Het onderzoek Tussen Burgers en Recht Lokaal? dat in 2018 werd uitgevoerd onder wijkteams in Utrecht is een vervolg op het rapport Tussen Burgers en Mensenrechten Lokaal: Sociale Professionals over Toegang tot Zorg en Ondersteuning. In dit eerdere rapport van het lectoraat Toegang tot het Recht stelde lokale sociaal werkers en teamleiders vier belemmeringen in toegang tot zorg en ondersteuning vast. Deze belemmeringen waren: de beperkte toegang tot de specialistische zorg, een te hoge inschatting van de zelfredzaamheid van burgers, de onduidelijke grenzen tussen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet langdurige zorg (Wlz) en een gebrek aan specifieke kennis en ervaring. Door middel van interviews met tien sociaal raadslieden zijn de belemmeringen nu ook vanuit een sociaal-juridische perspectief onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat sociaal raadslieden een bescheiden rol spelen in het versterken van toegang tot het recht van cliënten in relatie tot zorg en ondersteuning. Tegelijkertijd is er een risico dat ze dit helemaal niet of minder doen vanwege hun relatie met de gemeente, indirect hun werkgever, of collega-sociale professionals met wie ze nauw samenwerken. Dit heeft, ondanks de belangrijke adviserende eerstelijns-rol van sociaal raadslieden, zijn weerslag op het waarborgen van mensenrechten voor de meest kwetsbare burgers in onze maatschappij.
DOCUMENT
Met de transities in het sociaal domein en de daarmee veranderende rol van de sociaal werker wordt een mensenrechtenbenadering relevanter, omdat deze de neveneffecten van het nieuwe beleid voor cliënten zou kunnen ondervangen. Het sociaal werk wordt steeds vaker geprofileerd als ‘mensenrechtenberoep’ omdat deze professionals een brugfunctie vervullen tussen de leefwereld van burgers en het lokale beleid. Doordat sociaal werkers in wijkteams bepalend zijn geworden voor de toegang tot sociale zorg en ondersteuning, zouden zij een rol kunnen spelen in de manier waarop bepaalde sociaal-economische mensenrechten worden gerealiseerd. Toegang tot sociale zorg en ondersteuning kan worden gezien als onderdeel van het recht op gezondheid, het recht op een behoorlijke levensstandaard, en het recht op sociale zekerheid. Wanneer als gevolg van regelgeving en beleid belemmeringen ontstaan in toegang tot zorg, brengt dit risico’s met zich mee voor de realisatie van deze mensenrechten op lokaal niveau. Dit praktijkonderzoek schept een beeld van de invloed van sociale professionals op dit proces. Aan de hand van interviews met sociaal werkers en teamleiders in wijkteams is in kaart gebracht welke belemmeringen in toegang tot zorg en ondersteuning worden geconstateerd in de praktijk. Vervolgens is gekeken naar hoe sociaal werkers en teamleiders met deze belemmeringen omgaan.
DOCUMENT
Deze paper geeft antwoord op de vraag welke betekenis toegang tot recht heeft in wetenschappelijke literatuur, hoe dit in de wet verankerd en in beleid vorm krijgt en hoe zich dit verhoudt tot andere landen. Daartoe wordt ook beschreven welke ontwikkelingen er zijn in de manieren waarop burgers toegang tot recht in praktijk (proberen te) realiseren. Het doel is inzicht te krijgen in de betekenis van toegang tot recht en ‘de staat van’ toegang tot recht in Nederland. De paper heeft de volgende structuur. Hij vangt aan met een verkenning van wetenschappelijke literatuur over de betekenis en het belang van toegang tot recht als ideaal in een moderne rechtsstaat. Dan een beschrijving van de juridische achtergrond en de ontwikkelingen in beleid. Er lijkt grote consensus over de wenselijkheid van toegankelijkheid van het recht voor burgers in algemene zin, maar er zijn recent veel wettelijke en beleidsmatige veranderingen doorgevoerd die invloed hebben op de toegankelijkheid van het recht. Ten slotte volgen enkele kritische kanttekeningen bij ontwikkelingen die deze toegankelijkheid beperken. Er zitten risico’s aan de huidige nadruk op (juridische) zelfredzaamheid van burgers in een complexe samenleving met zoveel regeldrukte als de onze.
