In "Collectief leren in schoolorganisaties" wordt het belang van collectief leren voor schholontwikkeling en professionele ontwikkeling beschreven. De condities voor collectief leren in schoolorganisaties worden uitgebreid en modelmatig weergegeven. Tenslotte wordt collectief leren in de context van professionele leergemeenschappen geplaatst en wordt het ontwerpen en ontwikkelen van colellectief leren getypeerd als participeren in een leergemeenschap.
DOCUMENT
Onderzoeksvraag/Doelstelling: Samenwerking in de gezondheidszorg wordt versterkt door de ontwikkeling van een gezamenlijke interprofessionele identiteit, wat leidt tot effectieve teamwork. De effectiviteit van interprofessionele samenwerking hangt in grote mate af van de mate waarin professionals erin slagen een interprofessionele identiteit te ontwikkelen. Om deze identiteitsontwikkeling te meten, die de drie kernaspecten van identiteit (interprofessionele verbondenheid, interprofessionele commitment en interprofessionele overtuigingen) omvat, werd de Extended Professional Identity Scale (EPIS) in Nederland ontwikkeld en gevalideerd. Het lijkt een robuust instrument te zijn voor het meten van interprofessionele identiteit.Het doel van deze studie is om een cross-culturele adaptatie van de EPIS-G (Duitstalige versie) uit te voeren en de constructvaliditeit ervan te bevestigen.Methoden: De vertaling werd uitgevoerd volgens de richtlijnen voor de "Guidelines for translation and intercultural adaptation for self-reported measures". De gezicht- en constructvaliditeit werden bevestigd tijdens het vertaalproces. Een confirmatorische factoranalyse (CFA) werd uitgevoerd met 199 antwoorden van studenten geneeskunde, fysiotherapie, verpleegkunde, ergotherapie en logopedie.Resultaten: Tijdens het vertalen werden de woorden en formuleringen van de originele EPIS zoveel mogelijk behouden. Aanpassingen werden alleen gemaakt wanneer de verantwoordelijke vertaler dit noodzakelijk achtte. Alle afwijkingen werden binnen het team besproken, met aandacht voor omgangstaal en de specifieke taal van de gezondheidszorgberoepen, totdat consensus werd bereikt. De voorlopige resultaten wijzen erop dat de gezicht- en inhoudsvaliditeit door het vertaalproces zijn bevestigd. Cronbach's alpha voor de interne consistentie van de volledige 12-item schaal van de EPIS bedroeg 0,89.Discussie: EPIS-G lijkt geschikt te zijn om de meting van interprofessionele identiteit bij een Duitstalige populatie in de gezondheidszorg te meten. Interprofessionele identiteit kan variëren tussen verschillende beroepsgroepen.Belangrijkste boodschap: In het onderwijs kan de EPIS-G worden ingezet om een interprofessionele identiteit te bevorderen. In een klinische context kan het gebruik van de EPIS-G potentiële ondersteuningsbehoeften signaleren bij het ontwikkelen van een interprofessionele identiteit, wat een cruciale factor is voor succesvolle interprofessionele gezondheidszorg.
DOCUMENT
Eind 2014 jaar stemden de leden van de VO-raad in met de beroepsstandaard voor schoolleiders. In aanvulling op deze standaard presenteren Manon Ruijters en Gerritjan van Luin in dit artikel een model dat volgens hen een ruimer inzicht geeft in de professionele identiteit van schoolleiders. Dit model zou gebruikt kunnen worden om de beroepsstandaard meer diepgang en betekenis te geven.
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft een onderzoek naar werkzame elementen in de samenwerking binnen innovatieve leeromgevingen, professionele werkplaatsen (PW) genoemd. In PW werken onderwijs en beroepspraktijk samen aan complexe vraagstukken waarbij de ontwikkeling van betrokkenen en de innovatie van de beroepspraktijk centraal staan. Op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met 11 sleutelfiguren en een meervoudige casestudie waarin vanuit 4 cases 75 betrokkenen participeerden, is het model Lerend en Onderzoekend Samenwerken in PW ontwikkeld. Het model omvat zes elementen en laat zien dat het lerend en onderzoekend samenwerken centraal staat in een PW en zich ontwikkelt binnen een grensoverstijgende en ontwikkelingsgerichte cultuur. Betrokkenen in een PW leren gezamenlijk doordat ze samenwerken in de dienstverlening en hierbij waarde hechten aan het delen van verschillende perspectieven. Door facilitering van mensen en middelen en door de samenwerking vorm te geven vanuit een gezamenlijke visie, kunnen betrokkenen elkaar leren kennen en afstemmen op welke manier zij samen kunnen bijdragen aan de innovatie van de beroepspraktijk. Hiervoor zijn zowel het opbouwen van relaties als het expliciteren en verdelen van taken en verantwoordelijkheden essentieel. Het model, dat een systemisch perspectief kent, biedt uitgangspunten en handvatten om de samenwerking binnen een PW te evalueren en te versterken.
