What is the triple helix?The triple helix (3H) of university-industry-government relations has become one of the most popular innovation models in the lasttwo decades. What is the relevance for cities? How can they grow their economies using triple helix approaches? What can we learnfrom cases across Europe and from URBACT networks that dealt with this theme?
MULTIFILE
Dit proefschrift gaat over de veerkracht van regionale arbeidsmarkten en de bijdrage die een triple helix partnership daaraan kan leveren. Het rapporteert over een onderzoek waarin de Health Hub Roden als triple helix partnership centraal staat. Vanuit de opvatting dat dit uiteindelijk bijdraagt aan een sterkere concurrentiepositie van de economie wordt in zowel internationaal, nationaal als regionaal beleid de noodzaak benadrukt om de samenwerking tussen onderwijs, overheid en bedrijfsleven te versterken. Ook in de wetenschappelijke literatuur wordt veel geschreven over triple helix samenwerking. Een belangrijk deel van de triple helix literatuur beargumenteert vanuit de theorie hoe deze partnerships zouden (moeten) werken, maar de vraag hoe dergelijke partnerships in de praktijk werken, bleef tot nu toe onderbelicht in empirisch onderzoek.De aanleiding voor dit onderzoek is gelegen in de unieke kans die zich voordeed om Health Hub Roden, een triple helix partnership in de provincie Drenthe, en de betrokken partners longitudinaal en diepgaand te onderzoeken en zo in de ‘black box’ van een triple helix partnership te kijken om te achterhalen in hoeverre, en via welke mechanismen, een dergelijk partnership bijdraagt aan de economische veerkracht van de regio (in termen van werkgelegenheid en arbeidsparticipatie). Om inzicht te verkrijgen in de manier waarop die bijdrage precies geleverd zou kunnen worden, is op basis van literatuuronderzoek en empirisch onderzoek een globaal ordeningsmodel van mogelijke causale mechanismen ontwikkeld waarmee op microniveau in kaart gebracht kan worden in hoeverre er een bijdrage vanuit het triple helix partnership was. Het begrip causale mechanismen en het traceren daarvan staat centraal in de onderzoeksmethode process-tracing, die binnen dit onderzoek is gebruikt.Na het ontwikkelen van het globale ordeningsmodel is in kaart gebracht in hoeverre er in dit onderzoek bij dit concrete partnership voor de achtereenvolgende schakels waaruit de causale mechanismen zijn opgebouwd ook daadwerkelijk empirisch bewijs gevonden is. Op basis van het empirisch onderzoek kan gesteld worden dat er indicaties gevonden zijn voor een relatie tussen activiteiten vanuit het triple helix partnership en de ontwikkeling van werkgelegenheid en arbeidsparticipatie. Werkervaringsplaatsen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt hadden een positief effect op de arbeidsparticipatie. Daarnaast resulteerde het netwerk in meer omzet in bestaande markten, met vervolgens een effect op de werkgelegenheid. Samenwerking in projecten droeg bij aan productinnovatie, met (mogelijk op termijn) een werkgelegenheidseffect in bedrijven tot gevolg. Ook werden in het empirisch materiaal aanwijzingen gevonden voor een relatie tussen samenwerking in projecten en de kwantitatieve personeelsvoorziening in bedrijven doordat bedrijven op deze manier hun (innovatie)capaciteit tijdelijk (en gratis) konden uitbreiden of makkelijker nieuw personeel konden werven. Ook werd via samenwerking in projecten gewerkt aan de competenties van personeel. In het ontwikkelde ordeningsmodel werden tot slot mogelijke effecten op procesinnovaties (en vervolgens werkgelegenheid) en ondernemerschap beschreven, maar in deze case werden geen of nauwelijks effect vastgesteld. Met dit onderzoek is inzicht gegeven in mogelijke handelingsopties in triple helix samenwerking en de wijze waarop daarmee een bijdrage geleverd wordt aan werkgelegenheid en arbeidsparticipatie. De belangrijkste adviezen voor het vormgeven van toekomstige samenwerkingen hebben betrekking op de noodzaak van het bepalen van een gezamenlijke lange termijnagenda voor de triple helix samenwerking, het vragen van daadwerkelijk commitment van de betrokken partners, het verbeteren van het inzicht in de collectieve scholingsbehoefte en het stimuleren van informeel leren. Een eerste aanbevelingen voor vervolgonderzoek betreft het toetsen van de beschreven causale mechanismen in vervolgonderzoek. Daarnaast zou een onderzoeksagenda opgesteld kunnen worden waarin relevante onderwerpen het bevorderen van de vraagarticulatie,het bevorderen van samenwerking tussen bedrijven, de rol van docenten en onderzoekers in deze samenwerking, de kwaliteit (en toegevoegde waarde) van dergelijke projecten in vergelijking met de meer traditionele vormen van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven en tot slot het stimuleren van open innovatieprojecten.
