We get into an Uber car, and the driver passes by the Kremlin walls, guided by GPS. At the end of the ride, the bill turns out to be three times as expensive than usual. What is the matter? We check the route, and the screen shows that we travelled to an airport outside of Moscow. Impossible. We look again: the moment we approached the Kremlin, our location automatically jumped to Vnukovo. As we learned later, this was caused by a GPS fence set up to confuse and disorient aerial sensors, preventing unwanted drone flyovers.
MULTIFILE
This chapter discusses the sharing economy in the Netherlands, focussing on shared mobility and gig work platforms. The Netherlands has been known as one of the pioneers in the sharing economy. Local initiatives emerged at the beginning of the 2010s. International players such as Uber, UberPop, and Airbnb followed soon after. Initially, the sharing economy was greeted with a sense of optimism, as it was thought to contribute to social cohesion and sustainability. Over the last few years, the debate has shifted to the question of how public values can be safeguarded or stimulated. In this regard, shared mobility is hoped to contribute to more sustainable transport. In the gig economy, scholars and labour representatives fear a further flexibilisation of labour; others see opportunities for economic growth.
DOCUMENT
Zoals met meer onderwerpen gerelateerd aan duurzame toeristische ontwikkeling, is ook het onderwerp bewonersprofijt niet "af". Specifiek op dit onderwerp werd snel duidelijk dat het überhaupt inzichtelijk maken van wat bewonersprofijt precies is, waar het uit is opgebouwd en hoe het tot stand komt eerst noodzakelijk was. Met de door de koplopersgroep uitgewerkte theoretische afbakening en verdieping is een eerste belangrijke stap gezet in de richting van het meten van bewonersprofijt. Daarnaast zijn, aan de hand van (inter)nationale voorbeelden, ook de mogelijke interventies en methoden om bewonersprofijt van toerisme te vergroten duidelijker geworden. In 2024 wordt het theoretisch kader dat de positieve bijdrage van toerisme aan het welzijn van inwoners inzichtelijk maakt, verder verrijkt. Er wordt onderzocht welke methoden momenteel worden toegepast om bewonersprofijt te meten en welke voor- en nadelen hiermee samenhangen. Tevens worden experimenten uitgevoerd om verschillende meetmethodes te testen. Ook blijven we actuele en relevante praktijkvoorbeelden publiceren ter inspiratie en stimuleren wij praktische interventies ter bevordering van bewonersprofijt. Het doel van deze aanpak is om stakeholders zoals gemeenten, DMO's en andere beleidsverantwoordelijken beter in staat te stellen om een geschikte meetmethode voor bewonersprofijt te selecteren. De doorontwikkeling van kennis en ervaring blijven wij uiteraard delen met de sector. PartnersHotelschool The Hague, HZ/ Kenniscentrum Kusttoerisme, Centre of Expertise leisure, tourism & hospitality (CELTH), Marketing Drenthe, Stichting Eilandmarketing Schouwen Duiveland, Marketing Oost, NBTC.
Gezonde gebouwen met biobased materialen: Onderzoek naar de impact op gebruikers. Binnen het RAAK AWARD-genomineerde BIO-ISO onderzoek is een unieke testfaciliteit ontwikkeld. Hierin worden gevels van 6 bij 3 meter onderzocht, waarmee dampopen gevelconstructies met biobased materialen getest worden. Het eerdere BIO-ISO onderzoek richtte zich vooral op de thermo-hygrische eigenschappen van deze materialen. Dit nieuwe onderzoek gaat een stap verder en onderzoekt de effecten van deze gevels op het binnenklimaat én de gezondheid van mensen. Het doel? Aantonen dat deze duurzame constructies niet alleen goed zijn voor het milieu, maar ook voor onze gezondheid! Om de relatie tussen het binnenklimaat en gezondheid volledig te begrijpen, zijn de volgende vragen cruciaal: 1. Welke factoren bepalen precies hoe het binnenklimaat onze gezondheid beïnvloedt? 2. Welke meetmethoden zijn er om de effecten van het binnenklimaat op onze gezondheid te bepalen? 3. Welke biobased dampopen constructie biedt de optimale balans tussen energieprestaties en gezondheidseffecten? 4. Wat is de invloed van het vochtbufferingsvermogen van deze constructies op onze gezondheid? 5. Hoe ontwikkelen we optimale constructies die zorgen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat? En hoe kunnen we de biobased materialen met de beste eigenschappen efficiënt aanbrengen? Dit gaan we onderzoeken met een sterk consortium bestaande uit verschillende hogescholen (AVANS, HZ, HU, HAN), Kingspan, Pro Suber®, Strobouwer, IsoHemp, NPSP, Van der Weegen, Monks stukadoors, en K&I Netwerk Circulair Bouwen Nederland. We weten nog maar weinig over de langetermijneffecten van biobased materialen op onze gezondheid. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de luchtkwaliteit binnen? En hoe beïnvloeden deze materialen onze gezondheid op de lange duur? Daarom is dit onderzoek zo belangrijk. Het helpt ons om de risico's én de voordelen van biobased materialen beter te begrijpen. Zo kunnen we in de toekomst gezondere én duurzamere gebouwen ontwerpen, waar mensen met plezier en gezondheid kunnen wonen en werken.