Het doel van deze richtlijn is om hulpverleners handvatten te geven om jongeren met agressief gedrag effectiever te begeleiden. Het doel is dat patiënten meer inzicht krijgen in, en controle krijgen over hun agressieve gedrag. Dat draagt bij aan een gezonde psychosociale ontwikkeling van de jongere, aan een veiliger behandelklimaat binnen de behandelsetting en een prettiger werkklimaat voor hulpverleners Deel 2: Praktische handleiding voor begeleiders. Dit document is een handleiding voor begeleiders om samen met jeugdige patiënten met agressieproblemen tot een individueel signaleringsplan te komen. Het doel van het signaleringsplan is om dreigende agressie vroegtijdig te onderkennen. Plus 8 bijlagen; De bijlagen kunnen als WORD-document digitaal worden opgeslagen. * Denkt u hierbij vanzelfsprekend aan de privacybescherming van de patiënt.
MULTIFILE
We staan als leraren LO voor de mooie opdracht om leerlingen meer bekwaam en enthousiast te maken voor een duurzame deelname aan onze beweeg- en sportcultuur (KVLO, 2017). Het creëren van een spelleeromgeving waarin rekening wordt gehouden met de verschillen tussen leerlingen, iedere leerling betrokken is en succesvolle ervaringen op kan doen, is daarom cruciaal. In dit artikel dragen we aan de hand van het speler- en spelgecentreerde vakdidactische model Spelinzicht (Weeldenburg, Zondag & De Kok, 2017) concrete voorbeelden en handvatten aan ten behoeve van het ontwerpen en realiseren van een uitdagende spelleeromgeving in de LO-praktijk. Dit doen we aan de hand van spelactiviteiten die de spelsporten Rugby, Gaelic football en American football als vergezicht hebben.
DOCUMENT
Vlees eten is geworteld in onze eetcultuur. Het minderen van vlees vraagt tijd. Ondanks campagnes die plantaardige diëten promoten eet volgens CBS nog zo’n 95% van de Nederlanders vlees, en de meeste daarvan doen dat meerdere keren per week als een stukje vlees bij de maaltijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van consumentenkeuzes voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan “minder en beter”. Dit vraagt om specifieke tactieken, wetende dat consumenten in hun gedrag niet altijd doen dan wat hun intentie is met betrekking tot duurzaamheid: de wil is er, maar vertaalt zich onvoldoende in koopgedrag. Om dit te overkomen zijn marketinginterventies nodig die de capaciteit, gelegenheid en motivatie van consumenten verhogen/versterken. Deze rapportage bevat de resultaten – op hoofdlijnen – van een kwalitatief onderzoek, waarin types en empathy maps van verschillende consumententypen en hun meest onderscheidende variabelen in kaart zijn gebracht.
DOCUMENT
Maatschappelijk kwetsbare groepen (zoals mensen in armoede, dak- en thuislozen, mensen met een psychiatrische beperking) hebben een bijzondere positie in onze samenleving. Ze staan in een sterke afhankelijkheidsrelatie waarbij ze vooral ontvangen en waarbij de krachten van henzelf en hun omgeving niet worden aangesproken. Tegelijkertijd wordt hun eigen verantwoordelijkheid voor de situatie waarin ze zich bevinden, benadrukt. Moderne zorg en een inclusieve samenleving hebben belang bij een andere visie die het versterken en verbinden van personen, groepen, organisaties, buurten en gemeenschappen centraal stelt. Het empowermentparadigma vertolkt deze andere visie. Empowerment verbindt het individuele welzijn met de bredere sociale en politieke context en gaat voor een solidaire samenleving met gedeelde verantwoordelijkheden bij het oplossen van sociale problemen. Universele principes in zorg en beleid worden benadrukt met tegelijkertijd selectieve aandacht voor de meest kwetsbare burgers en groepen. Krachten en kwetsbaarheden zijn aan de orde. Een pleidooi voor meer autonomie gaat bij empowerment hand in hand met een sterkere verbondenheid in samenleving en zorg. Ook gaat bij empowerment een streven naar meer gelijke kansen en waardering samen met respect voor uniciteit en verscheidenheid in de samenleving. Empowerment is een rijk maar tevens complex theoretisch concept dat zich niet gemakkelijk laat vertalen in handelen en in concrete richtlijnen voor zorg en beleid. Hierin zit de uitdaging van dit lectoraat: het concretiseren en toepassen van het empowermentparadigma in de praktijk. Praktijkgericht onderzoek is hiertoe noodzakelijk met verbindingen naar onderwijs en beleid. ‘Hoe kan zorg kwetsbare burgers versterken?’ is hierbij de centrale vraag.
