Alle hbo-docenten hebben onderzoekend vermogen nodig om in het toekomstbestendig hoger onderwijs te werken en hier aan bij te dragen. Hbo-docenten begeven zich in een dynamische omgeving. Docenten hebben steeds meer rollen, verantwoordelijkheden en taken (Ommering & Koeslag-Kreunen, 2023). Daarnaast verandert het beroepenveld waartoe ze opleiden door (technologische of maatschappelijke) ontwikkelingen. Ook de Corona pandemie of de komst van ChatGPT heeft invloed op het werk van docenten. Hoe ga je hiermee om als docent en/of docententeam? Een belangrijk startpunt is om te herkennen waar handelingskennis ontbreekt, vervolgens deze handelingskennis met een passende grondigheid te verwerven en dit bruikbaar te maken voor de eigen onderwijspraktijk. De zojuist beschreven stappen omvatten het inzetten van het ‘onderzoekend vermogen’. Maar in de weerbarstige dagelijkse praktijk en de wisselende rollen van docenten blijkt dit vaak nog lastig vorm te geven. Als leden van een groter consortium zetten wij ons daarom in voor het expliciteren van de meerwaarde van ‘onderzoekend vermogen’ binnen de context van de hbo-lespraktijk en gaan wij op zoek naar manieren om docenten(-teams) te ondersteunen in het aanboren en (meer) inzetten van dit vermogen.
DOCUMENT
Reactie op 'Verpleegkundigen opleiden voor de ggz' door Koekkoek e.a., in MGV november 2013 Mijn complimenten voor Bauke Koekkoek en zijn collega’s die een fraai overzicht bieden van het opleidingsstelsel voor (GGZ-)verpleegkundigen en de ontwikkelingen daarbinnen. Gezien de complexiteit van dit stelsel hebben nog maar weinigen een goed overzicht. Zeer informatief dus! Al lezende viel mij echter ook op dat de auteurs weinig stelling nemen en richting aangeven voor de toekomst. We hebben een variëteit aan opleidingen die we moeten koesteren en continueren, zo lijkt hun conclusie te zijn. Is dit niet weer te veel polderen in ons kleine kikkerlandje? Laten we nog eens kijken naar een aantal belangrijke en actuele punten.
DOCUMENT
In het Expeditie-onderzoek is vanuit een systeemperspectief op micro-, meso- en macroniveau en in verschillende sectoren van het onderwijsveld gekeken naar of en hoe adaptief vermogen zich bij onderwijsprofessionals manifesteert. In het eindrapport presenteren we de bevindingen van het Expeditie-onderzoek in antwoord op de hoofdvraag: Op welke wijze is sprake van adaptief vermogen in het Nederlandse onderwijsveld in de wisselwerking tussen micro- (individu), meso- (organisatie) en macroniveau (opleiding en beleid) van leraarschap en wat zijn de belangrijkste kenmerken en verklarende en transfereerbare mechanismen van dit adaptief vermogen? Om die vraag te beantwoorden, hebben we gekeken naar manifestaties van adaptief vermogen in het systeem leraarschap, de beleving van onderwijsprofessionals bij veranderingen en factoren en mechanismen die daarbij een rol spelen. In het Expeditie-onderzoek ontdekten we dat twee kenmerken (naast andere kenmerken) die van invloed lijken te zijn op adaptief vermogen – systeem- en toekomstbewustzijn – waarover in de literatuur minder bekend is. In het eindrapport beschrijven we hoe systeem- en toekomstbewustzijn zich manifesteren in het systeem in de context van verandering. In de uitvoering van het onderzoek is gewerkt vanuit een specifieke benadering van sociaal-wetenschappelijk onderzoek genaamd kristallisatie. Kristallisatie omvat het gebruik van diverse onderzoeksmethoden, van wetenschappelijke methoden en technieken tot het inzetten van creatieve werkvormen) om een veelzijdig begrip van complexe vraagstukken te ontwikkelen. In de Expeditie hebben we kristallisatie vertaald naar zeven bouwstenen: literatuurstudie, praktijkvalidatie, TeacherTapp, veldstudie, kunst dialoog methoden, interventiestudie en vignettenstudie. De resultaten van uit de bouwstenen van het Expeditie-onderzoek zijn samengebracht in een model van adaptief vermogen voor het navigeren naar toekomstbestendig leraarschap. Implicaties voor wetenschap en praktijk zijn opgenomen in het rapport.
MULTIFILE
In reactie op de adviezen van de Vernieuwingscommissie Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs stellen de auteurs dat deze adviezen onhaalbaar zijn, en doen zij voorstellen om de opleidingen duurzaam te vernieuwen.
