Sport in de stad gaat aan de hand van nieuw empirisch onderzoek in op de verschillende rollen die sport kan spelen in de context van stedelijke ontwikkeling. Zowel maatschappelijke, ruimtelijke als economische betekenissen krijgen de aandacht.
Wat is de kracht van sport?’ Dat was de uitdagende, prikkelende vraag die wij aan 25 studenten hebben voorgelegd. Het beantwoorden van deze vraag bleek een complexe en soms frustrerende exercitie. Tijdens de zoektocht naar het antwoord moest steeds de balans tussen breedte en diepte van de vraag in de gaten gehouden worden. Daarnaast bleken de studenten soms onzeker over wat zij, als ‘slechts’ studenten, konden bijdragen aan het beantwoorden van deze moeilijke vraag waar vele wetenschappers zich op stuk hebben gebeten. Naar onze mening is de bijdrage van deze studenten heel groot. Zij hebben een compleet en actueel beeld gegeven van hun perceptie over de kracht van sport.
Door de grote ontwerpvrijheid van 3D printen heeft het de belofte om echte maatwerkproducten te creëren. Zo biedt het grote kansen voor het maken van poreuze, en dus lichtgewicht, structuren. In vergelijking met traditionele schuimen, waar de porositeit moeilijk te beïnvloeden is, kan met 3D printen de poreuze structuur geheel gecontroleerd worden geïntroduceerd en gevarieerd binnen een object. Dit is zeer interessant voor sectoren als (i) zorg, (ii) bouw en (iii) automotive industrie omdat (i) het kansen biedt protheses/implantaten te maken die het (vaak inhomogene) natuurlijk weefsel nabootsen; (ii/iii) lichtgewicht, stijve constructies gemaakt kunnen worden waarbij de massa wordt geminimaliseerd wat leidt tot lagere materiaalkosten binnen de bouw en minder brandstofgebruik bij transport. Vergelijkbaar met de opkomst van spuitgieten in de jaren ’70-’80, is de kennis rondom 3D printen nog gefragmenteerd. Om hoogwaardige functionele producten te ontwikkelen is het nodig om kennis over materiaalkeuze, printstrategie en microscopisch en macroscopisch ontwerp te koppelen. In dit project werken ontwerpers, machinebouwers en materiaaldeskundigen van bedrijven en kennisinstituten samen aan de uitdaging: Hoe kunnen unieke, functionele en hoogwaardige lichtgewicht producten verkregen worden via 3D printen? Door het printen van diverse polymere materialen met verschillende printstrategieën en microstructuren wordt nieuwe kennis verkregen omtrent eigenschappen als sterkte, zachtheid, warmte-regulerend vermogen en de onderlinge werking/samenhang. Vervolgens zal deze kennis toegepast worden in een drietal Use Cases: o Printen van duurzame comfortabele borstprotheses. Naast pasvorm zijn eigenschappen als zachtheid, warmte- en vochtregulering en gewicht belangrijk voor het draagcomfort. o Printen van innovatieve gevelelementen die voldoende sterk en isolerend moeten zijn. Lichtgewicht biedt hier het voordeel dat het de bouwprofessionals ontlast en transportkosten spaart. o Printen van een lichtgewicht auto om brandstof te besparen. Als demonstrator is gekozen voor het printen van een raceauto die voldoet aan de veiligheidseisen van Formula Student races.
De binnenvaart heeft een marktaandeel van 30% binnen het Nederlandse goederenvervoer en vervult daarbij een beduidende logistieke functie. Schepen zijn goedkoop, veroorzaken geen files en hebben een kleinere carbon-footprint dan vrachtwagens (Bureau Voorlichting Binnenvaart, 2019). Echter, is de betrouwbaarheid van de binnenvaart afhankelijk van de klimatologische omstandigheden. In extreem droge tijden kunnen schepen minder lading vervoeren in verband met de diepgang en kunnen schepen met een diepgang van boven de drie meter niet alle drempels passeren. Dit zorgt voor extra druk op het wegennet en verhoogd de transportkosten van ondernemingen. De Bedrijvenkring Zutphen en Provincie Gelderland hebben bereikbaarheid als speerpunt. Daarnaast werkt het Deltaprogramma Rijn aan toekomstscenario’s en adaptatiestrategieën die anticiperen op lange termijn klimaatverandering. De droogte van 2018 heeft er mede toe geleid dat hierbij ook expliciete aandacht is voor eventuele effecten van veranderende rivierafvoeren op de binnenvaart.
LEVV-LOGIC presenteert een voorstel voor onderzoek naar de inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVV’s) voor de levering van goederen in steden. In dit project ontwikkelen de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Rotterdam samen met logistiek dienstverleners, verladers en voertuigaanbieders uit het mkb, netwerkorganisaties, kennisinstellingen en gemeenten nieuwe kennis over logistieke concepten en business modellen met LEVV met als doel de rendabele inzet van LEVV’s in stadslogistiek. De doelstelling komt voort uit een vraag van logistiek dienstverleners uit het mkb. Zij willen LEVV’s inzetten, maar weten niet hoe ze dit rendabel kunnen doen omdat de huidige logistieke processen in de keten afgestemd zijn op de inzet van bestel- en vrachtvoertuigen. Voor overstap naar LEVV’s dienen de logistieke processen anders georganiseerd te worden, want de voertuigen zijn kleiner in omvang en hebben een andere laad- en energievoorziening. Daarnaast is onvoldoende duidelijk voor welke stadslogistieke stromen LEVV’s geschikt zijn en aan welke technische eisen de voertuigen moeten voldoen. Verladers (verzenders van goederen) en voertuigaanbieders zijn actief betrokken bij de uitvoering van het onderzoek om afstemming met de marktvraag en de techniek te garanderen. De projectdeelnemers delen de ambitie om met LEVV’s een bijdrage te leveren aan regionale, nationale en Europese doelstellingen om stedelijk goederenvervoer efficiënter en schoner (“zero emissie”) te organiseren. Het project draagt hier aan bij door middel van vijf activiteiten. De deelnemers in LEVV-LOGIC: 1. onderzoeken de potentie van LEVV voor specifieke stadslogistieke stromen (waaronder food-, webwinkel-, en facilitaire leveringen); 2. ontwerpen nieuwe logistieke concepten met LEVV voor de distributie van goederen van verzender naar ontvanger; 3. vertalen logistieke vereisten naar technische ontwerpen en aanpassingen aan bestaande LEVV’s; 4. experimenten met nieuwe LEVV-concepten in de praktijk; 5. ontwikkelen schaalbare business modellen met LEVV’s. Het project verzekert een sterke relatie met praktijk en wetenschap, omdat zij via haar deelnemers verbonden is aan de Topsector Logistiek, de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek, de Europese federatie voor Cycle Logistics en de Europese onderzoeksprojecten FREVUE (FP7) en CITYLAB (Horizon2020). Via de betrokkenheid van drie lectoren en zes opleidingen van twee hogescholen wordt een brede inzet van de resultaten in het onderwijs gerealiseerd. LEVV-LOGIC hanteert een multidisciplinaire aanpak met aandacht voor de rol van logistiek, techniek, beleid en gedrag. Hiermee versterkt het project professionals van nu en van de toekomst met kennis om problemen in stadslogistiek op te lossen.