DOCUMENT
Co-creation in a quintuple helix, the art of including natural environments of society in a living lab that includes different types of stakeholders and monitoring the quality of this process of co-creation.In the last decade, co-creation has not only become a widely used concept in academic discourses but also in public policies that aim to tackle so called 'wicked problems', a term coined in the 1970s (Rittel & Webber, 1973) that is nowadays often interchangeably used with societal challenges or SDGs.This focus on tackling societal challenges by governments in collaboration with citizens opened the door for new concepts such as ‘living labs’ in 2006 (Rădulescu et al., 2022) ‘policy labs’, ‘innovation hubs’, ‘co-creation labs’ and recently ‘public sector innovation (PSI) labs’ (Fuglsang & Hansen, 2022; Hansen & Fuglsang, 2020; McGann et al., 2021; Torvinen & Jansson, 2022). The use of labs has also been addressed by the OECD in their publication on innovation in the public sector outlook to make policymakers aware of the importance of public sector innovation (OECD, 2015).Literature research in combination with questionnaires into these types of labs showed that the definitions of PSI labs are quite ‘fuzzy’, sometimes even interchangeable and are heavily dependent on the national, regional and local context as well (McGann et al., 2018). In addition, research also showed that it is difficult to distinguish good practices, let alone to define specific conditions for these good practices (Meister Broekema et al., 2022).In addition, an inductive analysis of a large number of EU policies shows that on a conceptual level, the EU uses specific interpretations of social innovation (Moulaert & MacCallum 2019) and co-creation in open innovation (‘Open Innovation 2.0’ 2013), influenced by the concept of triple- and quadruple helix innovation in which universities, governments and enterprises are collaborating, sometimes for the benefit of society as a whole (Carayannis & Campbell 2012; Leydesdorff 2010). Co-creation as such is used merely as a criterion within social innovation projects that aim to tackle societal challenges, therefore neglecting the quality of the process of co-creation (Meister Broekema et al. 2021).In order to maximise the impact of co-creation and be able to tackle societal challenges such as climate change, it is therefore essential to focus more on the quality of co-creation between 4 helixes in these processes and include the environment as a fifth helix (quintuple helix innovation as defined by Carayannis et. al. 2012). In the talk, a novel framework will be presented that will support collaborators in a project that aims to tackle a societal challenge by including the right stakeholders at the right time and monitor progress and satisfaction continuously (Meister Broekema 2023) in a quintuple helix setting.This presentation will contribute mostly to SDG 17 (partnership for the goals) and SDG4 (Quality Education) and is best suited for SDG13 (Climate Action).The insights can be used to enable multiple stakeholders from government, education and research, enterprises and citizens within a natural environment (mountains & oceans) to co-create in a quintuple helix setting, maximising their impact on climate change and strengthening partnerships for this goal.
DOCUMENT
Collaboration between university and industry has brought societal and educational benefits by promoting research and innovation, providing industry training, and promoting access to resources and technology for both academia and industry. University, industry, and government collaboration known as the triple helix was proposed in the 1990s. However, industry and university collaboration has had a long history with best practices being updated as we learn more about specific fields, needs of collaborators, and advances in research and technology.This case study aims to find the best practices for collaboration between education and industry in a project-based educational program known as Professional Practice for students studying in the field of information technology. During this four-week program, students worked on assignments formulated by the participating companies. They were guided by company-assigned supervisors, who were interviewed before and after the program. The students too were asked to fill out surveys before and after the program. From the analyses of the results of the interviews and surveys, several recommendations and ways to improve collaboration between education and industry are presented.
MULTIFILE
Rede, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector Sustainable Water Systems aan Hogeschool VHL op donderdag 12 februari 2015 door lector dr. ing. Paul J. van Eijk. De missie van het lectoraat Sustainable Water Systems (SWS) is het verkrijgen van kennis en inzicht in de praktijk van de duurzame ontwikkeling van watersystemen. Het watersysteem wordt benaderd een vanuit brongericht, gebiedsgericht en actorgericht perspectief. De (a)quadruple helix doet een beroep op onze samenleving bij de verspreiding van innovaties. Duurzame watertechnologie wordt geïntegreerd in ruimte en maatschappij om zo de ‘innovation gap’ te verkleinen. Het lectoraat SWS levert via onderzoek en onderwijs een bijdrage aan de maatschappelijke opgave van de watertransitie.