DOCUMENT
Het ontwerpen en realiseren van bewegingsactiviteiten die door iedere leerling betekenisvol en uitdagend ervaren worden, is geen sinecure. We kunnen vaststellen dat dit voor ons als professionals enerzijds een complexe en ingewikkelde opgave en anderzijds een uitdagende ambitie is. Kunnen de gereedschappen uit de toolbox van het nieuwe motorische leren de professional de benodigde structuur en houvast bieden? Geven deze gereedschappen voldoende richting om nog krachtiger bewegingsarrangementen te ontwerpen?
DOCUMENT
Het ontwerpen en realiseren van bewegingsactiviteiten die door iedere leerling betekenisvol en uitdagend ervaren worden, is geen sinecure. We kunnen vaststellen dat dit voor ons als professionals enerzijds een complexe en ingewikkelde opgave en anderzijds een uitdagende ambitie is. Kunnen de gereedschappen uit de toolbox van het nieuwe motorische leren de professional de benodigde structuur en houvast bieden? Geven deze gereedschappen voldoende richting om nog krachtiger bewegingsarrangementen te ontwerpen?
DOCUMENT
Aim: We aim to gain insight into the interaction between challenging behavior as shown by individuals with an intellectual impairment, and space, and to explore the possibilities of using routinely collected data to this end.Background: Research on challenging behavior shown by intellectually impaired individuals links their behavior to context, which includes space. Unfortunately, research about this link is hard to conduct, since these individuals may have difficulties expressing themselves verbally and react extremely to sensory stimuli.Method: We conducted a single-case study, focusing on a Dutch very-intensive care facility. We analyzed data routinely collected by the healthcare organization in search of time-space configurations that provide insights into the resident–space interaction. As sensitizing concepts, we used three different contexts the residents interact with—space, people, and activities.Findings: The study exemplified reported interactions that were direct, for example, between the residents and the spatial context, and indirect, for example, through other contexts (people and activities). Space impacts on residents’ senses intensely and acts as a lightning rod for their perceived stress. People also influence residents substantially. Caregivers may both have positive or adverse effects, for example, absenteeism or schedule change. Co-residents may trigger challenging behavior directly by a mere presence or transfer of their stress. Transitions between activities cause unpredictability and are triggers for residents, which interact with space.Conclusions: Living environments providing choice in nearness to the caregiver and distance to co-residents “high in tension,” lowering thresholds for transitions, and facilitating predictability would be beneficial for intellectually impaired individuals showing challenging behavior.
DOCUMENT
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
DOCUMENT
Anno 2012 voelt de RvC2 de invloed van internationalisering, meer wet- en regelgeving, de recessie, verscherpt extern toezicht en kritiek van onder meer media en stakeholders, aangemoedigd door de steeds vaker openlijk besproken schandalen (Peij, Bezemer, & Maassen, 2012). Daarnaast dient zich nadrukkelijk het one-tier board model als alternatief voor het in Nederland bekende two-tier model aan (Peij, 2010, p. 38). Deze ontwikkelingen maken de rol van de commissaris meer complex en uitdagend. Hoe kan de RvC in deze omstandigheden voldoende effectief worden of blijven? In de visie van de onderzoekers door inzicht te krijgen in de problemen die de RvC ervaart en in de oorzaken en mogelijke oplossingen die daarbij horen.
DOCUMENT
Op vrijdag 14 mei 2004 heeft de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een internationaal symposium over 'Leiderschap en Diversiteit' georganiseerd. Het symposium handelde over de dynamiek van gender, nationale cultuur en etniciteit in moderne organisaties. Door de diversiteit van medewerkers, klanten en afzetmarkten worden nieuwe eisen gesteld aan de leidinggevende en is de bedrijfscultuur blijvend veranderd. Veel bedrijfsactiviteiten strekken zich uit tot buiten de landsgrenzen. Leidinggeven in of in samenwerking met bijvoorbeeld vestigingen in Zuid-Amerika of Aziatische landen vergt een andere leiderschapsstijl. Kennis van elkaars achtergronden, ofwel transcultureel inzicht, is nodig om optimaal te kunnen samenwerken. Internationaal gerenommeerde sprekers zijn ingegaan op: leiderschap in de Arabische wereld. leiderschap, gender en etniciteit. leiderschap en culturele dynamiek in organisaties. leiderschap en nationaliteit. Na de inleidingen van de gastsprekers werd in vier werkgroepen over deze thema's verder met de gastsprekers van gedachten gewisseld. Het symposium werd afgesloten met een gezamenlijke forumdiscussie en een borrel. Dit verslag is tevens het startsein voor verdere studie over het thema leiderschap en diversiteit binnen het HRM lectoraat. De leden van de HRM Kenniskring gaan verder onderzoek doen en hun kennis over dit thema overdragen in de dagelijkse onderwijspraktijk aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk.
DOCUMENT