Full text via link. In de praktijk van terrorismebestrijding, waaronder ook radicalisering, lopen professionals geregeld tegen ethische dilemma’s aan. Nederland en het Verenigd Koninkrijk kennen allerlei instrumenten die besluitvorming ondersteunen bij dergelijke dilemma’s. Anke van Gorp, Stijn Hoorens en Michael Kowalski beschrijven het instrumentarium om ethische besluitvorming bij terrorismebestrijding beter te verankeren
LINK
Professionals die betrokken zijn bij terrorismebestrijding hebben regelmatig te maken met beslissingen die een afweging tussen verschillende morele waarden (lijken te) vereisen. Hierbij kan men denken aan een afweging tussen privacy, vrijheid, mensenrechten en veiligheid. Omdat in Nederland een brede definitie van het begrip terrorismebestrijding wordt gehanteerd, omvat dit ook initiatieven die zich richten op het bestrijden of voorkomen van radicalisering. Dit maakt dat veel verschillende beroepsgroepen dergelijke (ethische) afwegingen moeten maken. Politieagenten en medewerkers van veiligheidsdiensten maar ook sociaalwerkers, jongerenwerkers, gemeenteambtenaren en docenten. Deze vragen zijn erg actueel bij jongeren die naar Syrië of Irak willen reizen of uit deze gebieden willen terugkeren
DOCUMENT
In de afgelopen jaren is terrorismebestrijding wereldwijd zich meer gaan richten op het anticiperen op de dreiging die ervan uitgaat. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en de Europese Commissie benadrukken daarom steeds meer dat preventie geboden is. Uitgangspunt is dat terroristische daden niet alleen kunnen worden voorkomen met repressieve maatregelen, maar dat radicaliseringsprocessen naar gewelddadig extremisme in een vroeg stadium moeten worden ontdekt. Het gaat daarbij om een fase die te boek staat als ‘vroegsignalering’, met als doel preventief dreigingen te identificeren die bijdragen aan mogelijk extremistisch geweld. De focus hierbij ligt op het signaleren van afwijkend gedrag, en tegelijkertijd op het bevorderen van sociale stabiliteit op wijkniveau. Professionals die dagelijks in direct contact staan met burgers, onder wie de lokale politieagenten, zouden hierin een sleutelrol spelen.
DOCUMENT
This document presents the findings of a study into methods that can help counterterrorism professionals make decisions about ethical problems. The study was commissioned by the Research and Documentation Centre (Wetenschappelijk Onderzoeken Documentatiecentrum, WODC) of the Dutch Ministry of Security and Justice (Ministerie van Veiligheid en Justitie), on behalf of the National Coordinator for Counterterrorism and Security (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid,NCTV). The research team at RAND Europe was complemented by applied ethics expert Anke van Gorp from the Research Centre for Social Innovation (Kenniscentrum Sociale Innovatie) at Hogeschool Utrecht. The study provides an inventory of methods to support ethical decision-making in counterterrorism, drawing on the experience of other public sectors – healthcare, social work, policing and intelligence – and multiple countries, primarily the Netherlands and the United Kingdom
DOCUMENT
Abstract Chapter 4: Basing ourselves on a literature review and expert interviews we create an overview of methods and tools to identify and respond to ethical questions used in healthcare, social work, police and the military. We identify six main types of methods or tools that can support professionals or organisations in dealing with ethical issues. Some of these methods are already used in CT or could be used. Some methods or tools are targeted at individual professionals or small groups, whilst others are targeted at the organisational level. The methods and tools are described in brief. Samenvatting boek: Wat is ethisch wel en wat niet geoorloofd? De aanslagen die de Europese hoofdsteden teisteren wrijven het ons in: terrorismebestrijding is noodzakelijk en is onlosmakelijk verbonden met de moderne samenleving. De inlichtingendiensten en andere organisaties die zich hiermee bezighouden, stuiten echter telkens op de vraag hoe ver zij mogen gaan. Waar liggen de grenzen? Wat is ethisch wel en wat niet geoorloofd? En vooral: hoe gaan professionals met deze soms levensgrote dilemma's om? In deze Engelstalige uitgave reflecteren wetenschappers, terrorismebestrijders en ethici op dit zeer actuele thema.
MULTIFILE
Met het oog op preventie inzake terrorisme heeft Nederland de laatste jaren – naast het uitbreiden van bevoegdheden voor justitie en veiligheidsinstanties – ook op lokaal niveau geïnvesteerd in de opzet van gemeentelijke netwerken om ontwikkelingen die de maatschappij kunnen ontwrichten tegen te gaan. Tezamen hebben lokale instanties de verantwoordelijkheid gekregen om zogeheten radicalisme en extremisme vroegtijdig te signaleren. Dit sluit aan bij de visie van het Europese Countering Violent Extremisme- ofwel kortweg CVE-beleid. Het gaat daarbij vooral om het monitoren van grensoverschrijdende geesteshoudingen. Op deze manier wordt getracht de dreiging die uitgaat van het mondiale jihadisme ‘breed’ aan te pakken. Deze verschuiving van terrorismebestrijding van nationaal naar lokaal niveau, alsook het verleggen van de focus van ‘handelingen’ naar ‘gedachtegoed’, heeft direct gevolgen voor de betrokkenheid van maatschappelijke actoren.
LINK
Jongerenwerkers hebben een cruciale rol toegewezen gekregen in het bestrijden van terrorisme. Ze zijn er echter niet voor opgeleid en moeten bij gebrek aan duidelijke maatstaven handelen op basis van hun eigen waardeoordeel. Daarbij is het de vraag of sociale professionals überhaupt als agenten van sociale controle moeten optreden.
LINK
De afgelopen jaren richt terrorismebestrijding zich meer op het anticiperen op de dreiging die ervan uitgaat. Vroegsignalering van afwijkend gedrag onder jongeren is daarom een belangrijk onderdeel van de aanpak geworden. Eerstelijns professionals die in de haarvaten van de samenleving hun werk doen, worden aangespoord om radicaliseringsprocessen naar gewelddadig gedrag in een vroeg stadium te signaleren. Een rol die ook is toegewezen aan de wijkagent. Tot op heden is echter weinig bekend over hoe lokale politieagenten deze taak naar eigen inzicht oppakken. Ook verschenen in de Sdu uitgave Het tijdschrift voor de Politie 2020(3), 32-35.
LINK
Een paar dagen geleden was ik op een bijeenkomst waar een aantal kopstukken uit onze nationale terrorismebestrijding het woord voerde. De Nederlander voelt zich nog net zo veilig als een paar weken geleden, zo hoorde ik daar. Dat was immers de conclusie van een onderzoek van EenVandaag. Dat klopt. Dat onderzoek werd alleen gehouden vóór de gebeurtenissen in België. Het was een quick&dirty opinieonderzoek met alle beperkingen van dien. En bovenal liet het helemaal niet zien dat ‘de’ Nederlander zich nog net zo veilig voelde.
LINK
Beschouwing van Andrea donker op de controverse tussen Ronald Plasterk (minster van BiZa) en Sophie in 't Veld (europarlementariër D66)
DOCUMENT