DOCUMENT
Het leven is continu leren. Een ‘rijke’ en veelzijdige leeromgeving draagt bij om dit ook daadwerkelijk te bewerkstelligen. Jong of oud, student of professional. Leren is van alle tijden en hiervoor dient de kennisinstelling haar onderwijs en onderzoek in te zetten ten behoeve van innovatie en vernieuwing voor bedrijfsleven en overheid. De doelstelling is een symbiose na te streven in een zgn. triple/quadruple helix setting.
DOCUMENT
‘Delta Dreamers’ is een project dat is mogelijk gemaakt vanuit de Regiodeal- thema aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt - en waarin de eilanden Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard en Voorne-Putten samenwerken. Doel van het onderzoek is om bedrijven in de Zuid-Hollandse Delta te adviseren hoe zij hun bedrijf toekomstbestendig kunnen neerzetten als het aankomt op het aantrekken en behouden van jong talent. In het samenwerkingsverband hebben elf bedrijven zich aangesloten bij dit project. Naast deze bedrijven zijn drie onderzoekers van Hogeschool Inholland, acht Inholland studenten, de begeleidende docenten en vertegenwoordigers van de vier gemeentes betrokken. In het kader van het afstuderen verrichtten vier studentenduo’s (telkens een student Business Studies en een student HBO-Rechten) onderzoek naar beroepsbeelden van kraptefuncties bij zeven bedrijven; deze bedrijven hebben ieder een passend bedrijfsadvies ontvangen. De resultaten geven inzicht in hoe bedrijven realistische en up-to-date beelden naar buiten kunnen brengen in o.a. wervingsprocedures en hoe deze bedrijven de kans kunnen vergroten dat jongeren in de Zuid-Hollandse Delta blijven wonen en werken.
DOCUMENT
In het Surinaamse regenwoud ligt een groot potentieel voor duurzame waardecreatie via non-timber forest products (NTFP’s) – bosproducten zoals vruchten, kruiden, oliën en zelfs toeristische diensten. Studenten van Hogeschool Inholland onderzochten samen met Surinaamse partners hoe deze producten bijdragen aan ecologische, economische en sociaal-culturele waarde. NTFP’s zijn cruciaal voor het levensonderhoud van inheemse en marrongemeenschappen. Ze leveren voeding, medicijnen en inkomsten. Echter, de sector kampt met uitdagingen: overharvesting, gebrek aan ketenregie, beperkte lokale verwerking en infrastructuur, en een fragiele institutionele context. Studenten ontdekten dat veel waardevolle producten onbenut blijven, of zonder toegevoegde waarde de markt op gaan. Ondertussen verdwijnen traditionele kennis en biodiversiteit door gebrekkig beheer. Het onderzoek richtte zich op kansen voor meervoudige waardecreatie. Voorbeelden zijn duurzame voedselproducten voor diaspora-doelgroepen, community-based toerisme en circulaire non-food innovaties zoals zeep. Initiatieven zoals in Bigi Poika en Cassipora laten zien hoe ondernemerschap, cultuur en natuur samen kunnen floreren. Cruciaal daarbij is samenwerking: tussen lokale gemeenschappen, overheden, onderwijs en ondernemers – ook wel de ‘triple helix’. Belangrijk inzicht: het bos is geen voorraadkast, maar een levend ecosysteem. Verantwoorde benutting van NTFP’s vereist beheerplannen, kennisdeling, certificering en infrastructuur. Praktijkgericht onderzoek en co-creatie – onder andere in het Living Lab JSOOC – vormen de sleutel tot duurzame ontwikkeling. Het project toonde aan dat studenten met Surinaamse roots een unieke brugfunctie vervullen tussen culturen. Zij brengen kennis, identiteit en innovatie samen in een gezamenlijke missie: waarde creëren met én voor het Surinaamse bos.
DOCUMENT
The Hanze Universitiy of Applied Sciences completed the Coöperative Peat Valley + project after 2,5 year. Goal was to develop a "road map" to pair up the triple helix organisations in a region to create and share knowledge.The Peat Valley + results of a cooperation process are now available. For the past two years The Hanze University of Applied Sciencees participated in an Erasmus funded transnational cooperation project with six partners from three countries. The partnership was intellectually guided by professor W. Foorthuis and his research group on Sustainable Cooperative Entrepreneurship.
DOCUMENT