MULTIFILE
Het handboek is bedoeld voor de uitvoerder(s) van de leermodule Bejegening jongeren 16-23 jaar door jeugdprofessionals. Deze module heeft als doel de kwaliteit van het aangaan en onderhouden van contact te verbeteren en/of onderhouden met jongeren en jongvolwassenen die gebruik maken van professionele hulp en ondersteuning. De leermodule is ontworpen voor zelfstandig gebruik in professionele organisaties. Dit document bevat uitgebreide instructies en handvatten voor het uitvoeren van de leermodule.
DOCUMENT
In professionele leergemeenschappen staan collectieve reflectie op en verbetering van het werk in de klas en in de school centraal. In deze bijdrage wordt het verschijnsel professionele leergemeenschappen nader verkend. Er wordt stilgestaan bij de belangrijkste kenmerken van professionele leergemeenschappen en bij de vraag hoe deze te realiseren.
DOCUMENT
In deze publicatie beschrijven we onze visie op praktijkonderzoek als professionele leerstrategie, waarmee beginnende en ervaren docenten hun eigen dagelijkse praktijk kunnen verbeteren. Aan de hand van voorbeelden laten we zien wat praktijkonderzoek kan betekenen in scholen en (leraren)opleidingen en op welke wijze dit vorm kan krijgen. Inhoudsopgave publicatie 'Praktijkonderzoek als professionele leerstrategie in onderwijs en opleiding' 1. Inleiding over doel en introductie van de verschillende hoofdstukken (leeswijzer). 2. Praktijkonderzoek als professionele leerstrategie (Sanneke Bolhuis) Het doel van praktijkonderzoek is met meer inzicht en begrip handelen in de specifieke eigen context. Praktijkonderzoek is daarbij zelf een interventie. Docenten als onderzoekers van eigen praktijk zijn onderdeel van wat zij onderzoeken. 3. Toetsing en beoordelen in het onderwijs: een continu onderzoek naar de ontwikkeling van de leerlingen of studenten (Desirée Joosten-ten Brinke) Leraren en opleiders toetsen de leervorderingen van hun leerlingen en studenten voortdurend. Daarmee zijn ze in feite voortdurend onderzoek aan het doen, ook al zijn ze zich daarvan misschien niet zo bewust. 4. Beter onderbouwd handelen door praktijkonderzoek: voorbeelden en voorwaarden (Ilona Mathijsen) Dit hoofdstuk laat zien hoe een docent door praktijkonderzoek zijn handelen beter of anders onderbouwt en daardoor mogelijk ook beter of anders gaat handelen. 5. Praktijkonderzoek doe je samen (Quinta Kools) Samen praktijkonderzoek doen zorgt voor een betere kwaliteit van het praktijkonderzoek, voor continuïteit, verbondenheid tussen docenten en een groter draagvlak voor de uitkomsten. 6. Het betrekken van belanghebbenden bij praktijkonderzoek (Quinta Kools) In dit hoofdstuk gaat het over de mogelijke betrokkenen of belanghebbenden bij praktijkonderzoek: wie maken deel uit van het probleem, wie zouden een bijdrage kunnen leveren aan het beter begrijpen of een betere aanpak, voor wie heeft het onderzoek mogelijk consequenties? 7. Praktijkonderzoek doen moet je leren (Sanneke Bolhuis) Doel van dit hoofdstuk is om een beeld te geven van de persoonlijke kwaliteiten en competenties die nodig zijn voor het doen van praktijkonderzoek. Ook wordt besproken waar scholen op zouden moeten letten als ze scholing voor praktijkonderzoek door leraren de school in halen. 8. Praktijkonderzoek van studenten in de lerarenopleiding begeleiden (Karen Krol) Dit hoofdstuk bespreekt hoe studenten leren om praktijkonderzoek uit te voeren als professionele leerstrategie en wat dat vraagt van de begeleiders (opleiders in het instituut en/of de school). 9. De rol van leidinggevenden bij praktijkonderzoek in onderwijs en opleiding (Sanneke Bolhuis en Quinta Kools). In dit hoofdstuk worden de condities besproken die leidinggevenden moeten creëren om praktijkonderzoek tot de 'normale' onderwijspraktijk te laten behoren. Intermezzo's Tussen de hoofdstukken worden korte voorbeelden van praktijkonderzoek beschreven. Dit zijn voorbeelden van praktijkonderzoek door: o lerarenopleiders, die onderzoek deden in een kenniskring van het lectoraat o studenten van de lerarenopleidingen o leraren in hun school.
