Laten we in Nederland uitgaan van een energieverbruik van 3.500 PJ in 2050, stelt Martien Visser. Grotendeels in te vullen met eigen productie uit diverse bronnen, deels ook via import. “Mocht onze energiebehoefte rond 2050 toch lager zijn, dan kunnen we onze plannen altijd nog bijstellen of de overtollige energie aan onze ooster- en zuiderburen verkopen”, zegt hij.
LINK
Fons van der Velden en Titus van der Spek betogen in hun artikel De mythe van microfinanciering dat aandacht zou moeten uitgaan naar sociale ondernemingen. Een preek voor eigen parochie met wat slogans tegen microfinanciering, zegt Klaas Molenaar. Kritiek zoals de twee naar voren brengen is volgens hem niet goed onderbouwd.
DOCUMENT
In de media is steeds meer aandacht voor armoede-en schuldenprobblematiek. Jongeren komen daarbij als doelgroep steeds vaker expliciet in beeld. Haet standard profiel van jongeren met schulden is vrijwel altijd hetzelfde: hoge telefoonrekeningen, excessieveuitgaven aan uitgaan en kleding. Maar klopt deze dominante beeldvorming wel? En in hoeverre dragen deze beelden bij aan het verminderen en oplossen van de schuldenproblematiek
DOCUMENT
There is a central dilemma embedded in the relationship between teachers and researchers. Teachers know the story of the classroom well, but they are seldom asked to tell their stories, nor do they usually have the opportunity. Researchers, on the other hand, are skilled at telling certain things about classrooms, but they often miss the central stories that are there. This divergence can lead to different opinions on what teaching is about and what is important within it. To bridge this gap, we describe an approach which puts the teacher and the student at the centre. With respect to emotional and behavioural problems of students, we underline the notion of student-teacher compatibility, deriving from theories emphasizing the transactional/reciprocal nature of human behaviour. One of the aims of the Lectorship and Knowledge Network Behavioural Problems in School Practice, is to identify at-risk-teachers (i.e. those most vulnerable to the presence of behaviourally challenging students and parents) so that interventions, both in initial teacher training as well as in inservice training can be applied to help them develop adequate attitudes and coping-skills. In clinical supervision, peer coaching or reflective practice, these teachers can be helped to consider in what way student and parental problem behaviour contribute to their loss of satisfaction, their feelings of self doubt, perceived disruption of the teaching process, and their frustration working with parents.
DOCUMENT
Sinds een aantal jaren is er meer belangstelling voor praktijkgericht onderzoek in het onderwijs en de beroepspraktijk van sociaal werkers. In deze korte tijd heeft dit al heel wat resultaten opgeleverd, zoals o.a. op de projectenbank van subsidieverstrekker RAAK-SIA te zien is. Hiermee ontstaat een reden om eens vanuit het perspectief van de werkers stil te staan bij de aard en aanpak van dit praktijkonderzoek, en de rol die je daar als professional in zou kunnen spelen.
DOCUMENT
In Antenne Gooi en Vechtstreek wordt sinds 2017 jaarlijks het middelengebruik onder jongeren en jongvolwassenen in de regio in kaart gebracht. Dit gebeurt op basis van een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. In 2024 verzamelden we informatie via (1) interviews met een panel van vier professionals waarin zij vertellen over de leefwereld, vrijetijdsbesteding en middelengebruik van risicojongeren; (2) een anonieme survey (vragenlijsten) over middelengebruik onder uitgaanders in 8 cafés in Hilversum, Bussum en Laren en op straat in het uitgaansgebied de Groest in Hilversum; en (3) analyse van testuitslagen van ruim driehonderd vrijwillig aangeleverde drugsmonsters bij de Hilversumse testservice, dit jaar aangevuld met een inventarisatie van drugsprijzen op basis van WhatsApp-menu’s van bezorgdiensten. Tezamen schetsen de verschillende bronnen een gedifferentieerd beeld van (trends in) gebruikspatronen en aanbod van alcohol, tabak, cannabis en andere drugs in Gooi en Vechtstreek.Door uitgaanders wordt fors gedronken, maar er is ook een groep die wil minderen of stoppen. Rokers wisselen sigaretten af met vapes. Er zijn zorgen over blowen bij risicojongeren. Gebruik van mdma-poeder neemt toe en er wordt vaker cocaïne gebruikt tijdens het uitgaan, maar gebruik van andere drugs stabiliseert of neemt af. De regionale drugsmarkt is laagdrempelig en bestaat voornamelijk uit bezorgdiensten die gebruikmaken van drugsmenu’s die via sociale media worden verspreid. Maar wat als 3-MMC wordt verkocht, blijkt dat vaak niet te zijn.
DOCUMENT
De gemeente Utrecht is sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 verantwoordelijk voor alle hulp en ondersteuning aan de Utrechtse jeugd. Het doel hiervan is een inhoudelijke vernieuwing van de jeugdhulp. Een belangrijk uitgangspunt voor de gemeente Utrecht is daarbij ‘normaliseren en uitgaan van de mogelijkheden’. In de praktijk bleek het begrip normaliseren echter complex te zijn, en niet iedereen had er eenzelfde beeld bij. Daarnaast heeft het woord soms een negatieve lading, bijvoorbeeld als het mensen doet denken aan problemen niet serieus nemen. Dit bemoeilijkte het gesprek over normaliseren en wat daarvoor nodig en gewenst is. In de Kenniswerkplaats Jeugd Utrecht Stad (KJUS) werken mensen vanuit allerlei verschillende perspectieven, zoals jongeren, ouders, professionals die met jongeren werken, beleidsmedewerkers, onderzoekers en opleidingsprofessionals, samen om zorg en ondersteuning voor jongeren en gezinnen in de stad Utrecht te verbeteren. De kern hierbij is dat gebruik wordt gemaakt van verschillende kennisbronnen: kennis vanuit onderzoek, professionele kennis en ervaringskennis. De gemeente Utrecht heeft daarom de KJUS gevraagd om samen met betrokkenen vanuit verschillende perspectieven de belangrijkste aspecten van normaliseren in kaart te brengen.
DOCUMENT