MULTIFILE
Leerlingen bereiden hun studiekeuze op verschillende manieren voor. Door open dagen en proeflessen en door allerlei LOB activiteiten die de school verzorgt. Bij de keuze voor een vervolgopleiding speelt het beroep ('wat kan/wil ik worden?') een belangrijke rol. Jongeren blijken echter vaak een verouderd én weinig overdacht beeld te hebben. Bovendien verandert het werk voortdurend en kan een beroep tegen de tijd dat een leerling de arbeidsmarkt betreedt er al weer anders uit zien. Om toekomstbestendige keuzes te kunnen maken is het belangrijk dat leerlingen worden voorbereid op een leven lang ontwikkelen. Verder speelt bij de keuze het exploreren een belangrijke rol. Daardoor is de leerling in staat te ervaren hoe bepaald werk is.
DOCUMENT
De leraar basisonderwijs van de toekomst zal naast kennisoverdracht ook sterk erop gericht zijn zijn of haar leerlingen op hun eigen ontwikkelingsniveau kennis te leren toepassen en problemen te leren oplossen. Daarvoor is een ander rollenrepertoire voor de leraar van belang geworden: relevante oefenmaterialen en oefeningen ontwerpen en rolpatronen als coaching, uitdagen, diagnostische rol, monitoren van ontwikkeling, zelf voordoen en feedback geven, evalueren. Het dilemma van deze tijd is dat lerarenopleiders die de leraar van de toekomst moeten opleiden zelf zijn grootgebracht met kennisoverdracht als dominant didactisch paradigma. Om deze lerarenopleiders op inspirerende wijze te helpen hun opleidingen toekomstgerichter te maken dient dit veranderingsproject.
DOCUMENT
Vanuit de behoefte om theorie en praktijk meer te integreren de tweedegraads lerarenopleiding van Hogeschool Utrecht (HU) het Samen Opleiden vorm gaan geven door in samenwerking met enkele schoolbesturen leernetwerken op te zetten. Leernetwerken bestaan uit een heterogene groep studenten van verschillende opleidingsrichtingen, waarin schoolopleider en instituutsopleider gestructureerd samenwerken vanuit een gemeenschappelijke visie op opleiden. Met dit evaluatieonderzoek is onderzocht wat de meerwaarde is van het Samen Opleiden in leernetwerken, specifiek op het gevoel van welbevinden en de gepercipieerde competentieontwikkeling van studenten. Hiervoor hebben groepsgesprekken plaatsgevonden met de grondleggers, opleiders en studenten. Om inzicht te krijgen in de beoogde (door grondleggers en opleiders) en ervaren (door studenten) opbrengsten is de CIMO-logica (context, interventie, mechanisme en uitkomst) gebruikt. De heterogeniteit van de leernetwerken en vijf pijlers (koppeling theorie praktijk, positieve ontwikkelingsgerichte begeleiding, zelfsturing vanuit leervragen en intervisie, samenwerking tussen studenten en opleiders en inbreng van innovatief onderzoekend vermogen) vormen de context van de leernetwerken. Door leernetwerken heterogeen samen te stellen (verschillende opleidingen, richtingen en leerjaren) wordt voor verbreding gezorgd, wat door studenten enerzijds als verbreding wordt herkend, maar anderszijds ook als herhaling wordt ervaren. De rol van school- en instituutsopleiders zoals beoogd is om als gelijkwaardige partners te opereren in de begeleiding van het leernetwerk aan de hand van de vijf pijlers. Voor welbevinden komt zowel bij beoogd als ervaren het gevoel van verbondenheid het sterkst naar voren in een omgeving waarin studenten zich gezien en gehoord voelen. Voor competentieontwikkeling komt naar voren dat de leernetwerken zijn opgezet om studenten te helpen hun theoretische kennis in de praktijk te brengen en hen te begeleiden in hun professionele groei binnen het onderwijs. In dit rapport worden, tot slot, enkele kanttekeningen en aanbevelingen over werken vanuit concerns, het omgaan met heterogeniteit en de brede inbedding in schoolontwikkeling gegeven.
DOCUMENT
Dit rapport is een een discussienota en heeft als doelstelling: het aanreiken van een streefmodel en - in beperkte mate - een methodologie, instrumenten en technieken voor vraaggestuurd opleiden binnen Fontys. Ook wordt aandacht besteed aan strategische beleidsvorming om vraaggestuurd opleiden in de instituten te realiseren.
DOCUMENT
Academisch geschoolde leerkrachten kunnen in het primair onderwijs op allerlei manieren bijdragen. Scholen maken echter nog onvoldoende gebruik van hun kennis en kunde. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een gemeenschap van studenten en opleiders met de focus op het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen de opleidingsscholen en -instituten.
MULTIFILE
In dit rondetafelgesprek verkennen we de kerncompetenties voor de mbo-docent van de toekomst: vakinhoudelijke expertise, pedagogisch-didactische vaardigheden en digitale integratie. De Fishbowlmethode bevordert een dynamische discussie waarin alle deelnemers hun visie kunnen delen. We richten ons ook op de rol van praktijkervaring.
MULTIFILE