Objectives: The aim of this study was to study measurement properties of the DutchLanguage Version of the Brief Resilience Scale (BRS-DLV) in blue and white collarworkers employed at multiple companies and to compare the validity and factorstructure to other language versions.Methods: Workers (n = 1023) were assessed during a cross-sectional health surveillance.Construct validity was tested with exploratory and confirmatory factor analyses(EFA and CFA) and hypothesis testing. Reliability was tested with Cronbach 's alpha.Results: A two-factor structure of the BRS-DLV had good model fit in both EFAand CFA, which could be explained by difficulties of workers with reversed orderitems. After excluding these inconsistent answering patterns, a one-factor structureshowed good model fit resembling the original BRS (χ2 = 16.5; CFI & TLI = 0.99;SRMR = 0.02;RMSEA = 0.04). Internal consitency is sufficient (Cronbach 'sα = 0.78). All five hypotheses were confirmed, suggesting construct validity.Conclusions: Reliability of the BRS-DLV is sufficient and there is evidence of constructvalidity. Inconsistent answering, however, caused problems in interpretationand factor structure of the BRS-DLV. This can be easily detected and handled becauseitem 2, 4 and 6 are in reversed order. Other language versions differ in factorstructure, most likely because systematic errors are not corrected for. To collect validdata, it is advised to be aware of inconsistent answering of respondents.CC BY-NC
MULTIFILE
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
Zet de Rekenkamer proactief aan het werk met klimaatwet. Daarmee zorg je volgens Martien Visser voor een consistent overheidsbeleid en draagvlak voor impopulaire maatregelen. Zo overwinnen we tegenslagen en verliezen we het einddoel van de Klimaatwet niet uit het oog.
LINK
Van forensisch sociale professionals wordt verwacht dat ze adequaat om kunnen gaan met tegenslagen of negatieve gebeurtenissen die tijdens het werk plaats vinden. Er is echter nog weinig bekend over wat zij nodig hebben om zich te beschermen tegen mogelijke of daadwerkelijk schadelijke invloeden die op hen af komen. Wat is er voor nodig om mentaal weerbaar te blijven binnen dit werkveld?Doel Tijdens dit project inventariseren we ervaringen op het gebied van mentale weerbaarheid bij deze professionals, om een algemeen beeld te krijgen van de specifieke stressoren op verschillende gebieden (maatschappij, organisatie, team/collega’s, cliënten, privé) binnen het forensische werkveld. Wat is er nodig om adequaat te functioneren in risicovolle omstandigheden wat is er nodig om te herstellen na een ingrijpende gebeurtenis, wat kan er geleerd worden van een tegenslag en hoe kan dit geleerde ingezet worden binnen het forensische werkveld? Resultaten Dit onderzoek resulteert in inzicht in wat er nodig is om metaal weerbaar te blijven. De opgedane kennis kan worden gebruikt om toekomstige professionals optimaal voor te bereiden. Ook kan deze kennis toegepast worden in het werkveld om ervoor te zorgen dat de professional adequaat kan reageren in risicovolle situaties. Looptijd 01 januari 2020 - 01 januari 2021 Aanpak Enquête over mentale weerbaarheid onder forensisch sociale professionals Interviews: Welke beschermende factoren kunnen bijdragen aan het mentaal gezond zijn en hoe kan er geleerd worden van een tegenslag? Ontwikkelen inzichten en toepassing daarvan in het forensische werkveld Ontwikkelen methodiek en aanpassing onderwijs
De overgang naar volwassenheid verloopt voor veel jongeren niet vanzelf. Dit geldt vooral voor kwetsbare jongeren die moeizaam hun weg vinden naar opleiding, werk en sociaal leven. Bij het ontbreken van passende ondersteuning lopen zij het risico op maatschappelijke marginalisering. Sinds de drie grote transities in het sociale domein zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van die ondersteuning. Juist voor de doelgroep kwetsbare jongeren blijkt het een lastige opgave passende, integrale hulp te bieden op verschillende levensgebieden. Doel van dit onderzoek is verbetering van de professionele ondersteuning van deze doelgroep en daarmee vergroting van hun (kansen op) maatschappelijke participatie. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kan professionele ondersteuning aansluiten bij de leefwereld van kwetsbare jongeren in de overgang naar volwassenheid (16-20 jaar) en bijdragen aan hun veerkracht en maatschappelijke participatie? Centrale rol in het onderzoek speelt het begrip veerkracht, dat verwijst naar de mate waarin jongeren in staat zijn om individuele, relationele en contextuele hulpbronnen te gebruiken om beperkingen en tegenslagen te overwinnen. Het onderzoeksdesign bestaat uit een kwalitatief deel en kwantitatief deel, die beide cross-sectionele en longitudinale componenten bevatten. Door vragenlijstafname en interviews met een brede doelgroep jongeren in Amsterdam, Haarlem en Rotterdam, waarvan een selectie gevolgd wordt in de tijd, wordt inzicht opgedaan hoe hun kwetsbaarheid zich op verschillende leefgebieden manifesteert, welke belemmeringen zij ervaren in hun maatschappelijke participatie en welke (informele en formele) vormen van steun hen helpen. Uitvoering Amsterdam, Haarlem en Rotterdam geeft zicht op een diversiteit aan doelgroepen, beleidscontexten en uitvoeringspraktijken. Benutten van de onderzoeksresultaten door beleidsmakers en werkveldpartners die deel uitmaken van het consortium moet leiden tot verbetering van de (lokale) professionele ondersteuning van jongeren. De samenwerking tussen drie hogescholen en een gerenommeerd nationaal kennisinstituut waarborgt de kwaliteit van het onderzoek en de verankering van de resultaten in het werkveld en de opleiding van professionals.