Welke tips zou je aan je medestudenten of aan de opleiding geven? Dit kunnen tips zijn op het vlak van welzijn, tips op vlak van online onderwijs of het thuis studeren. Deze vraag stelden we aan het eind van het internationale welzijnsonderzoek. Alle tips zijn geanalyseerd en ingedeeld naar tips voor medestudenten, docenten en het onderwijs. Daarnaast is een vergelijking gemaakt met een eerdere welzijnsstudie uit 2018. De nadruk ligt voor studenten vooral op onderling contact en samen studeren. Ook het aanbrengen van een vaste dagstructuur wordt vaak genoemd. Voor docenten veel tips over persoonlijk contact en zaken als meer online interactie, flexibiliteit en ondersteuning bij het plannen. Voor opleidingen lijken duidelijkheid en informatie in coronatijd echt een noodzaak.
DOCUMENT
De onderzoekslijnen Studiesucces en Diversiteit voeren momenteel een langdurige kwalitatieve studie uit naar studenten en hun ervaringen met het (online) hoger onderwijs. De studie richt zich op vraagstukken rondom sociale en academische binding, motivatie, studentenwelzijn en gelijke kansen. In juni en november 2020 110 geïnterviewd. In deze infographic delen we de eerste resultaten van deze laatste studie. Studenten missen de gezelligheid en structuur van school. Ze hebben behoefte aan contact en vinden het lastig om gemotiveerd te blijven. Thuis studeren vraagt veel energie en zelfdiscipline. Studenten zijn thuis sneller afgeleid en hebben meer moeite met hun concentratie. De voorlopige resultaten lijken de aanname te bevestigen dat samen studeren motiveert. Naast ervaringen is ook gevraagd naar tips om het welzijn en de betrokkenheid van studenten te vergroten.
MULTIFILE
Kun jij wel wat tips gebruiken om je aandacht bij je studie te houden nu het onderwijs online is gegaan? Lees dan onderstaande tips van het lectoraat Studiesucces. Deze tips zijn samengesteld op basis van wetenschappelijke inzichten uit de cognitieve psychologie, neuropsychologie en onderwijskunde en uit onze eigen onderzoeken naar motivatie, stress, bevlogenheid en studie-uitval.
DOCUMENT
Aanleiding: Blijven bewegen is voor ouderen van belang om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen functioneren en te kunnen blijven participeren in de samenleving. Uit onderzoek blijkt echter dat slechts de helft van de 65-plussers voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Doelgerichte interventies op maat zijn nodig om hen aan het bewegen te houden. Fysiotherapeuten en oefentherapeuten Mensendieck en Cesar willen met een nieuw preventie-aanbod adequaat anticiperen op de beginnende fysieke functioneringsproblemen van ouderen. Maar preventie is een ander en nieuwer kennisdomein dan zorg en vraagt om andere en nieuwe kennis en vaardigheden van de professionals. Het implementeren van innovaties in de zorg- of preventiemarkt blijkt in de praktijk bovendien niet gemakkelijk. Doelstelling Het hoofddoel van dit RAAK-project is om in nauwe samenwerking met ouderen de basis te verstevigen voor het duurzaam implementeren van preventieve beweegprogramma's voor ouderen door fysio- en oefentherapeuten. In het project wordt voortgebouwd op de Functionele Training Ouderen (FTO), een state-of-the-art preventief beweegprogramma dat op korte termijn effectief gebleken is in een onderzoeksomgeving, maar nog niet breed is geïmplementeerd. In zogenoemde KennisNetwerk Ouderen en Preventie (KNOP)-teams geven professionals en de beoogde eindgebruikers (ouderen 70+) samen vorm aan de implementatie van FTO en aan het realiseren van het gelieerde onderzoek. Beoogde resultaten De concrete resultaten van dit project zijn onder andere: " een handleiding van een preventief beweegprogramma; " best practices voor implementatie van preventieve beweegprogramma's in verschillende praktijksituaties; " een minor over het onderwerp; " casussen in CGO- en PGO-onderwijs over preventief bewegen bij 70+-ouderen; " meerdere publicaties. Om een goed netwerk te bouwen streeft het consortium ernaar ten minste 300 therapeuten te bereiken van wie