Anéla is de Nederlandse Vereniging voor Toegepaste Taalwetenschap en organiseert activiteiten op het gebied van de toegepaste taalwetenschap in Nederland en België. Deze bundel bevat de bijdragen aan de 8e Anéla Conferentie, gehouden op 22 en 23 mei 2015 in Egmond aan Zee, in samenwerking met de Belgische Vereniging voor Toegepaste Linguïstiek (ABLA) en AILA-Europe. De belangrijkste thema’s van deze conferentie en van deze bundel zijn taalverandering en dialect, taalonderwijs, taalverwerving, interactie en tekstbegrip.
LINK
Dit boek is bedoeld als een inleiding in de taalwetenschappelijke studie van gebarentalen. Het richt zich niet alleen op de Nederlandse Gebarentaal maar ook op andere gebarentalen, en focust hierin op variatie en overeenkomsten tussen gebarentalen.
DOCUMENT
Op welke manier heeft meertaligheid in de huidige NT2-praktijk een plek? Om daarin inzicht te krijgen heeft Laura Hoveijn voor haar master Toegepaste taalwetenschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam een inventarisatiestudie gedaan naar opvattingen en praktijken van NT2-docenten over meertaligheid. Dit artikel vat de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek samen.
LINK
Iedereen heeft wel een mening over taal. Over het gebruik van 'hun hebben', over de taal van Cruijff, over sms-taal, over Engelse woorden in het Nederlands. Maar wat weten we eigenlijk van taal? In De taalcanon komen alle belangrijke vragen over taal aan bod. Iedereen vraagt zich wel eens af hoe we taal leren. En kun je je moedertaal vergeten? Verschilt een gebarentaal per land? Bestaat er een talenknobbel? Kun je een nieuwe taal bedenken? Is er ooit een oertaal geweest? Praten mannen en vrouwen verschillend? Hoe werkt spraakherkenning via de computer? Staan alle woorden in de Van Dale? En: wat is eigenlijk het nut van grammatica? Alle facetten van taal worden in De taalcanon van alle mogelijke kanten belicht. Ruim vijftig taalwetenschappers -zowel de ervaren en gerenommeerde, als de jonge en veelbelovende- schrijven met enthousiasme diepgravend en op een luchtige toon over dat wat hen zo boeit aan taal. Op deze manier wordt het verschijnsel taal voor iedereen inzichtelijk gemaakt.
LINK
Artikel waarin kort geschetst wordt op welke wijze semantisch georiënteerd grammaticaonderwijs op het v.o. gebruikt kan worden. Beknopte achtergrond bij de workshop over semantisch grammaticaonderwijs op de 26e HSN-conferentie in Brugge.
MULTIFILE
Het unieke van twee talen in een verschillende modaliteit is dat je Nederlandse woorden en gebaren uit de Nederlandse Gebarentaal (NGT) tegelijkertijd kunt produceren: terwijl je een gebaar maakt, kun je er iets bij zeggen. Dat is niet mogelijk bij twee gesproken talen, bijvoorbeeld Nederlands en Spaans. De invloed van NGT en Nederlands op elkaar is een interessant onderwerp van onderzoek. Ons land kent tussen de 15.000 en 18.000 dove Nederlanders die gebarentaal als eerste taal gebruiken en het Nederlands als tweede taal. De meeste doven zijn dus tweetalig. Daarnaast zijn er ook veel ernstig-slechthorenden met Nederlands als eerste taal die veel gebaren gebruiken.
DOCUMENT
Deze openbare les is uitgesproken door dr. Ellen Gerrits ter gelegenheid van haar installatie als lector Logopedie aan Hogeschool Utrecht. Dit lectoraat is ontstaan vanuit een samenwerking tussen de Faculteit Gezondheidszorg van Hogeschool Utrecht, de opleiding Logopediewetenschap van de Universiteit Utrecht en de Koninklijke Auris Groep, een instelling voor begeleiding, zorg en onderwijs voor kinderen met een communicatieve en/of auditieve beperking. Het lectoraat Logopedie heeft als missie om de transparantie van de logopedische zorg te vergroten en kennis te ontwikkelen en te verspreiden over de effectiviteit van logopedische interventie. Hierbij ligt de focus op preventie en care bij kindertaalstoornissen. Het lectoraat wil dit bereiken met praktijkgericht, toegepast onderzoek. Het lectoraat is uniek in Nederland omdat het zich specifiek richt op het vakgebied Logopedie. Het heeft daarom ook als missie om in brede zin bij te dragen aan de onderbouwing en profilering van het beroep logopedie, en aan de professionalisering en academisering van de logopedist.
DOCUMENT
In this paper we describe our work in progress on the development of a set of criteria to predict text difficulty in Sign Language of the Netherlands (NGT). These texts are used in a four year bachelor program, which is being brought in line with the Common European Framework of Reference for Languages (Council of Europe, 2001). Production and interaction proficiency are assessed through the NGT Functional Assessment instrument, adapted from the Sign Language Proficiency Interview (Caccamise & Samar, 2009). With this test we were able to determine that after one year of NGT-study students produce NGT at CEFR-level A2, after two years they sign at level B1, and after four years they are proficient in NGT on CEFR-level B2. As a result of that we were able to identify NGT texts that were matched to the level of students at certain stages in their studies with a CEFR-level. These texts were then analysed for sign familiarity, morpheme-sign rate, use of space and use of non-manual signals. All of these elements appear to be relevant for the determination of a good alignment between the difficulty of NGT signed texts and the targeted CEFR level, although only the morpheme-sign rate appears to be a decisive indicator
DOCUMENT