Intention of healthcare providers to use video-communication in terminal care: a cross-sectional study. Richard M. H. Evering, Marloes G. Postel, Harmieke van Os-Medendorp, Marloes Bults and Marjolein E. M. den Ouden BMC Palliative Care volume 21, Article number: 213 (2022) Cite this articleAbstractBackgroundInterdisciplinary collaboration between healthcare providers with regard to consultation, transfer and advice in terminal care is both important and challenging. The use of video communication in terminal care is low while in first-line healthcare it has the potential to improve quality of care, as it allows healthcare providers to assess the clinical situation in real time and determine collectively what care is needed. The aim of the present study is to explore the intention to use video communication by healthcare providers in interprofessional terminal care and predictors herein.MethodsIn this cross-sectional study, an online survey was used to explore the intention to use video communication. The survey was sent to first-line healthcare providers involved in terminal care (at home, in hospices and/ or nursing homes) and consisted of 39 questions regarding demographics, experience with video communication and constructs of intention to use (i.e. Outcome expectancy, Effort expectancy, Attitude, Social influence, Facilitating conditions, Anxiety, Self-efficacy and Personal innovativeness) based on the Unified Theory of Acceptance and Use of Technology and Diffusion of Innovation Theory. Descriptive statistics were used to analyze demographics and experiences with video communication. A multiple linear regression analysis was performed to give insight in the intention to use video communication and predictors herein.Results90 respondents were included in the analysis.65 (72%) respondents had experience with video communication within their profession, although only 15 respondents (17%) used it in terminal care. In general, healthcare providers intended to use video communication in terminal care (Mean (M) = 3.6; Standard Deviation (SD) = .88). The regression model was significant and explained 44% of the variance in intention to use video communication, with ‘Outcome expectancy’ and ‘Social influence’ as significant predictors.ConclusionsHealthcare providers have in general the intention to use video communication in interprofessional terminal care. However, their actual use in terminal care is low. ‘Outcome expectancy’ and ‘Social influence’ seem to be important predictors for intention to use video communication. This implicates the importance of informing healthcare providers, and their colleagues and significant others, about the usefulness and efficiency of video communication.
MULTIFILE
Physiotherapy, Dietetics and Occupational Therapy have been collaborating over recent years to develop an optimal healthcare programme for patients with Post Intensive Care Syndrome (PICS). This case is an example of PICS symptomatology and focuses on the collaboration between Physiotherapy and Dietetics. What is PICS? Owing to healthcare improvements, more and more patients are surviving the intensive Care Unit (ICU), and recovery during and after ICU stay has been receiving more attention [1, 2]. Approximately 30% of the patients admitted to an ICU have persistent symptoms including muscle weakness, reduced walking ability, fatigue, concentration deficits, memory problems, malnutrition, sleep and mood disorders sometimes even years after discharge [3-8]. Since 2012, this combination of physical, cognitive and psychiatric manifestations and reduced quality of life after staying in an ICU has been recognised as Post Intensive Care Syndrome (PICS) [9]. The impact of PICS is often not limited to the patient as it may also impact the mental status of the patient’s immediate family. This is known as PICS-Family (PICS-F) [10-12]. Treatment of PICS: Approximately 80% of PICS patients need primary care physiotherapy. Physiotherapists and GPs are often the only primary care professionals involved in the recovery process of these patients after hospital discharge [13, 14]. Both patients and healthcare professionals report a number of difficulties, e.g. limited transmural continuity in healthcare, coordination of multidisciplinary activities, supportive treatment guidelines and specific knowledge of pathology, treatment and prognosis. Patients report that they are not adequately supported when resuming their professional activities and that medical and allied healthcare treatments do not fully meet their needs at that time [15-18]. The REACH project: In order to improve the situation, the REACH project (REhabilitation After Critical illness and Hospital discharge) was started in Amsterdam region in the Netherlands. Within REACH, a Community of Practice – consisting of professionals (physiotherapists, occupational therapists, dieticians), those who live or have lived with the condition and researchers – has developed a transmural rehab programme. A special attribute of this programme is the integration of the concept of “positive health”. The case in this article describes the treatment of a PICS patient treated within the REACH network.
