DOEL: Deze studie onderzoekt de mogelijke invloed van gender op de historische dynamiek rond verpleegkundig leiderschap. METHODE: Gebruikmakend van een historische onderzoeksbenadering voert deze studie een bronnenanalyse uit met gender als analytische lens, gericht op de ontwikkeling van het verpleegkundig directeurschap in het Sint Radboudziekenhuis vanaf de oprichting van de medische kliniek (1956) tot de uitsluiting van de verpleegkundig directrice uit de directie (1971). RESULTATEN: Er worden zes gendergaps geïdentificeerd, namelijk verschillen in vermeende capaciteiten en kwaliteiten, werk-privébalans, opleiding, salarisstructuur, ondersteuning en gebruik van retoriek. Dit wijst op betrokkenheid van stereotype denkbeelden bij het vormen van de genderasymmetrie binnen het verpleegkundig beroep en de perceptie ervan op de werkplek en daarbuiten. DISCUSSIE: Een geleidelijke uitsluiting van verpleegkundigen op basis van geslacht op strategisch niveau in directies wordt benadrukt. Deze asymmetrie en vooroordelen creëerden een onevenwichtig speelveld, wat de onderhandelingen over de status van het verpleegkundig beroep bemoeilijkte en belemmeringen opwierp voor verpleegkundig leiderschap. CONCLUSIE: Het zichtbaar en bespreekbaar maken van deze vooroordelen kan het bewustzijn vergroten over de wijze waarop historisch gegroeide ideeën en overtuigingen hedendaags verpleegkundig leiderschap beïnvloeden.
LINK
Heeft de grootste literator de van twintigste eeuw zijn sporen nagelaten in de Nederlande film?
After the unconditional surrender of the Third Reich in May 1945, Germany no longer existed as a sovereign, independent nation. It was occupied by the four Allied powers: France, Great Britain, the United States and the Soviet Union. When it came to the postwar European recovery, the biggest obstacle was that the economy in Germany, the dominant continental economic power before the Second World War, was at an almost complete standstill. This not only had severe consequences for Germany itself, but also had strong economic repercussions for surrounding countries, especially the Netherlands. As Germany had been the former’s most important trading partner since the middle of the nineteenth century, it was clear that the Netherlands would be unable to recover economically without a healthy Germany. However, Allied policy, especially that of the British and the Americans, made this impossible for years. This article therefore focuses on the early postwar Dutch-German trade relations and the consequences of Allied policy. While much has been written about the occupation of Germany, far less attention has been paid to the results of this policy on neighbouring countries. Moreover, the main claim of this article is that it was not Marshall Aid which was responsible for the quick and remarkable Dutch economic growth as of 1949, but the opening of the German market for Dutch exports that same year. https://doi.org/10.1515/jbwg-2018-0009 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijn-lak-71793013/
MULTIFILE
De educatieve opleidingen van de HU leren hun studenten lesgeven aan de hand van ‘ontwikkelingsgericht coachen’. Deze aanpak is echter toe aan doorontwikkeling. Binnen dit project wordt de opleidingsaanpak in interprofessionele leergemeenschappen aangepast zodat toekomstige leerkrachten beter voorbereid zijn om les te geven in de eenentwintigste eeuw. Op dit moment worden HU-studenten van educatieve opleidingen opgeleid aan de hand van Ontwikkelingsgericht Coachen, een aanpak die het leren lesgeven van de opleiding met de oefening op de opleidingsschool verbindt. Deze tijd vraagt om een doorontwikkeling van deze coaching. Dit project onderzoekt hoe die doorontwikkeling eruit zou kunnen zien. Belangrijke thema’s die een plek krijgen in de nieuwe coachingsaanpak zijn flexibilisering, doorgaande professionalisering, op maat opleiden en inclusief onderwijs. Een essentieel onderdeel van dit project is dat de doorontwikkeling plaatsvindt in interprofessionele leergemeenschappen waarin alle