Taalkunde als onderdeel van het schoolvak Nederlands staat met name de laatste jaren steeds meer in de belangstelling. Ondanks een actieve taalkundelobby (zie bijvoorbeeld Hendrix & Hulshof 2010) is het, zoals Hulshof aangeeft in zijn afscheidsrede, nog maar ‘hier en daar’ gelukt om taalkunde op middelbare scholen te implementeren, al dan niet als autonoom vak (Hulshof 2011). Begrijpelijkerwijs richten de meeste bijdragen over taalkundeonderwijs zich op de bovenbouw. Maar taalkunde is ook haalbaar in de onderbouw, mits op de juiste manier aangepakt. Dit artikel doet verslag van een kleinschalig taalkundig onderzoek dat uitgevoerd is door leerlingen van een brugklas van het Valuascollege in Venlo.
MULTIFILE
Artikel waarin kort geschetst wordt op welke wijze semantisch georiënteerd grammaticaonderwijs op het v.o. gebruikt kan worden. Beknopte achtergrond bij de workshop over semantisch grammaticaonderwijs op de 26e HSN-conferentie in Brugge.
MULTIFILE
LOWAN in gesprek met Kees Hoogland, lector Wiskundig en Analytisch Vermogen van Professionals aan de Hogeschool Utrecht. Zelf zegt hij dat hij al zijn hele leven is gefascineerd door hoe mensen omgaan met de kwantitatieve kant van de wereld. Daarom heeft hij wiskunde gestudeerd en is wiskundeleraar geworden met speciale interesse voor kwetsbare jongeren. Zijn passie is om de wereld van getallen voor iedereen toegankelijk te maken.
LINK
Teacher beliefs have been shown to play a major role in shaping educational practice, especially in the area of grammar teaching―an area of language education that teachers have particularly strong views on. Traditional grammar education is regularly criticized for its focus on rules-of-thumb rather than on insights from modern linguistics, and for its focus on lower order thinking. A growing body of literature on grammar teaching promotes the opposite, arguing for more linguistic conceptual knowledge and reflective or higher order thinking in grammar pedagogy. In the Netherlands, this discussion plays an important role in the national development of a new curriculum. This study explores current Dutch teachers’ beliefs on the use of modern linguistic concepts and reflective judgment in grammar teaching. To this end, we conducted a questionnaire among 110 Dutch language teachers from secondary education and analyzed contemporary school textbooks likely to reflect existing teachers’ beliefs. Results indicate that teachers generally appear to favor stimulating reflective judgement in grammar teaching, although implementing activities aimed at fostering reflective thinking seems to be difficult for two reasons: (1) existing textbooks fail to implement sufficient concepts from modern linguistics, nor do they stimulate reflective thinking; (2) teachers lack sufficient conceptual knowledge from linguistics necessary to adequately address reflective thinking.
DOCUMENT
Dit artikel doet verslag van een kleinschalig onderzoek naar de wijze waarop de semantiek gebruikt zou kunnen worden om tot betekenisvoller ontleedonderwijs te komen. Voor dat onderzoek zijn twee vmbo-t/havo-brugklassen van het Valuascollege te Venlo met elkaar vergeleken: in de experimentele groep is gewerkt met semantisch georiënteerd materiaal; in de controlegroep is gewerkt op basis van de leergang Nieuw Nederlands, 4e editie (Barends et al. 2006), soms aangevuld met eigen oefenmateriaal in de stijl van de leergang. Om er zeker van te zijn dat beide groepen vergelijkbaar waren, is een voormeting gedaan, waaruit is gebleken dat de verschillen in grammaticaal inzicht tussen beide groepen minimaal waren. Aan het eind vond een nameting plaats in beide klassen. Hieruit bleek dat de experimentele groep, die gewerkt heeft op basis van de semantiek, aanmerkelijk hoger scoorde op drie punten: het ‘gewone’ redekundige ontleden, het herkennen van dubbelzinnige zinnen en het bouwen van zinnen volgens bepaalde patronen.
