Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector Loes Witteveen aan Hogeschool Van Hall Larenstein, 14 maart 2024. Het lectoraat Communicatie, Participatie en Sociaal-Ecologisch Leren (CoPSEL) werkt aan maatschappelijke vraagstukken rondom natuurlijke en sociale duurzaamheid, werkt sector- en discipline overstijgend met een centrale rol voor communicatie, participatie en leren.
DOCUMENT
Praktijkgericht onderzoek speelt een belangrijke rol binnen de University of Applied Sciences van onze Hogeschool Inholland. Wij hebben dan ook een ijzersterk verhaal te vertellen en een schat aan relevante onderzoeksresultaten om te laten zien. En dat willen we graag delen met de wereld. Binnen ons praktijkgericht onderzoek werken we aan maatschappelijke vraagstukken. Soms groot en globaal, soms klein en regionaal. Maar altijd om de praktijk verder te helpen. Waarom? Omdat we vinden dat het onze maatschappelijke taak is. Het draagt bij aan de professionele ontwikkeling van onze studenten en aan innovatie en ontwikkeling van het werkveld . De onderzoeksgroep, Research & Innovation Centre, van het domein Agri, Food & Life Sciences wordt gevormd door lectoren, docent-onderzoekers en natuurlijk studenten. Samen met partners uit het werkveld dragen wij bij aan de Sustainable Development Goals en de Greendeal Farm to Fork (EU). Ons onderzoek en de kennisvalorisatie draagt bij aan innovatieve en duurzame ontwikkelingen, denk aan circulaire land- en tuinbouw, dieren in de stad, natuur, leefomgeving, voedsel en voeding, bodem, klimaatadaptatie en biodiversiteit.
DOCUMENT
In recente jaren is er een groeiende erkenning van cross-overs tussen kunst en het zorg- en welzijnsdomein, waarbij transdisciplinaire samenwerkingen bijdragen aan complexe uitdagingen. In de bloei van cross-overs tussen kunst, zorg en welzijn, ontbreekt momenteel een systematische verkenning van hun impact en uitdagingen binnen het Nederlandse onderwijs. Deze scoping reviewonderzoekt hoe kunst en zorg samenkomen in het onderwijs, welke meerwaarde dat biedt en welke uitdagingen moeten worden overwonnen. De studie inventariseert en categoriseert 50 educatieve praktijken, variërend van kunstinterventies in zorginstellingen tot transdisciplinaire minoren en hybride leeromgevingen. Uit de resultaten blijkt dat dergelijke cross-overs een meerwaarde kunnen hebben voor zowel studenten van gezondheidsstudies als kunststudenten door het bevorderen van empathie, samenwerking en reflectie, en de bevordering van vaardigheden zoals communicatie, creatieve probleembenadering en kritisch denken. Tegelijkertijd worden uitdagingen geïdentificeerd, waaronder beperkte zichtbaarheid van cross-overprojecten, het ontbreken van structurele inbeddingin curricula en een gemis aan wederkerigheid in samenwerkingen. De analyse toont aan dat kunstopleidingen sterk gefocust zijn op ervaringsleren, terwijl gezondheidsopleidingen vaak een meer functionele benadering volgen. Dit wijst op een behoefte aan meer gelijkwaardige en interprofessionele samenwerking. Het ontwikkelen van inzicht in het eigen en elkaars perspectief, en een gezamenlijke taal en infrastructuur is essentieel om barrières te overbruggen en duurzame cross-overeducatie te realiseren. Deze studie pleit voor meer ruimte in het onderwijs voor transdisciplinaire co-creatie en samenwerking met maatschappelijke partners.Deze review dient als basis voor de ontwikkeling van toekomstige educatieve praktijken op het snijvlak van kunst en gezondheid in het onderwijs. De inzichten in de review, alsook de input die verzameld wordt door de open oproep in deze review, kan bestaande educatieve praktijken versterken en nieuwe en duurzame initiatieven informeren in het groeiende educatieve veld van kunst en gezondheid
