Ouderen wonen langer zelfstandig en behouden steeds langer hun eigen dentitie. Een slechte mondgezondheid kan een negatieve invloed op de algemene gezondheid hebben. E-health heeft al zijn entree in de gezondheidszorg gemaakt en draagt bij aan de zelfzorg en gedragsverandering van patiënten. Toch wordt e-health in de mondzorgkunde nog beperkt gehanteerd. Artikel over 'Gebruik van informatietechnologie ter ondersteuning van de mondzorg van thuiswonende ouderen' verschenen in Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde. 2018; 125: 461-466
MULTIFILE
Abstract Objective: To determine the associations between four validated multidimensional self-report frailty scales and nine indices of oral health in communitydwelling older persons. Materials and Methods: This pilot study was conducted in a sample of 208 older persons aged 70 years and older who visited two dental practices in the Netherlands. Frailty status was measured by four different self-report frailty questionnaires: Tilburg Frailty Indicator (TFI), Groningen Frailty Indicator (GFI), Sunfrail Checklist (SC), and the Sherbrooke Postal Questionnaire (SPQ). Oral health was assessed by two calibrated examiners. Results: The prevalence of frailty according to the four frailty measures TFI, GFI, SC, and SPQ was 32.8%, 31.5%, 24.5%, and 49.7%, respectively. The SC correlated with four oral health variables (DMFT, number of teeth, percentage of occlusal contacts, Plaque Index), the TFI with three (number of teeth, percentage of occlusal contacts, Plaque Index), the GFI only with DPSI, and the SPQ with the number of teeth and the number of occlusal contacts. Conclusion: Of the studiedmultidimensional frailty scales, the SC and TFIwere correlated with most oral health variables (four and three, respectively). However, it should be noticed that these correlations were small. Clinical relevance: The SCand TFImight help to identify older people with risk of poor oral health so that preventive care can be used to ensure deterioration of oral health and maintenance of quality of life. Vice versa early detection of frailty by oral care professionals could contribute to interprofessional management of frailty.
DOCUMENT
Hoofdstuk 2 in Klinisch redeneren voor verpleegkundigen L. van Straalen & M. Schuurmans (redactie) Het boek geeft inzicht in het klinisch redeneerproces van de verpleegkundige, en helpt de verpleegkundige bij het kritisch leren gebruiken van verschillende soorten kennis in specifieke patiëntsituaties. Dit boek legt uit waarom het belangrijk is dat zowel studenten als verpleegkundigen aandacht besteden aan klinisch redeneren. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen beschrijft hoe je klinisch redeneren kan leren en toepassen en hoe je daarbij gebruik maakt van kennis, ervaring en reflectie. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen laat ook zien hoe je van gegevens tot een probleemstelling en interventies komt en waarom standaard diagnoses niet altijd passen. Als laatste gaat klinisch redeneren voor verpleegkundigen in op de relatie tussen indirecte zorg en klinisch redeneren. Ook het belang van continue professionele ontwikkeling voor het klinisch redeneren komt aan de orde
LINK
De zeven Nederlandse onderwijsinstellingen voor mondzorg- en tandheelkunde hebben hun krachten gebundeld in ORANGEHealth. Deze zeven partners zijn initiatiefnemers van een meerjarig programma waarin zij samen met publieke en private partijen de toekomst van (mond)zorg en (mond)gezondheid vormgeven, met speciale aandacht voor preventie, de juiste zorg op de juiste plek, interprofessionele samenwerking en aandacht voor kwetsbare groepen. Orange FORCE is een kickstart project van het consortium Orange Health en richt zich op de (mond)gezondheid van ouderen.