De snel veranderende maatschappij en de digitalisering en globalisering ervan vragen van opleiders en docenten nieuwe inzichten, kennis en vaardigheden. Docentenopleidingen dragen de maatschappelijke en professionele verantwoordelijkheid om vakdidactische digitale innovatie naar, in dit geval, taal- en cultuuronderwijs, te initiëren, te begeleiden en te evalueren. Binnen dit lectoraat wordt onderzoek verricht naar innoverend en effectief taal- en cultuuronderwijs en naar effectief onderwijs over taalonderwijs bij de lerarenopleiding. Er wordt gekeken naar de rol die nieuwe media kunnen spelen in het optimaliseren van betekenisvolle leerprocessen. Welke toepassingen zijn beschikbaar voor het vreemdetalenonderwijs? Hoe kunnen die zinvol gebruikt worden? Welke didactiek hier hierbij? Wat zijn de rollen van opleiders, docenten en studenten? Wat zijn de kenmerken van effectieve werkvormen en taken die betekenisvolle leerprocessen bevorderen? De onderzoeksopbrengsten worden vertaald naar het talenonderwijs van de lerarenopleiding én het voortgezet onderwijs. Bovendien zullen deze resultaten bijdragen aan een sterke vakdidactische kennisbasis en docentcompetenties en aan een onderzoekende en innovatieve houding van opleiders, leraren in het veld en studenten in de snel veranderende educatieve sector. Dit impliceert een levenlang leren.
Meertaligheid is zowel een gegeven als een doel binnen het Nederlandse voortgezet onderwijs. De inventarisatiestudie van Catherine van Beuningen en Daniela Polišenská laat zien hoe talendocenten in het voortgezet onderwijs denken en handelen ten aanzien van deze meertaligheid. Uit de gerapporteerde opvattingen concluderen zij dat er op dit vlak nog misvattingen heersen en dat er ruimte is voor meer doelgerichte erkenning en benutting van de meertalige repertoires van leerlingen. De talendocenten in de studie zijn zich ook bewust van deze ontwikkelkansen; de overgrote meerderheid van de ondervraagden geeft bijvoorbeeld aan behoefte te hebben aan handvatten voor talensensibiliserend en/of functioneel meertalig taalonderwijs.
LINK
Moderne vreemde talen-docenten op middelbare scholen willen zich meer richten op de communicatieve kant van taalonderwijs. Bestaande taaltoetsen sluiten niet altijd aan op de leerdoelen. Hoe kunnen we toetsen aanbieden waarin communicatie centraal staat? Welke gevolgen heeft dit voor de manier van lesgeven?Doel We onderzoeken hoe een toetsprogramma gericht op communicatieve taalvaardigheden eruit moet zien en wat er nodig is om zo'n programma aan te bieden in het voortgezet moderne vreemde talen onderwijs. Hiermee willen we het toetsprogramma laten aansluiten op het onderwijs van moderne vreemde talen, waarin communicatie steeds belangrijker is. Praktijkverkenning In de eerste fase van het project is de praktijk van het Nederlandse vreemdetalenonderwijs verkend op het gebied van didactiek en toetsing. De mate van samenhang tussen leerdoelen, didactiek en toetsing is onderzocht door in tien verschillende talensecties docenten te interviewen, toetsen te analyseren, lessen te observeren en leerlingen te bevragen. De resultaten van de inventarisatie laten een gebrek aan samenhang zien tussen de drie elementen: de leerdoelen zijn communicatief, maar de aangeboden toetsen en leeractiviteiten zijn dat niet of niet voldoende. Aanpak In een tweede zogenaamde ontwerpgerichte projectfase is een professionele leergemeenschap gevormd, bestaande uit 21 vreemdetalendocenten uit 15 verschillende scholen. Ze hebben zich een schooljaar lang gebogen over de vraag: “Minder en beter toetsen: hoe doe je dat?” Aan de hand van theorie en praktijkervaringen hebben ze in co-creatie materiaal ontwikkeld voor de ontwikkeling van een eigen communicatief toetsprogramma voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De betrokken docenten hebben eerst het ontwikkelde materiaal uitgeprobeerd in hun praktijk. Na evaluatie en bijstelling is het materiaal verzameld in een handleiding (zie publicatie) en beschikbaar gesteld aan tien nieuwe scholen die hiermee een communicatief toetsprogramma ontwikkeld en geïmplementeerd hebben in de praktijk. Ervaringen van zowel docenten als leerlingen waren veelal positief. De effecten van de implementatie op het didactisch handelen van de docenten worden momenteel onderzocht. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. We zullen de resultaten daarnaast beschikbaar maken via een proefschrift en presentaties op conferenties en studiedagen voor docenten. Looptijd 01 september 2018 - 31 december 2023 Masterstudenten moderne vreemde talen die lesgeven in het derde leerjaar van het VO kunnen meedoen aan het onderzoek. Catherine van Beuningen (hoofddocent Talenonderwijs en Meertaligheid, Hogeschool van Amsterdam) is als copromotor bij dit project betrokken.