DOCUMENT
Het ‘Living Lab, Eerst een Thuis’ van gemeente Utrecht en regiogemeenten geeft dakloze mensen directe toegang tot stabiele huisvesting met ambulante begeleiding. De Hogeschool Utrecht voert actieonderzoek uit. We achterhalen kritische succes- en faalfactoren bij huisvesting, begeleiding en landen in de wijk en zorgen ervoor dat we tussentijds samen kunnen leren en experimenteren. Doel Door dit project krijgen we inzicht in wat werkt bij het huisvesten, begeleiden en helpen landen in de wijk van dakloze mensen. Daarmee willen we de kans op duurzaam herstel van de bewoners vergroten. Leergang Housing First Housing First is bekend als model en systeemaanpak voor het beëindigen van dakloosheid. Wil je weten waar dit precies over gaat? Ben je benieuwd naar wat er bij de implementatie en doorontwikkeling komt kijken? Wil jij met Housing First een effectieve bijdrage leveren aan het beëindigen van dakloosheid? Meld je dan aan voor onze nieuwe Leergang Housing First die in januari '23 van start gaat en wordt verzorgd door Housing First Nederland en Hogeschool Utrecht. Resultaten Inzicht in de kritische succes- en faalfactoren op de thema’s begeleiding, huisvesting en landen in de wijk; Het vergroten van de kans op duurzaam herstel van mensen die na een periode van dakloosheid weer zelfstandig gaan wonen. Looptijd 01 april 2021 - 31 augustus 2023 Aanpak We organiseren groepssessies met bewoners, begeleiders en ketenpartners bij de verschillende projecten die onder het Living Lab vallen. Daarbij kijken wat goed gaat en wat beter kan en vertalen we de opgehaalde informatie naar interventies of actiepunten.
Het ‘Living Lab, Eerst een Thuis’ van gemeente Utrecht en regiogemeenten geeft dakloze mensen directe toegang tot stabiele huisvesting met ambulante begeleiding. De Hogeschool Utrecht voert actieonderzoek uit. We achterhalen kritische succes- en faalfactoren bij huisvesting, begeleiding en landen in de wijk en zorgen ervoor dat we tussentijds samen kunnen leren en experimenteren.
Alcoholgebruiksstoornis (AUD) is een groot probleem. Alleen al in de USA zijn er 15 miljoen mensen met een AUD en meer dan 950.000 Nederlanders drinkt overmatig. Wereldwijd is 3-8% van het aantal sterfgevallen en 5% van alle ziektes en letsels toe te schrijven aan AUD. Zorg staat voor uitdagingen. Zo krijgt meer dan de helft van de AUD-patiënten binnen een jaar na behandeling een terugval. Een oplossing hiervoor is de inzet van Cue-Exposure-Therapy (CET). Daarbij worden cliënten blootgesteld aan triggers d.m.v. objecten, mensen en omgevingen die zucht opwekken. Om op een realistische, veilige en gepersonaliseerde manier deze triggers te ervaren, wordt Virtual Reality ingezet (VRET). Op die manier worden coping-vaardigheden getraind om verlangen naar alcohol tegen te gaan. De effectiviteit van VRET is (klinisch) bewezen. De komst van AR-technologieën roept echter de vraag op om mogelijkheden van Augmented-Reality-Exposure-Therapy (ARET) te onderzoeken. ARET geniet dezelfde voordelen als VRET (zoals een realistische veilige ervaring). Maar omdat AR virtuele-componenten in de echte omgeving integreert, waarbij het lichaam zichtbaar is, roept het vermoedelijk een ander type ervaring op. Dit kan de ecologische validiteit van CET in de behandeling vergroten. Daarnaast is ARET goedkoper te ontwikkelen (minder virtuele elementen) en hebben cliënten/klinieken gemakkelijker toegang tot AR (via smartphone/tablet). Bovendien worden nieuwe AR-brillen ontwikkeld, die nadelen zoals een te klein smartphone-scherm oplossen. Ondanks de vraag vanuit behandelaars, is ARET nog nooit ontwikkeld en onderzocht rondom verslaving. In dit project wordt het eerste ARET-prototype ontwikkeld rondom AUD in de behandeling van alcoholverslaving. Het prototype wordt ontwikkeld op basis van Volumetric-Captured-Digital-Humans en toegankelijk gemaakt voor AR-brillen, tablets en smartphones. Het prototype wordt gebaseerd op RECOVRY, een door het consortium ontwikkelde VRET rondom AUD. Een prototype-test onder (ex)AUD-cliënten zal inzicht geven in behoeften en verbeterpunten vanuit patiënt en zorgverlener en in het effect van ARET in vergelijk met VRET.