Het ontwikkelen van een goede multichannel strategie is één van de belangrijkste uitdagingen waar retailers vandaag de dag voor staan. Een toenemend aantal ‘traditionele’ retailers ziet het opzetten van een webshop als een belangrijke aanvulling op hun fysieke winkels en probeert te profiteren van de groeiende e-commerce markt. Om retailers te helpen bij de uitdagingen die het combineren van een webshop met fysieke winkels met zich mee brengen, hebben PwC en de Hogeschool van Amsterdam een verkennend onderzoek uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is om in kaart te brengen hoe multichannel retailers hun bedrijf optimaliseren. In het bijzonder wordt gekeken naar de strategische en operationele uitdagingen waar multichannel retailers voor staan en de manieren waarop zij deze aanpakken. De resultaten zijn gebaseerd op interviews en een online enquête onder 41 multichannel retailers in Nederland.
DOCUMENT
Binnen het project Future-Proof Retail werden acht labformules ontworpen en getest. Het EHBR(etail) lab bleek een van de drie succesformules te zijn: alle betrokken stakeholders hebben deze vorm van samenwerking beoordeeld als heel positief. Tussen 2018 en 2020 vonden zes edities van het lab plaats in verschillende gemeenten in Zuid-Holland. Hierbij had De Haagse Hogeschool de leiding. Onder regie van de opleiding Ondernemerschap & Retail Management werden derde jaarsstudenten via een minor ingezet. De bedoeling van deze handleiding is om te zorgen voor een opschaling van het EHBR(etail) lab in meerdere Nederlandse regio’s en in samenwerking met andere hogescholen en mbo-onderwijsinstellingen. Hierbij is het belangrijk om te realiseren dat de regierol niet alleen specifieke expertise en ervaring in businessmanagement vraagt, maar ook een serieuze investering in tijd en geld. Bovendien is intensieve inzet van hbo-studenten nodig: twee dagen per week gedurende een semester, of minimaal een onderwijsblok van tien weken. Tijdens het living lab worden retailers geactiveerd en kan er een nieuw of aangepast businessmodel ontstaan. Zowel voor individuele retailers of een heel winkelgebied. De verschillende vragen die wor den opgepakt in een EHBR(etail) lab, zijn veel breder dan de vragen bij andere labs. Het inhoudelijke proces is compleet anders dan bij een Hype lab en Lab Circularity, namelijk iteratief - hierbij verwij zen wij graag naar de handleidingen van deze twee labs. Studenten doen met de eerste (hulp)vraag van de individuele retailer of van een heel winkelgebied als startpunt een empathisch onderzoek naar de omgeving. Ze gaan op zoek naar de vraag achter de vraag: wat is nu eigenlijk het probleem of de uitdaging van de ondernemer of het collectief? In het EHBR(etail) lab werken hbo-studenten, bij voorkeur samen met mbo-studenten, met onder zoekers en het bedrijfsleven aan innovatief onderzoek. Dat gebeurt in een zogenaamde quadruple helix-omgeving (zie figuur 1). In cocreatie ontwikkelen de verschillende partijen praktische tools. Gemiddeld nemen vijf tot twintig retailers deel aan een lab. Samen met de studenten doen ze bijvoorbeeld onderzoek naar de relevantie van de deelnemende retailers voor bestaande en nieuwe klanten. De studenten lichten bestaande businessmodellen inclusief ‘customer journey’ door. Het lab werkt in sprints van zes à tien weken, en de deelnemers hanteren de methode van design thinking. Het succes van het lab bleek namelijk in grote mate samen te hangen met de design-thinking skills van de betrokken studenten en docenten. Studenten die in labs het probleem van ondernemers en medewerkers konden herkaderen (het probleem áchter het probleem boven tafel wisten te krijgen), konden veel waarde toevoegen aan het leerproces van de ondernemer. Zeker omdat zij volgens design thinking verbeterplannen ook concreet konden toepassen en uittesten in experimenten.