Taal speelt een essentiële rol in het leren, ook in zaakvakken zoals wereldoriëntatie of geschiedenis. Soms worden deze vakken in het Engels gegeven (CLIL). We hebben lesstrategieën en lesmaterialen ontworpen om het leren in CLIL-contexten te bevorderen.Doel Nederlandse basisscholen onderwijzen (zaak)vakken steeds vaker in het Engels. Dit wordt Content and Language Integrated Learning (CLIL) genoemd. Zeker wanneer Engels de voertaal is in de klas, moeten leerkrachten zich bewust zijn van de verschillende rollen die taal speelt in het leerproces. Wij hebben daarom samen met vijf basisscholen strategieën en materialen voor CLIL-lessen ontworpen met een effectieve focus op taal. Op deze manier werkten we aan de professionele ontwikkeling van de deelnemende scholen. Met het project wilden we ook bijdragen aan bredere praktijk- en kennisontwikkeling. Resultaten Het onderzoeks- en professionaliseringsproject heeft inzichten opgeleverd over manieren waarop leraren gelijktijdig het leren van een nieuwe taal (Engels) en nieuwe inhoud kunnen stimuleren. Deze inzichten zijn ook relevant voor andere meertalige onderwijscontexten. Vier factoren bleken van grote waarde voor de professionele- en praktijkontwikkeling van de vijf consortiumscholen: • tegemoetkoming aan contextspecifieke factoren • kennis nemen en toepassen van theorie • ruimte voor reflectie • uitwisseling en samenwerking met collega’s Het project leverde ook een aantal praktijkproducten op. Deze kunt u hier downloaden (pdf): Looptijd 01 september 2018 - 30 juni 2021 Aanpak Dit is een ontwerpgericht project waarin we samen met de betrokken scholen lesstrategieën en lesmaterialen ontwierpen, implementeerden en evalueerden. Catherine van Beuningen was vanuit het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs hoofdonderzoeker in dit project. Momenteel is zij als hoofddocent Talenonderwijs en Meertaligheid verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam.
Taal speelt een essentiële rol in ons leven. We hebben taal nodig in interactie met anderen, om uitdrukking te geven aan ervaringen en emoties, om te denken en te leren. Taal is bovendien onlosmakelijk verbonden met cultuur en identiteit. Het onderwijs, en het talenonderwijs in het bijzonder, heeft de opdracht te zorgen dat alle kinderen/jongeren de talige competenties ontwikkelen die nodig zijn voor succesvolle participatie op school en in de samenleving. In de huidige superdiverse, geglobaliseerde maatschappij gaat het hierbij om meertalige competenties. Het huidige talenonderwijs wordt echter geconfronteerd met twee uitdagingen. Ten eerste zijn klassen steeds taaldiverser, zeker op het vmbo; grote aantallen leerlingen groeien op met een andere taal dan of naast het Nederlands. Leraren voelen zich onvoldoende voorbereid om hun onderwijs af te stemmen op deze meertalige realiteit, wat ertoe leidt dat niet alle leerlingen optimale leerkansen krijgen. Ten tweede staat het talenonderwijs onder druk: veel leerlingen halen beoogde niveaus niet en zijn ongemotiveerd voor de talenvakken, o.a. doordat talen gescheiden van elkaar en gescheiden van culturele inhouden worden onderwezen. In dit project onderzoeken HvA, HU en UvA, samen met scholen, beroepsvereniging Levende Talen, SLO, Nuffic en ITTA hoe een didactische aanpak waarin alle talen erkend, benut en ontwikkeld worden en die inzet op het stimuleren van meertalig taalbewustzijn, beide uitdagingen het hoofd kan bieden. Ook wordt onderzocht welke professionalisering docenten nodig hebben om zo’n aanpak te implementeren. In co-creatie ontwerpt, beproeft en evalueert het consortium een meertalige, talenbewuste aanpak voor de kernvakken Nederlands en Engels en het flankerende professionaliseringstraject. Ten slotte wordt in een quasi-experimentele studie het effect van de aanpak en professionalisering onderzocht op leerling- en docentniveau. Het project genereert inzicht in hoe een meertalige, talenbewuste aanpak effectief vorm kan krijgen in taaldiverse vmbo-klassen. Daarnaast levert het project beproefde, flexibel inzetbare les- en professionaliseringsmaterialen op.