Jaarlijks keren ongeveer 30.000 ex-gedetineerden terug in de lokale samenleving. In een flink aantal gevallen vallen zij na enige tijd terug in het plegen van strafbare feiten. Bekend is dat circa 70 procent van de ex-gedetineerden na 6 jaar weer in aanraking komt met politie en justitie. Dit leidt, zeker wanneer het gaat om ex-zedendelinquenten en plegers van gewelddadig gedrag, in toenemende mate tot maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rol van de burgemeester en in het algemeen het openbaar bestuur is in deze situaties van toenemend belang. De kans dat een ex-gedetineerde een recidivist en een veelpleger wordt en blijft is groot. Een goede begeleiding van de terugkeer van ex-gedetineerden is dan ook van groot belang om te voorkomen dat zij terugvallen in hun oude gedrag. Bij deze nazorg vanuit detentie zijn dan ook verschillende partijen betrokken. In dit boek wordt deze problematiek door een aantal gerenommeerde deskundigen uiteen gezet en er worden voorbeelden gegeven van succesvolle praktijken om ex-gedetineerden en ex-Tbs-gestelden te re-integreren in de (lokale) samenleving, waarbij ook enkele buitenlandse praktijken worden beschreven.
LINK
Gesprekken in een oncologisch traject focussen vooral op diagnose en behandeling. Zorgen over seksualiteit en intimiteit worden zelden besproken. Oncologische zorgprofessionals erkennen het belang van deze gesprekken, maar vinden het moeilijk om deze te voeren. Echter, het is essentieel dat patiënten hun zorgen rondom seksualiteit en intimiteit kunnen bespreken.
Het is essentieel dat cliënten na een opname in een ziekenhuis of revalidatiecentrum blijven werken aan een actieve leefstijl die bijdraagt aan preventie, participatie en kwaliteit van leven. Hoewel gezondheid en gedrag primair de verantwoordelijkheid is van mensen zelf, is niet iedereen in staat na thuiskomst het geleerde zelfstandig voort te zetten. Na een opname wordt de transitie naar de thuissituatie door patiënten als moeilijk ervaren, soms met achteruitgang en heropnames als gevolg. Zorgprofessionals herkennen dit ook en willen de transitie naar huis beter vormgeven. De centrale vraag die Hogeschool Leiden (Lectoraat Eigen Regie bij Fysiotherapie en Beweegzorg), Haagse Hogeschool (Lectoraat Revalidatie en Technologie), Hanze Hogeschool (Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health & Nursing Care), zorginstellingen Basalt (revalidatiecentrum) en Nij Smellinghe (ziekenhuis) en fysiotherapiepraktijken Medifit en Havenfysio (MKB-bedrijf) willen beantwoorden is: WAT is, gezien vanuit het perspectief van de ervaringsdeskundige cliënt, bepalend voor het fysiek actief blijven en integreren van duurzaam beweeggedrag in de eigen thuissituatie tot 1 jaar na transitie vanuit de intramurale zorg. Vanuit positieve gezondheid wordt breed onderzocht hoe mensen de fysieke, sociale en emotionele uitdagingen in relatie tot fysieke activiteit hebben benaderd en ervaren in hun thuissituatie na intramurale zorgopname. Cliënten wordt gevraagd naar hun meest waardevolle en frustrerende ervaringen en activiteiten met betrekking tot fysiek actief blijven in de eerste 3 tot 12 maanden na thuiskomst. Door het gebruik van storytelling worden de ervaringsdeskundigheid en dieperliggende motivaties van cliënten centraal gesteld binnen hun persoonlijke thuissituatie. We brengen vervolgens beïnvloedbare factoren van fysieke activiteit in de thuissituatie van mensen in kaart vanuit de perspectieven positieve gezondheid, eigen regie en gedrag. Op basis van de bevindingen wordt in co-creatie een innovatieve interventie agenda opgeleverd over hoe de betrokken partners fysieke activiteit in de thuissituatie kunnen ondersteunen en hoe de samenwerking in de zorgketen beter georganiseerd kan worden.
Aanleiding In Nederland krijgen jaarlijks circa 40.000 mensen een beroerte. Verschillende professionals begeleiden hen bij de revalidatie: revalidatieartsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, bewegingsagogen, psychologen en maatschappelijk werkers. Deze professionals geven aan dat zij behoefte hebben aan behandelprogramma's die inspirerend zijn en de therapietrouw vergroten, die efficiënt en effectief zijn. Ze willen dat de behandeling thuis gedaan kan worden, terwijl ze toch de patiënt kunnen begeleiden/coachen én het behandelproces kunnen (blijven) monitoren. Door het grote aanbod van e-healthtoepassingen is het voor de professional echter moeilijk een goede keuze te maken. Doelstelling De centrale onderzoeksvraag van dit project is: In welke mate wordt de kwaliteit van behandelen door professionals verbeterd als gevolg van digitale ondersteuning van thuisrevalidatie voor patiënten die een CVA (Cerebro Vasculair Accident) hebben gehad? FAST@HOME wil thuis revalideren na een CVA mogelijk maken door op basis van de wensen van professionals, CVA-patiënten en mantelzorgers, een digitale omgeving te ontwikkelen vanuit state-of-the-art e-healthkennis en -toepassingen. Tegelijkertijd onderzoekt FAST@HOME de effectiviteit van de nieuwe behandelmethode. Naast de behoefte aan en noodzaak tot autonomie en zelfmanagement van patiënten na een CVA, is het voor de revalidatiesector essentieel om de komende jaren in te zetten op doelmatigheid en kostenreductie. De projectdeelnemers zullen dus ook de kosten van FAST@HOME onderzoeken. Beoogde resultaten Resultaten uit het onderzoek en de projecten worden gepubliceerd in 'peer-reviewed journals'. Via actieve en regelmatige verspreiding van nieuwe kennis tijdens seminars, workshops en trainingen en in publicaties worden ook andere professionals uit de revalidatiepraktijk bereikt. Het project wordt afgesloten met een congres voor belanghebbende stakeholders.