DOCUMENT
Het winkellandschap in Nederland verandert in steeds sneller tempo. En de binnensteden veranderen mee. Door de voortschrijdende digitalisering ontstaan nieuwe manieren van communiceren en leveren. Nieuwe generaties zoals millennials (20-40 jaar) en nieuwe ouderen tonen een ander winkelgedrag dan voorgaande generaties. In de grotere steden met een regionale functie en in de Randstad hebben de veranderingen in de retail een ander gezicht: grote, vaak internationale merken en ketens nemen het terrein over. Dit is een mooie ontwikkeling voor de Nederlandse consument die zich op sociale media, via blogs en online communities, identificeert met de lifestyle en producten van deze merken. De consument kan het merk nu ook in een fysieke winkel ervaren en de producten kopen. Keerzijde is wel dat binnensteden hun gezicht verliezen als er geen kleine, authentieke winkels overblijven. Dergelijke lokale winkels geven kleur aan de stad. Kleine ondernemers die met dit soort winkels starten – of bestaande winkelconcepten innoveren – noemen we ‘lokale helden’. Lokale helden zijn micro-ondernemers met minder dan tien mensen in dienst. Tegenwoordig wordt bijna driekwart van alle fysieke winkels in Nederland gerund door micro-ondernemers. Velen van hen zijn traditionele ondernemers die het product – dat ze in hun fysieke winkels aanbieden aan hun klanten – als centrale waarde zien. Lokale helden zijn nieuwe creatieve ondernemers, met andere talenten dan traditionele retailondernemers. Ze hebben dan ook een creatief imago. Zonder lokale helden is het onderscheidend vermogen van steden ver te zoeken. Ze geven kleur aan winkelgebieden, naast horeca en cultuur. Voldoende reden voor De Haagse Hogeschool om lokale helden te volgen. We wilden uitvinden wie ze zijn en wat ze nodig hebben om succesvol te groeien als ondernemer. Hoe kunnen startende creatieve ondernemers zorgen dat ze vanuit een tijdelijke locatie of pop-upstore doorgroeien met een duurzaam businessmodel, ook al moeten ze meer huur betalen? Hoe kunnen gemeenten hun beleid beter afstemmen op lokale helden, ook als er geen lege op te vullen zijn? Dit boekje valt deze nieuwe inzichten samen en vertaalt ze naar concrete handvatten – voor lokale helden in spe, maar ook voor beleidsmakers die meer lokale helden naar hun stad willen trekken. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/overdiek12345/
DOCUMENT
De afgelopen decennia is er heel veel veranderd in het koopgedrag van de Nederlander. Met name de technologie heeft grote veranderingen teweeg gebracht, maar ook zaken als vergrijzing, welvaartsniveau en mobiliteit spelen een belangrijke rol bij de veranderde functie van de binnenstad. Winkelen doe je niet meer vanzelfsprekend in de binnenstad omdat er veel alternatieven zijn, zonder al het gedoe zoals parkeren, pashokjes en jouw kledingmaat die niet op voorraad is. De vraag is: welke toekomst er is voor het (traditionele) winkelaanbod in het stadscentrum?
DOCUMENT
De meerderheid van de retailers in Nederland maakt nog geen gebruik van social media. En van de retailers die al wel actief zijn op onder meer Hyves, Facebook en Twitter, worstelen velen met het verkrijgen van volgers op hun social media-account. Daar komt bij dat consumenten vooralsnog overwegend sceptisch zijn over het gebruik van social media door bedrijven. Dit blijkt uit recent onderzoek van het Centre for Applied Research on Economics & Management van de Hogeschool van Amsterdam onder ruim 5600 retailers en achthonderd consumenten.-----Het ontwikkelen van een goede multichannel strategie is één van de belangrijkste uitdagingen waar retailers vandaag de dag voor staan. Een toenemend aantal ‘traditionele’ retailers ziet het opzetten van een webshop als een belangrijke aanvulling op hun fysieke winkels en probeert te profiteren van de groeiende e-commerce markt. Om retailers te helpen bij de uitdagingen die het combineren van een webshop met fysieke winkels met zich mee brengen, hebben PwC en de Hogeschool van Amsterdam een verkennend onderzoek uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is om in kaart te brengen hoe multichannel retailers hun bedrijf optimaliseren. In het bijzonder wordt gekeken naar de strategische en operationele uitdagingen waar multichannel retailers voor staan en de manieren waarop zij deze aanpakken. De resultaten zijn gebaseerd op interviews en een online enquête onder 41 multichannel retailers in Nederland.
DOCUMENT
Trends en ontwikkelingen op het terrein van winkelvastgoed.
