Objectives: Animals with induced tinnitus showed difficulties in detecting silent gaps in sounds, suggesting that the tinnitus percept may be filling the gap. The main purpose of this study was to evaluate the applicability of this approach to detect tinnitus in human patients. The authors first hypothesized that gap detection would be impaired in patients with tinnitus, and second, that gap detection would be more impaired at frequencies close to the tinnitus frequency of the patient. Design: Twenty-two adults with bilateral tinnitus, 20 age-matched and hearing loss–matched subjects without tinnitus, and 10 young normal-hearing subjects participated in the study. To determine the characteristics of the tinnitus, subjects matched an external sound to their perceived tinnitus in pitch and loudness. To determine the minimum detectable gap, the gap threshold, an adaptive psychoacoustic test was performed three times by each subject. In this gap detection test, four different stimuli, with various frequencies and bandwidths, were presented at three intensity levels each. Results: Similar to previous reports of gap detection, increasing sensation level yielded shorter gap thresholds for all stimuli in all groups. Interestingly, the tinnitus group did not display elevated gap thresholds in any of the four stimuli. Moreover, visual inspection of the data revealed no relation between gap detection performance and perceived tinnitus pitch. Conclusions: These findings show that tinnitus in humans has no effect on the ability to detect gaps in auditory stimuli. Thus, the testing procedure in its present form is not suitable for clinical detection of tinnitus in humans.
LINK
Mittels einer Anfang 2011 durchgeführten Online-Erhebung wurden Studierende an den Universitäten Oldenburg, Groningen und der Hochschule Utrecht in Bezug auf die Hörsituation an ihrer Bildungseinrichtung befragt. Die Erhebung verfolgte das Ziel, den Anteil der Studierenden mit einer Hörbeeinträchtigung an den genannten Standorten differenziert zu erfassen. Eine statistische Analyse der Daten ergab, dass an allen drei Einrichtungen mehr als 25 Prozent der Studierenden von einer Beeinträchtigung im Hören betroffen waren, wobei eine Geräuschempfindlichkeit die am häufigsten genannte Hörbeeinträchtigung darstellte.
DOCUMENT
The students from three universities (Groningen, Oldenburg and the University of Applied Sciences in Utrecht) were surveyed on the experience of hearing and listening in their studies. Included in the online survey were established questionnaires on hearing loss, tinnitus, hyperacusis, a subscale on psychosocial strain resulting from impaired hearing and a questionnaire about students’ perceptions of listening ease in study environments. Results from the 10,466 students who completed the survey (13% response rate) are highlighted, with particular attention to listening ease and measures proposed by students for improving it. The number of students having problems with hearing and listening transpires to be substantially larger when research is not constrained to students with a recognised hearing impairment, suggesting that listening is primarily a sociocultural performance and achievement rather than an artefact of physical attributes. One finding from our survey is that classroom practices could be more effective if study soundscapes are improved, while universities might exercise greater inclusive responsibility for study as a high quality sensory experience for the benefit of all students.
LINK
Het project Freequencies onderzoekt hoe ontwerpkracht kan bijdragen aan de ontwikkeling en implementatie van Freequency in de behandeling van tinnitus (oorsuizen). Freequency is een innovatieve Augmented Reality (AR) serious game die principes uit cognitieve gedragstherapie en exposuretherapie vertaalt naar een interactieve, zelfgeleide behandelmethode voor patiënten in hun thuissituatie. Dit project richt zich op hoe ontwerpprincipes kunnen worden ingezet om de bruikbaarheid, acceptatie en effectiviteit van dergelijke digitale zorginterventies te verbeteren. Door een ontwerpend onderzoeksproces te volgen, worden de behoeften en ervaringen van patiënten, zorgprofessionals en ontwerpers centraal gesteld. In co-creatie sessies, interviews en iteratieve testfasen wordt onderzocht hoe de spelervaring, therapeutische effectiviteit en implementatievoorwaarden geoptimaliseerd kunnen worden. Het project levert nieuwe inzichten op over hoe design thinking-methodologieën binnen de zorg kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van digitale hulpmiddelen die niet alleen technisch functioneel, maar ook psychologisch en praktisch effectief zijn. Daarnaast onderzoekt Freequencies hoe ontwerpkracht kan bijdragen aan bredere adoptie en opschaling van digitale zorginnovaties. Dit omvat het ontwikkelen van implementatiestrategieën die recht doen aan de complexiteit van de zorgpraktijk en het testen van nieuwe validatiemethoden die verder gaan dan traditionele klinische effectmetingen. De uitkomsten van dit project dragen bij aan de kennisbasis over hoe ontwerpend onderzoek kan helpen om innovatieve technologieën duurzaam te integreren in de zorg, met als bredere doelstelling het versterken van de rol van ontwerp in maatschappelijke innovatie.
