The focus of my research is how Bartholomeus Guesthouse (BG), founded in 1407 by Willem van Abcoude, has organized care over more than 600 years for the elderly and elderly sick people in the Centre of Utrecht. After the reorganization of 1817 -by Royal Law- the 7 (9) Guesthouses were merged to one Board called “College van Regenten der Vereenigde Gods-en Gasthuizen” .They have had their domicile in Bartholomeus Guesthouse. This Guesthouse survived as elderly care centre on particular foundation, which has meant until today that people from different religions were welcome. The properties of the other guesthouses came under supervision of the Board of “Vereenigde Gods-en Gasthuizen”. The heritage of the other foundations was , in terms of property and land, considerable. In my paper I will present the following items: -An inventarisation of the situation after 1817 and the ‘cameren’ (vrij woningen) of the different guesthouses in Utrecht and what their (living) conditions were at that time; -the Policy of the Board supervising the Free Houses/ Cameren for Elderly during this area; the observation of the archive manager S.Muller Fz.is good illustration of the situation in 1900; -the inhabitants of the ‘vrij woningen’; the selection and the rules as part of the social housing policy; - a more general analysis: the policy of poor relief and the debate of who had to take care of the poor? - all subjects give an answer to the question whether or not poor relief can be regarded as a safety valve for the (lower) middle class, in the ninetheenth century.
DOCUMENT
How and where can Dutch design entrepreneurs find work in Germany? This was the question DutchDFA put to the research team at Inholland University of Applied Sciences in February 2010. But the researchers took a different angle, and generated unexpected data, revealing patterns, and valuable new insights into practicing design and architecture abroad.
DOCUMENT
Nederland staat voor een grote woningbouwopgave. Volgens cijfers van het CBS moeten er tot 2030 een miljoen woningen gebouwd worden in Nederland. De vraag naar nieuwe woningen concentreert zich met name in de stedelijke gebieden. Den Haag wil binnenstedelijk het aantal woningen verdubbelen in het zogenaamde Central Innovation District. Volgens de huidige plannen komen in het CID de komende jaren 20.500 woningen bij voor 40.000 nieuwe inwoners. Ten aanzien van stedenbouw kiest de gemeente Den Haag ervoor om het CID te ontwikkelen tot een centrummilieu: een gebied met een hoge concentratie van wonen, werken en andere voorzieningen. De functiemenging wordt onder andere ingevuld door middel van hoge bouw en hoogbouw waarbij de plint een belangrijke rol vervult. Maar hoe kan de buitenruimte van het CID zo worden ingericht dat het bijdraagt aan de kwaliteit van leven van de bewoners? In antwoord op deze vraag zijn in het afgelopen jaar een drietal expertmeeting georganiseerd vanuit De Haagse Hogeschool in samenwerking met de gemeente Den Haag. Deze expertmeetings vonden plaats in november 2020, januari 2021 en maart 2021. Hierbij wordt gefocust op drie thema’s, namelijk sociale eenzaamheid & architectuur, gezondheid & de openbare ruimte en stedelijke vernieuwing en ongelijkheid. De expertmeetings vonden alle drie online plaats.
DOCUMENT
Het voormalige SuikerUnieterrein in Groningen is aangewezen als experimenteergebied voor ruimtelijke ontwikkelingen. Bouwbedrijf Van Wijnen realiseert daar het Loskade-project, “de circulaire wijk van overmorgen”. De 46 woningen die daar momenteel gebouwd worden zijn voor tijdelijke bewoning. Huurders hebben maximaal een half jaar een woning ter beschikking en de woningen blijven 11 jaar staan. Daarna wordt de wijk gedemonteerd en elders herbouwd, een zogenaamde “pop-up wijk”. Een spannend experiment dus, zeker op het gebied van circulariteit!Zodra mensen een nieuwe woning betrekken, wordt deze meestal eerst aangepast aan hun wensen. De keuken en/of badkamer gaan er vaak uit, een tussenwand sneuvelt of wordt geplaatst. Van duurzaamheid of circulariteit is geen sprake. Hoe gaat dit bij de woningen aan de Loskade? Hoe circulair gaan die worden?Dat is de vraag die Van Wijnen en andere betrokken bedrijven hebben. Zij hebben behoefte aan meer kennis over circulariteit en de toepasbaarheid tijdens de gebruiksfase van dit bouwproject. Besloten is daarom om een Living Lab Loskade Circulair te ontwikkelen. Binnen het Living Lab moet de volgende centrale vraag beantwoord gaan worden:Op welke manier kan in een wijk met alleen maar tijdelijke huurders een grote circulariteit bereikt worden die door huurders gewenst en geaccepteerd wordt.