DOCUMENT
De constatering dat onderzoek naar de menselijke factor binnen cybercrime en cybersecurity nog in de kinderschoenen staat, terwijl er een grote vraag is naar evidence-based praktisch toepasbare kennis is de reden dat De Haagse Hogeschool (HHs) en het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) de handen ineengeslagen hebben voor de totstandkoming van dit lectoraat. Het lectoraat richt zich daarbij op een specifieke doelgroep: het midden- en kleinbedrijf (mkb). Het mbk is de backbone van de Nederlandse economie. Mkb’ers worden echter relatief vaak slachtoffer van cyberaanvallen en hebben niet de capaciteit om zich te weren tegen dergelijke aanvallen. Dit staat in schril contrast met het onderzoek dat wordt uitgevoerd op dit gebied. Onderzoek naar deze doelgroep ontbreekt bij de start van dit lectoraat nagenoeg compleet. Het doel van het lectoraat is om de kennispositie van het mkb op het gebied van cybercrime en cybersecurity te vergroten om zo het slachtofferschap en de impact van cyberaanvallen onder mkb’ers te verlagen. Omdat er nagenoeg geen studies zijn gedaan naar cybersecurity in het mkb zullen eerst basale vragen beantwoord moeten worden. Zo is inzicht nodig in slachtofferschap onder mkb’ers. Hoe vaak komen aanvallen op mkb bedrijven voor? Welke mkb bedrijven worden slachtoffer van cyberaanvallen en zijn er factoren die risicoverhogend of risicoverlagend werken? Wat is de werkwijze van criminelen? En van welke zwakke plekken maken criminelen gebruik om hun aanvallen uit te voeren? Tegelijkertijd moet worden onderzocht hoe mkb’ers zichzelf weerbaarder kunnen maken. Weten mkb’ers welke risico’s ze lopen, hoe ze aanvallen kunnen detecteren en afslaan? Welke factoren beïnvloeden de weerbaarheid? Welke interventiemogelijkheden zijn er om de weerbaarheid te verhogen? De bescherming van het mkb tegen cyberaanvallen ligt echter niet alleen bij het mkb zelf. Ook andere partijen hebben hierbij een rol. Daarom moet onderzocht worden welke rol politie en justitie nog hebben bij de aanpak van cybercrime gericht op het mkb.
DOCUMENT
De Middellandstraat is een wereldse winkelstraat in de dynamische wijk Middelland van Rotterdam. De 600 meter lange straat kent een grote diversiteit aan speciale winkels, toko’s en eettentjes uit verschillende werelddelen. Dit boek presenteert inzichten uit een uitvoerig onderzoek naar de versterking van het ondernemerschap in de Middellandstraat en naar de beleving van de straat onder buurtbewoners, winkelbezoekers en ondernemers. Het reikt handvatten aan voor een verdere revitalisatie van deze en veel andere winkelstraten. Twee studenten van Inholland hebben onder begeleiding van de docenten Business Studies en de lector Crosscultureel ondernemerschap een bijdrage geleverd aan het boek en hun afstudeerscripties geschreven. Beiden zijn medeauteurs van dit boek.
MULTIFILE
Het meeste vlees dat Nederlanders eten wordt niet duurzaam geproduceerd. Veel productie leidt tot overbemesting, kost veel water en gaat ten koste van de biodiversiteit en het landschap, terwijl dierenwelzijn niet per se is geborgd. Hogeschool Van Hall Larenstein participeerde binnen het onderzoek ‘Dierzaam’ van de Hogeschool Utrecht. Het project zocht naar marketingstrategieën die consumenten verleiden om over te stappen naar meer duurzaam geproduceerd vlees. In dit whitepaper beschouwt Van Hall Larenstein (VHL) de kansen in de keten vanuit het perspectief van de boer. Hiervoor bestudeerden onderzoekers literatuur en inspirerende voorbeelden. Meer aandacht voor dierenwelzijn zal leiden tot extensivering van de veehouderij. De milieubelasting van vlees wordt bepaald op veel criteria, de uitkomsten verschillen per diersoort en voor traditioneel of organische houderijsystemen. Over het algemeen zijn kip- en varkensvlees minder milieu belastend dan rundvlees. Echter, varkens en kippen eten weer meer granen die wereldwijd voor mensen belangrijk zijn en rundvee kan daarentegen op grasland leven. Voor de omschakeling naar duurzame vleesvee houderij is een systeemverandering nodig waar álle partijen een rol in hebben. De boer moet voldoen aan de vele normen en heeft deskundigheid nodig. Sociale media kunnen een transparante communicatie tussen boer en consument ondersteunen. De supermarkt en de slager kunnen het eigen assortiment kiezen en meer communiceren en informeren en de consument maakt uiteindelijk de keuze in de winkel. De overheid moet zich actiever opstellen in markt- en prijsbeleid. Boeren staan onder druk door enerzijds maatschappelijke eisen en aan de andere kant de kostprijs van duurzame productie. Een eerlijk en duurzaam verdienmodel voor de boer vereist een hogere vleesprijs, gecombineerd met betalingen van de boer voor maatschappelijke (ecosysteem)diensten.
DOCUMENT
Er zijn veel boereninitiatieven om via korte ketens een directe relatie op te bouwen met de markt en consumenten. Door het slim analyseren van de aankopen (producten, hoeveelheden, frequenties) kan een optimaal aanbod samengesteld worden. Korte ketens in de stad worden vaak nog gekoppeld aan het concept van stadslandbouw, urban farming, op een braakliggend terrein. Echter nieuwe high tech teelttechnieken maken het mogelijk, om op het dak, in leegstaande gebouwen, containers en zelfs in het restaurant teelten op te zetten. De nieuwe markt- en logistiek gestuurde korte ketenstructuren zullen de voedselverspilling laag houden.
DOCUMENT