DOCUMENT
Het kwalificatieprofiel van Masteropleidingen Leren en Innoveren (MLI’s) onderscheidt de rollen van innovator, expert in leren en onderzoeker (Rozendaal, Van Sandick, & De Jong, 2019). MLI-alumni verbinden met genoemde rollen als ‘boundary crossers’ (Akkerman & Bakker, 2012) de werelden van onderzoek en onderwijs(innovatie). Van den Berg (2016) noemt dergelijke grensoverschrijdende werkpraktijken ‘grenspraktijken’. Ze betoogt op basis van literatuuronderzoek dat samenwerken aan praktijkvraagstukken specifieke onderzoekende en discipline-overstijgende kwaliteiten vereist. Na een paar jaar ervaring met deze opleiding wilde Aeres Hogeschool Wageningen (AHW) weten hoe dit profiel in de werkpraktijk van MLI-alumni uitpakt. Onderzoek hiernaar biedt de opleiding feedback, is informatief voor verwante opleidingen én draagt bij aan doorontwikkeling van het toegepaste theoretisch kader (Van den Berg, 2016). Via interviews zijn de grenspraktijken van zeven MLI-alumni van AHW in het mbo in kaart gebracht. Wat kenmerkt de onderwijsvraagstukken waar zij aan werken, hoe vullen zij hun rollen in? Het blijkt dat de geïnterviewde alumni werken aan onderwijsvraagstukken van wisselende complexiteit. Allen beschikken over een onderzoekende houding, zijn sterk gericht op het toepassen van kennis uit onderzoek, en werken interactief samen. Een van hen doet praktijkgericht onderzoek. De geïnterviewden geven aan dat ze zich geïsoleerd voelen en in hun onderzoekende rol worden geremd door een zwakke onderzoekscultuur op de scholen. Gezien deze en andere onderzoeksinzichten is het van belang dat de MLI’s de studenten tijdens de opleiding goed voorbereiden om hun interne en externe netwerk actief te onderhouden. Ook Rozendaal et al. (2019) bepleiten dat MLI-alumni zich binnen en buiten de eigen organisatie nadrukkelijker positioneren als gesprekspartner.
DOCUMENT
Bendevorming en wetenschappelijk onderzoek… een combinatie die u misschien niet zag aankomen. Heel wat onderzoekers en mensen met ervaringskennis engageren zich in toenemende mate in diverse vormen van inclusief onderzoek. Ook dit artikel is geschreven vanuit een persoonlijke, indringende en leerrijke ervaring en zoomt in op inzichten uit deze bendevorming. De afgelopen jaren heb ik mogen meewerken in diverse inclusieve onderzoeksprojecten. Tijdens het door ZonMW gehonoreerde project ‘Samen werken, samen leren’ of kortweg SWSL (2016-2020) kreeg ik de kans om met diverse mensen samen te werken: academici (met wetenschappelijke kennis), professionals (met professionele kennis) en mensen met ervaringskennis. Met inclusief onderzoek wordt bedoeld dat de mensen over wie het onderzoek gaat – de mensen met ervaringskennis in de kern van het onderzoeksteam meewerken, in alle fasen van het onderzoek. Melanie Nind maakt een onderscheid in drie typen inclusief onderzoek. Het eerste type is participatief onderzoek, waarin mensen met ervaringskennis betrokken zijn bij de uitvoering van het onderzoekswerk, in plaats van alleen maar gegevens daarvoor aan te leveren. In het tweede type, emancipatorisch onderzoek, nemen de ervaringsdeskundigen niet alleen deel, maar hebben zij ook de controle ‘over het bereiken van hun emancipatie’. In het derde type, participatief actieonderzoek, ligt de nadruk op het proces, op het zien van mensen als change agents.