Het voormalige SuikerUnieterrein in Groningen is aangewezen als experimenteergebied voor ruimtelijke ontwikkelingen. Bouwbedrijf Van Wijnen realiseert daar het Loskade-project, “de circulaire wijk van overmorgen”. De 46 woningen die daar momenteel gebouwd worden zijn voor tijdelijke bewoning. Huurders hebben maximaal een half jaar een woning ter beschikking en de woningen blijven 11 jaar staan. Daarna wordt de wijk gedemonteerd en elders herbouwd, een zogenaamde “pop-up wijk”. Een spannend experiment dus, zeker op het gebied van circulariteit! Zodra mensen een nieuwe woning betrekken, wordt deze meestal eerst aangepast aan hun wensen. De keuken en/of badkamer gaan er vaak uit, een tussenwand sneuvelt of wordt geplaatst. Van duurzaamheid of circulariteit is geen sprake. Hoe gaat dit bij de woningen aan de Loskade? Hoe circulair gaan die worden? Dat is de vraag die Van Wijnen en andere betrokken bedrijven hebben. Zij hebben behoefte aan meer kennis over circulariteit en de toepasbaarheid tijdens de gebruiksfase van dit bouwproject. Besloten is daarom om een Living Lab Loskade Circulair te ontwikkelen. Binnen het Living Lab moet de volgende centrale vraag beantwoord gaan worden: Op welke manier kan in een wijk met alleen maar tijdelijke huurders een grote circulariteit bereikt worden die door huurders gewenst en geaccepteerd wordt. Het project gaat het volgende opleveren: Een Living Lab dat de structuur biedt voor een verder vervolg van het project. Een onderzoeksmethode om in een wijk met tijdelijke huurders de bewonerstevredenheid te meten, ontwerpaanpassingen te genereren en te realiseren en de functionaliteit van de woningen te meten. Eerste uitkomsten van onderzoek naar de bewonerstevredenheid, ontwerpen en functionaliteit. De vraagarticulatie voor een vervolgproject.
De coöperatieve vereniging Woldwijk (hierna CV Woldwijk) ontwikkelt sinds 2016 een gebied van circa 40 hectare aan de noordoostkant van het dorp Ten Boer. Op een terrein met een (vooralsnog) agrarische bestemming zijn sindsdien tijdelijke woningen en een gemeenschapshuis (in totaal ruim 4 hectare), een gemeenschappelijke moestuin (0,6 hectare) en wisselwoningen gebouwd. Daarnaast worden er plannen gemaakt voor de ontwikkeling van een op het terrein gelegen monumentale boerderij en het deels inrichten van enkele akkers voor experimentele strokenlandbouw. De CV Woldwijk heeft een vergunning om het reeds bebouwde terrein tot 2027 te gebruiken, dit in afwachting van een definitieve herbestemming. De gemeente Groningen, waartoe Ten Boer sinds 2019 behoort, is leidend in de vormgeving van de definitieve herbestemming. Momenteel is het traject om tot een dorpsvisieplan te komen in ontwikkeling. De CV Woldwijk wil een vervolgstap in de professionalisering van haar organisatie en in de gebiedsontwikkeling van Woldwijk maken en heeft daarom het lectoraat Leefomgeving in Transitie gevraagd onderzoek te verrichten naar onderwerpen die bij kunnen dragen aan de opschaalbaarheid (en daarmee input leveren voor een toetsing naar haalbaarheid en het creëren van draagvlak) van haar duurzame plannen en zo “een substantiële bijdrage te leveren aan de wijkontwikkeling die hier ongetwijfeld plaats gaat vinden” (bron: document Werksessie Fieldlab Woldwijk, dd. 12/09/22). De mogelijke onderzoeksthema’s waaraan het initiatief Woldwijk raakt zijn divers en op verschillende schaalniveaus onder te verdelen: Op objectniveau (woningen, gemeenschapshuis en hoeve): bijvoorbeeld op het vlak van experimenten met circulaire bouwmethodieken tot biobased bouwen en van duurzame (monumentale) herbestemming tot tijdelijke en verplaatsbare bouwwerken. Op buurtniveau (omvattend Landjegoed, Tiny Houses Woldwijk en Staatjevrij): bijvoorbeeld van het (bottom-up) ontwikkelproces, tot de formelere aspecten met betrekking tot de vergunningverlening en van de leefbaarheidsontwikkeling tot en met de lokale gemeenschapsvorming. En op wijkniveau: bijvoorbeeld de betekenis van Woldwijk voor het dorp Ten Boer; zowel met betrekking tot leefbaarheidsontwikkeling en waardeontwikkeling.