In Nederland staat gehoorschade als gevolg van lawaai in de top 3 van meest voorkomende beroepsziekte. In de sector onderwijs, worden met name gymdocenten en zwemonderwijzers herkend als risicogroep voor het optreden van gehoorschade. Gehoorschade behoort tot de categorie moeilijkwaarneembare arbeidsrisico’s. Dit zijn risico’s waarvan de risicoperceptie beperkt is. Wanneer schade aan het gehoor ontstaat is dit onomkeerbaar, de schade is niet meer te herstellen. Gezondheidseffecten kunnen onder meer bestaan uit vermoeidheid, tinnitus, klachten over stemgebruik en hoofdpijn. Met ingang van 2023 moeten alle kinderen in het primair onderwijs minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs krijgen door een vakleerkracht. De urgentie om gehoorschade aan te pakken wordt daardoor nog groter. De Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) heeft in 2020 onderzocht hoe de vakleerkrachten bewegingsonderwijs de akoestiek van de sportzalen ervaren. Maar liefst 56% van de ondervraagde vakleerkrachten uit het primair bewegingsonderwijs ondervond hinder van de akoestiek en onwenselijke geluidbelasting. Hoewel er in 2005 een norm voor de akoestiek is opgesteld, voldoen veel gymzalen hier niet aan. Het is daardoor onduidelijk of de (Arbo-)omstandigheden van de vakleerkracht en leerlingen voldoende geborgd zijn. De bestaande norm betreft alleen de zaaleigenschappen én wordt gemeten in een lege zaal. Deze is daarom niet representatief voor de geluidbelasting van de vakleerkracht in de praktijk. Met het werkveld en de klankbordgroep is uitgebreid verkend waar de vakleerkrachten in de praktijk behoefte aan hebben. De resultaten van het onderzoek van de KVLO en de gesprekken met het werkveld geven aanleiding om te onderzoeken wat de werkelijke geluidbelasting in de praktijk is. Doel van de KIEM-aanvraag is om vakleraren bewegingsonderwijs inzicht en betekenis te geven in de geluidbelasting in de praktijk. Dit doen we door zaaleigenschappen en geluidbelasting te visualiseren. Resultaten van dit onderzoek worden in een vervolgonderzoek uitgediept.
Met ingang van 2023 krijgen alle kinderen in het primair onderwijs minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs door een vakleerkracht. Voor de vakleerkrachten bewegingsonderwijs betekent dit een aanzienlijke uitbreiding van het aantal lesuren. Echter zijn de werkomstandigheden niet altijd optimaal, zeker niet wat akoestiek betreft. Sportaccommodaties voldoen vaak niet aan de normen voor een goede akoestiek, waardoor de leraren aan hoge geluidsniveaus worden blootgesteld. In de praktijk komen er regelmatig klachten betreffende geluidsoverlast in sportaccommodaties. Blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan op lange termijn voor onherstelbare gehoorproblemen zorgen. Daarnaast zijn er ook secundaire effecten en hebben veel vakleerkrachten stemproblemen, vermoeidheid en concentratieverlies als gevolg van de rumoerige werksituatie. Met dit onderzoek willen we een bijdrage leveren aan het realiseren van een gezonde werkomgeving voor vakleerkrachten bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Preventie van beroepsslechthorendheid begint met kennis over- en bewustzijn van de risico’s die (teveel) blootstelling aan geluid met zich mee kan brengen. In dit onderzoek gaan we daarom inventariseren wat de kwaliteit van het gehoor is, wat de geluidsniveaus zijn waaraan vakleerkrachten worden blootgesteld, wat de relatie is tussen de akoestische parameters van de sportaccommodatie en de geluidsniveaus tijdens de les, hoe de geluidsniveaus inzichtelijk gemaakt kunnen worden en wat de impact van geluid is op het welbevinden, de communicatie en de didactiek van vakleerkrachten. Daarbij wordt er ook een applicatie ontwikkeld die de geluidsniveaus inzichtelijk maakt. Tenslotte brengen we de opgedane kennis en inzichten samen in voorlichtingsmateriaal voor studenten en vakleerkrachten met als doel om een gezonde werkomgeving voor de vakleerkrachten bewegingsonderwijs te realiseren.