MULTIFILE
Het aantal meertalige leerlingen in de reguliere klas neemt nog steeds toe. Ook het aantal talen in de klas groeit nog steeds. Dat betekent dat (aankomende) docenten Nederlands steeds vaker les geven aan leerlingen die het Nederlands niet als thuistaal hebben. Zij geven daarbij aan zich niet handelingsbekwaam te voelen om alle leerlingen in hun lessen recht te doen. Docenten zien meertalige klassen bovendien als een last, terwijl recent onderzoek laat zien dat meertaligheid juist een meerwaarde kan hebben. Door de talen van meertalige leerlingen toe te staan in het onderwijs worden de kennis en ervaringen van deze leerlingen niet buitengesloten en dit draagt bij aan het bevorderen van gelijke kansen. Maar hoe moet je dat als docent aanpakken? Welke didactische concepten zijn er binnen de functioneel-communicatieve benadering van taalleren en hoe kun je die inzetten en combineren ten behoeve van de taalontwikkeling van alle leerlingen in je klas? Daar wil deze handleiding een antwoord op geven. Ze is bedoeld als basis voor het ontwerpen van je eigen lessen in meertalige klassen. Daarom zijn er in de bijlagen ook voorbeeldlessen opgenomen. Daarin maken we zichtbaar hoe je – naast de bekende didactische principes van Nederlands – een combinatie van didactieken kunt inzetten die gericht zijn op het taalleren van meertalige leerlingen. In deze bijlagen verwijzen we steeds naar de beschrijvingen in deze handleiding.
DOCUMENT
Bij al het vakmanschap en meesterschap dat leraren nodig hebben, hoort ook een hoog taalvaardigheidsniveau. Om hun vak over te dragen en om bij te dragen aan de vorming van de leerlingen, moeten leraren over uitstekende communicatieve vaardigheden beschikken. Bovendien moeten ze bijdragen aan de taalontwikkeling van hun leerlingen. Dat geldt niet alleen voor docenten Nederlands, maar ook voor alle andere docenten. Bij de doelen van een vak hoort immers ook de tal van dat vak. Dit lectoraat heeft de opdracht om bij te dragen aan de opleiding van 'taalvaardige leraren die competent zijn om taalgericht les te geven'. Maar hoe goed moet het Nederlands van leraren eigenlijk zijn? Hoe kunnen we dat beoordelen? Gelden voor alle leraren dezelfde eisen, onafhankelijk van hun vak en los van hun achtergrond en andere competenties? Hoe kan de lerarenopleiding studenten helpen om dat niveau te bereiken? Door middel van onderzoek, onderwijs en professionalisering proberen de medewerkers van de FLOT Taalwerkplaats deze vragen te beantwoorden.
DOCUMENT
Studenten die afstuderen aan het Instituut Theo Thijssen zullen gaan werken in een multiculturele samenleving, op scholen die meer of minder kleurrijk van samenstelling zijn. Wat betekent dat voor hun professionele kwaliteit? In het eerste half jaar van 2006 voerde het lectoraat Lesgeven in de Multiculturele School op verzoek van het Instituut Theo Thijssen een analyse uit van het ITT-curriculum. Doel ervan was als critical friends commentaar te geven op de manier waarop studenten worden voorbereid op het werken als leerkracht in een multiculturele samenleving en in het bijzonder op multicultureel samengestelde scholen. Aan de hand van de analyse kan de opleiding dan bezien waar versterking nodig is om daar de komende jaren aan te werken.
DOCUMENT
Het rapport is deel A van het 5e tussenadvies van de wetenschappelijke Curriculumcommissie. Het rapport onderzoekt of de vernieuwde kerndoelen voor het onderwijs in Nederlands, rekenen en wiskunde voldoen aan de doelstellingen van de curriculumherziening. In het bijzonder voor het terugdringen van overladenheid en het bevorderen van kansengelijkheid.
DOCUMENT