ten minste 50 FTO geïmplementeerd hebben en de overige bereid zijn tot implementeren. Aanleiding: Blijven bewegen is voor ouderen van belang om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen functioneren en te kunnen blijven participeren in de samenleving. Uit onderzoek blijkt echter dat slechts de helft van de 65-plussers voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Doelgerichte interventies op maat zijn nodig om hen aan het bewegen te houden. Fysiotherapeuten en oefentherapeuten Mensendieck en Cesar willen met een nieuw preventie-aanbod adequaat anticiperen op de beginnende fysieke functioneringsproblemen van ouderen. Maar preventie is een ander en nieuwer kennisdomein dan zorg en vraagt om andere en nieuwe kennis en vaardigheden van de professionals. Het implementeren van innovaties in de zorg- of preventiemarkt blijkt in de praktijk bovendien niet gemakkelijk. Doelstelling Het hoofddoel van dit RAAK-project is om in nauwe samenwerking met ouderen de basis te verstevigen voor het duurzaam implementeren van preventieve beweegprogramma's voor ouderen door fysio- en oefentherapeuten. In het project wordt voortgebouwd op de Functionele Training Ouderen (FTO), een state-of-the-art preventief beweegprogramma dat op korte termijn effectief gebleken is in een onderzoeksomgeving, maar nog niet breed is geïmplementeerd. In zogenoemde KennisNetwerk Ouderen en Preventie (KNOP)-teams geven professionals en de beoogde eindgebruikers (ouderen 70+) samen vorm aan de implementatie van FTO en aan het realiseren van het gelieerde onderzoek. Beoogde resultaten De concrete resultaten van dit project zijn onder andere: " een handleiding van een preventief beweegprogramma; " best practices voor implementatie van preventieve beweegprogramma's in verschillende praktijksituaties; " een minor over het onderwerp; " casussen in CGO- en PGO-onderwijs over preventief bewegen bij 70+-ouderen; " meerdere publicaties. Om een goed netwerk te bouwen streeft het consortium ernaar ten minste 300 therapeuten te bereiken van wie ten minste 50 FTO geïmplementeerd hebben en de overige bereid zijn tot implementeren.
Nu het thuiswerken langer duurt worden effecten merkbaar. Wat is de impact van het thuiswerken als gevolg van COVID-19 op de duurzame inzetbaarheid van werkend Nederland? Samen met afstudeerders van de opleiding Human Resource Management hebben wij kennis verzameld over de effecten. Wat gaat er beter of efficiënter? Waar gaat het juist minder? En wat zijn de schaduwzijden?Doel Als lectoraat wilden wij kennis ontwikkelen door het (verplicht) thuiswerken te bestuderen en te kijken naar effecten op de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Daarnaast wilden wij voor studenten de gelegenheid scheppen om te kunnen afstuderen op een actueel HRM thema; stages en afstudeeropdrachten waren - juist door de situatie rond COVID-19 - schaars. We hebben niet alleen onderzoek gedaan naar de effecten van het thuiswerken, maar ook gezocht naar oplossingen om medewerkers vanuit huis duurzaam inzetbaar te houden. Resultaten Onderzoeksresultaten en aanbevelingen voor organisaties, leidinggevenden en medewerkers hebben we samengevat in de whitepaper “Hybride werken: wat kunnen we leren van de thuiswerkperiode?” Looptijd 01 februari 2021 - 01 juli 2021 Aanpak Werkwijze: als organisaties zich voor onze student kunnen openstellen, zodat hij/zij informatie mag komen ophalen, zullen wij de student begeleiden. Een behulpzame contactpersoon bij de organisatie is een belangrijke succesfactor. Mogelijke manieren van samenwerken Wij nodigden organisaties uit om zich open te stellen zodat een student informatie mag halen in relatie tot het thema ‘duurzame inzetbaarheid bij thuiswerken’. Mogelijke manieren om informatie te delen waren: Het leveren van data (bijvoorbeeld ziekteverzuimcijfers, of opleidingsinspanning) Het toestaan van een survey Het toestaan van interviews Gesprekken met HR of HR-team Het toestaan van focusgroepen Het doen van een klein experiment/pilot (en evaluatie ervan)