Communication problems are acknowledged as hazardous eventualities affecting operations negatively. However, a few systematic attempts have been made to understand the pattern of communication issues and their contribution to safety events. In this paper, we present the AVAC-COM communication model and taxonomy based on the cybernetics approach and a literature review. The model elements and taxonomy variables regard the actors, signals, coders, interference, direction and timing, predictability, decoders, and channels. To test the applicability and potential value of the AVAC-COM framework, we analysed 103 safety investigation reports from aviation published between 1997 and 2016 by the respective authorities of Canada, the United States, Australia, the United Kingdom and the Netherlands. The overall results of the 256 cases of communication flaws detected in the reports suggested that these regarded more frequently Human-Media and Human-Human interactions, verbal and local communications as well as unfamiliarity of the receivers with the messages transmitted. Further statistical tests revealed associations of the region, time period, event severity and operations type with various variables of the AVAC-COM taxonomy. Although the findings are only indicative, they showed the potential of the AVAC-COM model and taxonomy to be used to identify strong and weak communication elements and relationships in documented data such as investigation and hazard reports.
Most of the scientific literature on computer games aimed at offering or aiding in psychotherapy provides little information on the relationship between the game's design and the player's cognitive processes. This article investigates the use of Bloom's taxonomy in describing a psychotherapeutic game in terms of knowledge level and cognitive processing. It introduces the Revised Bloom Taxonomy and applies this to five psychotherapeutic games (Personal Investigator, Treasure Hunt, Ricky and the Spider, Moodbot, and SuperBetter) in a two-round procedure. In the first round consensus was reached on the Player Actions with Learning Objectives (PALOs) in each game. The second round sought to determine what level of knowledge and cognitive processing can be attributed to the PALOs by placing them in the taxonomy. Our low intercoder reliability in the second round indicates that Bloom's Revised Taxonomy is not suitable to compare and contrast content between games.
MULTIFILE
Kansarme groepen, zoals mensen met een lage sociaal-economische positie, profiteren onvoldoende van gedragsveranderende interventies op het gebied van gezondheid. Met name op het gebied van e-health voor gezonde voeding blijft het onderzoek achter. Er is behoefte aan een helder overzicht van de gedragsveranderende strategieen die bij deze groepen aansluiten.Doel Het opstellen van een overzicht van wetenschappelijk gepubliceerde gedragsveranderingstechnieken en onderliggende werkingsmechanismen in interventies gericht op het veranderen van eetgedrag van kansarme groepen, gebruikmakend van e-health. Resultaten De opbrengst van dit project bestaat uit een overzicht van gedragsveranderende strategieën en onderliggende werkingsmechanismen in e-health interventies gericht op het eetgedrag van kansarme groepen, getoetst aan de beroepspraktijk. Relevantie/ impact van het project Voor het onderbouwen van preventieprogramma's, interventies en communicatie richting kansarme groepen is er onder gezondheidsprofessionals en interventie-ontwerpers behoefte aan een helder overzicht dat de bestaande reviews naar gedragsveranderingstechnieken incorporeert, aanvult en toetst aan de praktijk. Looptijd 01 januari 2020 - 01 maart 2021 Aanpak Dat overzicht genereren we middels een scoping review: een vorm van kennissynthese waarbij zoekopdracht, studie-inclusie en samenvatting van de inhoud op systematische wijze wordt uitgevoerd. Als classificatiesysteem gebruiken we een state-of-the-art overzicht (taxonomie) van veelgebruikte gedragsveranderingstechnieken.
Broedplaatsen voorzien in passende werkruimte voor creatieve professionals en zijn cruciaal voor de culturele infrastructuur van de stad. Maar broedplaatsen zijn meer: hun kleinschalige, lokale werkwijze, met oog voor mens, materiaal en milieu maakt ze tot puntbronnen van maatschappelijke waardecreatie. Daarom zijn gemeenten erop gebrand deze locaties voor de stad te behouden. De afgelopen jaren is de druk op de ruimte echter stevig toegenomen, waardoor de creatieve sector, met haar beperkte economische draagkracht, steeds verder in het nauw komt. Gemeenteambtenaren hebben moeite om de waarde van broedplaatsen in dit vastgoed- en bouwgeweld een plek te geven. Ook worstelt de institutioneel ingerichte gemeenteorganisatie met het informele bottom-up karakter van broedplaatsinitiatieven. Samen met negen gemeenten en acht kennis-/netwerkpartners leggen Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Fontys en Hogeschool Rotterdam in dit onderzoek de basis voor een toekomstgerichte gemeentelijke broedplaatsenaanpak die gestoeld is op een duurzaam en rechtvaardig huisvestingsmodel voor de creatieve sector. Daarbij is aandacht voor: • Het benaderen van broedplaatsen vanuit een integraal perspectief op publieke waarden; • Het scheppen van ruimtelijke en programmatische condities voor broedplaatsvoorzieningen; • De samenwerking tussen de gemeente, broedplaatsontwikkelaars en eindgebruikers; • Het inrichten van sturingskaders en verantwoordingsmechanismen. Beoogde opbrengsten van het onderzoek zijn onder andere: • Een taxonomie van broedplaatsconcepten in relatie tot verschillende gebiedstypen; • Een handboek voor gemeenteprofessionals over het organiseren van samenwerking rond broedplaatsvoorzieningen; • Ontwerponderzoeken en scenariostudies naar de inrichting van nieuwe broedplaatsconcepten en governancemodellen voor creatieve huisvesting; • De doorontwikkeling van een instrument (KEM) voor het evalueren van en sturen op publieke waardecreatie door broedplaatsen; • Kennisdossiers over de financiële en juridische borging van een integrale broedplaatsenaanpak; • Een leernetwerk voor ambtenaren voor kennisdeling en competentieontwikkeling. Dit project bouwt voort op eerder onderzoek door de betrokken hogescholen naar de maatschappelijke impact van broedplaatsen.