviteit evalueren van de methode in de dagelijkse praktijk. Aanpassingen aan de methode op basis van de resultaten van de haalbaarheidsstudie worden tijdens de Top-up subsidie uitgevoerd.
Co-creatie is steeds vaker de gebruikte aanpak bij het ontwikkelen van innovatieve diensten en producten in de zorg, waarbij beoogd wordt om het spanningsveld tussen stijgende zorgvraag en afnemend zorgaanbod te verminderen, zoals bij het proces van extramuralisering . Deze diensten en producten worden ontworpen door zorginnovatoren via co-creatietools en -methoden. Co-creatie bestaat niet alleen uit het betrekken van relevante stakeholders in het ontwerpproces via creatieve methoden, maar ook uit het beschouwen van specifieke omgevingselementen (zowel sociaal als fysiek) en het continu oog hebben voor de complexe zorgprocessen waar de innovaties in ingebed moeten worden. Hoe dit precies moet, is bij zorginnovatoren vaak onbekend. Juist in de extramuralisering van de zorg is innoveren vanuit een systemisch perspectief essentieel aangezien er dan juist grote (vaak onvoorspelbare) veranderingen in omgeving en processen zullen gaan optreden, zoals geïdentificeerd in het concept onderzoeks- en innovatieprogramma Co-Creating Health, van de topsectoren Life Sciences & Health en Creatieve Industrie. Doel is om in een kleinschalig project van vijf maanden de basis te leggen voor een systemische ontwerptoolkit voor extramuralisering in de zorg, waarvoor bestaande kennis uit eerdere zorginnovatieprojecten wordt geïntegreerd. In een vervolgproject kan e.e.a. opgeschaald worden naar zorgcontexten in bredere zin (en/of preventie) Op basis van een systematische review van uitgevoerde co-creatie in de zorgprojecten (feb en maart ’18), aangevuld met literatuuronderzoek m.b.t. procesanalyse en systemische methoden wordt een lijst van “werkzame toolkitelementen” geformuleerd die wordt gevalideerd door experts werkzaam bij ontwerpbureaus voor de zorg (april en mei ’18). Tot slot wordt een aantal conceptrichtingen m.b.t. vorm (al dan niet digitaal) en inhoud (bijv. kaartenset, mock-uproom of game) ontwikkeld (juni ‘18) en wordt op een vervolgonderzoeksaanvraag (bijvoorbeeld voor SIA) geanticipeerd om de toolkit(s) daadwerkelijk te kunnen gaan maken.