DOCUMENT
Boekje uitgegeven ter gelegenheid van de afronding van lectoraat Grenspraktijken van opleiders en onderzoekers bij Aeres Hogeschool Wageningen op 26 juni 2025.Dit boekje gaat vooral over de dynamiek en interactie in intensieve gezamenlijke grenspraktijken. Het geeft een beeld van inzichten die ruim tien jaar lectoraat hebben opgeleverd. In de vele bijdragen in tekstkaders vertellen collega’s hoe de samenwerking in en met het lectoraat voor hen doorwerkt. Hiermee is dit boekje dus zelf ook weer in Grenspraktijken tot stand gekomen. Hopelijk is het een aanzet en inspiratiebron om te houden voor grenswerk en om dat verder te versterken.In de volgende hoofdstukken wordt aangegeven hoe het lectoraat is ontstaan en hoe het conceptueel kader zich heeft ontwikkeld (hoofdstuk 1). Daarna een beschrijving van de opbrengsten van de huidige drie werklijnen van het lectoraat: - opleiden en professionaliseren van onderzoekende educatieve professionals (hoofdstuk 2); - samen onderzoekend werken in het mbo (hoofdstuk 3); - de eigen aard van praktijk(gericht)onderzoek (hoofdstuk 4, 5 en 6).Waar de eerstgenoemde werklijn AHW als context heeft, heeft de tweede vooral betrekking op het mbo. De derde werklijn richt zich breder op de vraag naar de eigen aard van praktijk(gericht)onderzoek en komt in drie hoofdstukken aan bod. Die gaan achtereenvolgens over onderzoekssamenwerkingen, kwaliteitsdilemma’s in praktijk(gericht)onderzoek, en creativiteit in onderzoek.
DOCUMENT
In dit artikel (en keynote) schetst Nigten enkele grote veranderingen in onze samenleving en dagelijks leven en hoe dit samenhangt met onze kijk op techniek. Zij signaleert een verschuiving van techniek gestuurde innovatie naar innovatie door en met de eindgebruiker en hoe dit zich verhoudt tot technisch onderwijs. Vervolgens vergelijkt Nigten het procesverloop van grote sociale maatschappelijke innovaties met innovatie trajecten zoals we die kennen op het gebied van producten of diensten. Grote sociale innovatie trajecten vragen, net als radicale product- en diensteninnovaties, om andere organisatiemodellen dan het model waarin een product steeds verder verfijnd of verbeterd wordt. Om ons heen zien we dat de ROC opleidingen en de Hogescholen, moeite hebben met snel schakelen. De grote organisaties, de instituten hebben meestal niet de armslag om risico, een belangrijk aspect van innovatie, te nemen. Desondanks is het van groot belang dat de studenten toekomstbestendig onderwijs krijgen. Aan de hand van innovatie projecten van The Patching Zone, een transdisciplinair innovatie laboratorium in Rotterdam en het lectoraat PI aan de Hanze Hogeschool wordt er in dit artikel nader in gegaan op bruikbare innovatie modellen voor het technisch onderwijs. Hiervoor hanteert Nigten twee sleutelbegrippen: co-creatie en creativiteit en hoe deze die naadloos op elkaar aan kunnen sluiten.
MULTIFILE
Hoe ontwikkelen we een "netto positief" voedselsysteem? Goed voor mens, dier en planeet? Veerkrachtig, en met een eerlijke beloning voor producenten? Daarvoor is een radicale omslag nodig, stelt Frederike Praasterink, lector Future Food Systems aan de HAS Hogeschool. Praktijkgericht onderzoek speelt bij die transitie een belangrijke rol.
DOCUMENT
In de afgelopen drie jaar heb ik, samen met collega’s van het Instituut voor Onderwijs en Orthopedagogiek en het Lectoraat Jeugd aan de HU, intensief gewerkt aan het bevorderen van inclusief onderwijs. Deze reis heeft ons door talloze ontmoetingen, onderzoeksprojecten, colleges, workshops en lezingen geleid, zowel in Nederland als daarbuiten. Wat hebben we geleerd en hoe kunnen aankomende professionals, scholen en opleidingen hierop voortbouwen? Dit artikel verkent voorzichtig de rol van pabo’s en lerarenopleidingen bij de praktische implementatie van inclusief onderwijs.
DOCUMENT
Wat kunnen open leeromgevingen voor jouw onderwijspraktijk betekenen? In het dynamische landschap van het onderwijs bieden omgevingen zoals living labs, hybride leeromgevingen en interdisciplinaire labs nieuwe mogelijkheden om samen te werken én te leren. Toch zorgen deze samenwerkingsvormen in onderwijswereld af en toe voor verwarring. Lectoraat Teaching en Technology wil met het magazine ‘Open leeromgevingen’, in deze wereld duiken en meer duidelijkheid geven.
DOCUMENT