DOCUMENT
Het verhaal van je levenTerminale kankerpatiënten worstelen naast hun ziekte vaak met een veelheid aan tegenstrijdige emoties. Het AMC en HKU onderzoeken samen hoe het ervaren en maken van kunst kan helpen bij het hervinden van zingeving. Looptijd: juli 2018 – juli 2023Waar moet je het zoeken als je weet dat je leven binnenkort eindigt omdat je ongeneeslijk ziek bent? Zo’n onverwacht einde brengt veel en verschillende emoties met zich mee. Patiënten verliezen vaak een gevoel van zingeving. Goed om daarover te praten, maar soms is het makkelijker om via artistieke verbeelding te zoeken naar houvast. Twee oncologen uit het AMC klopten aan bij de HKU om die mogelijkheid te verkennen. Nirav Christophe en Henny Dörr, beiden werkzaam in het HKU-lectoraat Performatieve Maakprocessen, zetten samen met hen het onderzoek ‘In Search of Stories’ op. Gesteund door KWF Kankerbestrijding draaien zij nu een vijfjarige pilot die zich richt op het stimuleren van interactie tussen teksten, kunst en iemands eigen verhaal.TransdisciplinairIn een gefaseerd traject koppelen Henny en Nirav terminale kankerpatiënten aan een kunstenaar die bij ze past. Die kunstenaars – van schrijver en beeldend kunstenaar tot theatermaker en muzikant – hebben dan al een intensief trainingstraject gevolgd om zich voor te bereiden op de samenwerking met ernstig zieke mensen, hun familieleden en zorgprofessionals. “We geven ze handvatten om transdisciplinair te werken,” aldus Nirav. De geestelijke verzorgers doen ook mee aan de training, zodat experts uit verschillende domeinen elkaar weten te vinden. “De kunstenaar moet samen met de patiënt iets in co-creatie gaan maken, zonder het creatieve proces te laten sturen door het feit dat iemand ‘zielig’ is. Ze moeten leren omgaan met alle emoties, en die er in het werk allemaal laten zijn. Het gebeurt ook dat mensen gedurende het maakproces sterven, dat is iets om rekening mee te houden. Overigens stopt het creatieve proces van de kunstenaar daarmee meestal niet, dat is mooi maar ook verwarrend.”ZintuiglijkDe kunstenaar gaat samen met de patiënt een soort Zomergasten-programma aan, waarin de ervaring van de patiënt centraal staat. Het begint met het kiezen van een betekenisvol verhaal uit de wereldliteratuur en daar worden steeds meer persoonlijke ervaringen aan toegevoegd, om gaandeweg een eigen verhaal te kunnen construeren. Dat kan letterlijk een boek zijn vol verhalen, gedichten, e-mails en foto’s, zoals een van de deelnemers net gemaakt heeft met een schrijfster. Een ander maakte samen met een beeldend kunstenaar een grote steen voor in de tuin die van binnenuit verlicht wordt. Een derde ging met een textielontwerper op zoek naar een gevoel van geborgenheid: het werd een zachte jas met een patchwork van haar leven, waarin ze een fotoshoot deed voor haar familie. Zintuiglijke ervaringen zijn een belangrijk onderdeel van het maakproces, iets wat in dit project nadrukkelijk wordt toegevoegd aan de gangbare psychische steun via gesprekken.Mixed impactHet doel van ‘In Search of Stories’ is meervoudig. Voor de mensen die weten dat ze gaan sterven is het streven een betere kwaliteit van het leven dat hen nog rest. Het project biedt een creatief handvat om hun eigen levensverhaal te duiden en nieuwe zingeving te vinden. Dat een van de deelnemers stopte met chemo om zich helemaal aan het kunstwerk te kunnen wijden, zegt al iets over de impact. Maar er is ook een artistieke opbrengst: de eerste werken worden begin volgend jaar tentoongesteld in een museum. En ondertussen brengen de onderzoekers van de HKU in kaart hoe transdisciplinaire co-creatie werkt en hoe je dat in het curriculum van academies zou kunnen opnemen. Nirav: “Uiteindelijk zullen we kunstenaars steeds meer gaan opleiden voor dit soort praktijken. We verzamelen nu ingrediënten voor onderwijsinnovatie én zorginnovatie. Na afronding van de pilot volgende zomer gaan we daarover meer publiceren. Daar hoort natuurlijk een voorstel voor opschaling bij. Het zou fantastisch zijn als er straks een ziekenhuis is dat deze methode structureel kan aanbieden.”SamenwerkingspartnersUniversity Medical Centre Amsterdam, Maastricht University Medical Centre, Amsta, Spaarne Gasthuis Haarlem, Radboud University Nijmegen, HKU Utrecht University of the Arts, KWF Kanker Bestrijding, Stichting Geneeskunst, Stichting voor Patiënten met Kanker aan het SpijsverteringskanaalDocentonderzoekers HKUNirav Christophe, Henny Dörr, Marloeke van der Vlugt, Ruud Lanfermeijer, Daniela Moosmann, Tjallien Walma van der Molen, Marcel Dolman, Falk HübnerOndersteund doorKWF Kankerbestrijding
In de palliatieve terminale zorg is men nog erg terughoudend in de toepassing van telehealth technologie, terwijl voorgaande studies wel de potentiele meerwaarde ervan hebben aangetoond. In deze postdoc aanvraag zal daarom nader onderzoek worden gedaan naar de acceptatie van telehealth in de palliatieve terminale zorg. Het doel van het onderzoek is inzichtelijk maken hoe telehealth ingezet zou moeten worden in de palliatieve terminale zorg opdat het van meerwaarde is in het ondersteunen van; 1) de uitwisseling van informatie tussen zorgvragers en zorgverleners, en 2) de sociale interactie van zorgvragers met familie en naasten. De thematiek van het onderzoek sluit aan bij de onderzoekslijn Technology in Society van het lectoraat Technology, Health & Care. Het lectoraat opereert vanuit de pijler Health & Wellbeing dat onderdeel vormt van de corporate onderzoeksagenda van Saxion getiteld Living Technology'. De postdoc zal onder supervisie van de lector het onderzoek nader gaan uitwerken en uitvoeren. Daarbij zal ook nauwe samenwerking worden gezocht met studenten en de praktijk. Tevens zal de postdoc onderdeel uitmaken van een onderwijsteam opdat vervlechting van onderzoek en onderwijs goed tot stand gaat komen. In grote lijnen zal het onderzoek bestaan uit een literatuurstudie en een studie in de praktijk naar het gebruik en ervaringen van telehealth in de palliatieve terminale zorg. Vervolgens zal nader onderzoek zich richten op het ontwerp van een testopstelling voor de toepassing van telehealth in de praktijk van palliatieve terminale zorg. De postdoc zal zorgdragen dat studentopdrachten worden uitgezet bij diverse opleidingen opdat studenten kennis maken met het doen van onderzoek, en dat inspirerende colleges worden ontwikkeld, ingebed en verzorgd in diverse curricula. Daar waar mogelijk gaan studenten en docenten van verschillende opleidingen samenwerken om de gewenste interdisciplinariteit vorm te geven. Tot slot zal de postdoc in het kader van professionalisering zorgdragen voor kennisoverdracht naar docenten.