stakeholders (scholen, opleiders, studenten) zijn vertegenwoordigd. Aan het eind van dit project zal een Instrument Eigentijds Opleiden en Professionaliseren zijn geformuleerd. Doel Het doel van dit project is de doorontwikkeling van het ontwikkelingsgerichte coachen van studenten door opleiders van verschillende instituten en de beroepspraktijk en begeleid door onderzoekers vanuit het lectoraat Werken in Onderwijs. Daarnaast doen we onderzoek naar het samenwerken en samen onderzoekend leren in instituutsoverstijgende leergemeenschappen. Wij zijn benieuwd wat deze manier van samen onderzoek doen de deelnemers oplevert. Resultaten Er zal een instrument voor Eigentijds Opleiden en Professionaliseren van onderwijsprofessionals worden geformuleerd. Daarin is de ontwikkelingsgerichte coaching op vier thema’s doorontwikkeld, zodat: De student informatie over de eigen ontwikkeling zelf kan opnemen in onderdelen van het toetshuis; De student regisseur is van het eigen leerproces van afstudeerfase naar inductiefase; De student over lesvoorbereidingsformulieren beschikt waarmee het lesgeven beter afgestemd kan worden op verschillende doelgroepen; De student in de coaching nadrukkelijker wordt voorbereid op maatschappelijke ontwikkelingen zoals inclusie en burgerschap. Looptijd 01 oktober 2022 - 31 oktober 2024 Aanpak In instituutsoverstijgende professionele leergemeenschappen doen studenten en onderwijsprofessionals vanuit de opleiding en de school samen praktijkgericht onderzoek volgens de methode van ontwerpgericht onderzoek. Zij worden begeleid door onderzoekers van lectoraat Werken in Onderwijs. De verschillende professionele leergemeenschappen zijn nauw met elkaar verbonden en maken gebruik van één digitale omgeving en wisselen (tussentijdse) ontwerpresultaten uit.
Het voorgestelde onderzoek brengt de samenwerkingsvaardigheden in kaart die musici nodig hebben om deel te nemen in transdisciplinaire samenwerkingsverbanden, door analyse van de documentatie van transdisciplinaire projecten en het interviewen van transdisciplinair werkende musici, wetenschappers en maatschappelijke stakeholders. De resultaten worden gedeeld door middel van drie internationale artikelen en presentaties. Het onderzoek is op Codarts ingebed in het lectoraat Transdisciplinary Education Innovation onder leiding van lector en hoogleraar dr. Liesbeth Noordegraaf-Eelens. Dit lectoraat sluit aan bij de visie van Codarts en dan met name het streven om creatieve, ondernemende en onderzoekende podiumkunstenaars op te leiden, die voorbereid zijn op de maatschappij van de eenentwintigste eeuw. Deze maatschappij wordt in toenemende mate geconfronteerd met z.g. “wicked problems”: complexe, ingrijpende problemen, zoals de klimaatcrisis en de vluchtelingencrisis, waarvoor de huidige, op aparte disciplines gebaseerde wijzen van aanpak tekortschieten. Onder universiteiten en kunsthogescholen, en zeker op Codarts, groeit het besef dat het nodig is om het curriculum hierop aan te passen en transdisciplinaire samenwerking te stimuleren en te onderwijzen, zodat kunstenaars, wetenschappers en maatschappelijke stakeholders kunnen leren om de krachten te bundelen om de uitdagingen van de eenentwintigste eeuw op passende wijze het hoofd te bieden. Om succesvol deel te nemen in transdisciplinaire projecten moeten musici op basis van gelijkwaardigheid kunnen samenwerken met andere artiesten, wetenschappers en maatschappelijke stakeholders. Dat is voor veel musici geen vanzelfsprekendheid. In de traditionele muzikale beroepen werken musici vooral samen met andere musici: in grote groepen met een sterk hiërarchische structuur (koor en orkest), in lessituaties (muziekscholen), en in mindere mate in kleine groepen met weinig of geen hiërarchie (bands, kamermuziek). De huidige muziekvakopleidingen zijn grotendeels nog op deze (snel slinkende) beroepspraktijk ingesteld. Het voorgestelde onderzoek beoogt eraan bij te dragen dat transdisciplinaire praktijken op Codarts en op andere muziekvakopleidingen effectiever geïnitieerd en onderwezen kunnen worden.