DOCUMENT
Dit liber amicorum is geschreven voor Anneke Menger, ter ere van haar afscheid als lector Werken in Justitieel Kader. De bijdragen zijn geschreven door mensen uit het werkveld, het onderwijs en door onderzoekers waarmee Anneke heeft samengewerkt. In de tien jaren dat Anneke Menger leiding heeft gegeven aan dit lectoraat hebben een groot aantal onderzoeken en methodieken voor de werkpraktijk het licht gezien, en heeft het lectoraat belangrijke ontwikkelingen in het onderwijs ondersteund en mede vormgegeven. Een aantal daarvan komen in deze bijdrage aan de orde. Inhoud: Allround lector - Lia van Doorn Op de schouders van een gigant - Jacqueline Bosker & Vivienne de Vogel Wordt vervolgd: werkalliantie in het gedwongen kader - Widya de Bakker & Annelies Sturm Bruikbaarheid van Menger’s werkalliantiemodel voor de justitiële jeugdinrichting - Joep Hanrath & Marie-José Geenen De professional als kennisbron - Lous Krechtig Professioneel beslissen in de forensisch sociale praktijk: ervaringskennis alleen is niet genoeg - Jacqueline Bosker Over theoretische kwaliteitscriteria voor risicotaxatie - Andrea Donker & Jacqueline Bosker ‘Everybody has won, and all must have prizes.’ Over de professionalisering van het reclasseringswerk in Nederland - Renée Henskens, Ada Andreas, Marleen Nieuwland, Jessica Westerik & Maarten van der Linde Een nieuwe methodiek voor het stimuleren van zelfstandig vertrek van vertrekplichtige vreemdelingen - Inge Toebosch De professional aan het woord; jeugdreclassering op zoek naar een nieuwe balans - Marlous de Vos & Marius van der Klei Geheimhouding binnen de relatie tussen reclasseringswerker en cliënt in historisch perspectief - Jaap A. van Vliet & Josien Leurdijk Continuïteit in de justitiële keten: Over knellende kaders, koudwatervrees en witte raven - Vivienne de Vogel Ontketen de zorg: het inzetten van Breed Inzetbare Professionals in de jeugdzorgketen - Fatima Yazami, Josje Dikkers & Vivienne de Vogel Onderwijs voor de forensisch sociale professional - Jacqueline Bosker, Joep Hanrath, Mirella Marks, Maaike de Boois & Simone van Egdom Een korte geschiedenis van de andragologie - Maaike de Boois Over het belang van materiële dienstverlening in het gedwongen kader - Nadja Jungmann, Marc Anderson & Tamara Madern Rehabilitatie in gedwongen kader: herstel van het goede leven - Jean Pierre Wilken Sociaal werk: Een mensenrechtenberoep bij uitstek? - Alicia Dibbets & Quirine Eijkman Een concept groslijst met maatschappelijke waarden van reclasseren - Attila Németh, Mark Dorenbusch, Irma Nibbelink, Michel Linnenbank & Alan Kabki
MULTIFILE
Van reclasseringswerkers wordt vakmanschap verwacht. Dat wil zeggen op basis van kennis van zaken op het juiste moment en op de juiste manier verantwoord beslissingen nemen, die passen bij de situatie en bij de cliënt. Dat vraagt om het combineren van methodisch en theoretische kennis met eigen expertise als professional (op grond van scholing en ervaring) in goede afstemming met behoeften en mogelijkheden van de cliënt. Het nemen van beslissingen op basis van de combinatie van deze drie ‘kennisbronnen’ noemen we een evidence based practice. Dat is in het reclasseringswerk niet altijd vanzelfsprekend en vanwege het gedwongen kader ook niet altijd gemakkelijk. Met het project ‘Gebundelde kracht’ hebben we bij verslavingsreclassering Fivoor in Leiden en Den Haag onderzocht hoe reclasseringswerkers die drie kennisbronnen (wetenschappelijke kennis, cliëntexpertise en professionele expertise) gebruiken in het nemen van beslissingen en welke rol intercollegiale toetsing (ICT) daarin heeft.
DOCUMENT
Als je je oriënteert op een nieuwe studie of mogelijkheden om je verder te ontwikkelen kom je waarschijnlijk zoiets tegen als een ‘Professionele Leergemeenschap’ (PLG). Zo’n ‘leergemeenschap’ lijkt heel praktijkgericht te zijn en het kan het over verschillende inhouden gaan, maar hoe zit het eigenlijk? Waarom zijn er zoveel hogescholen en universiteiten die meededen aan een PLG-pilot? Als je samen met een groep collega’s een PLG vormt, dan kan dat genieten zijn. Zo’n samenwerkingsverband of team heeft meerwaarde voor iedereen, voor ieder thema en onderwerp, hoe klein of groot ook. Na een jaar kun je op elke plek die jij wilt, samen met collega’s, een eigen PLG opzetten. Wat je nodig hebt zijn ademruimte, aandacht en inbreng van andermans professionaliteit. Aeres Hogeschool kan voor de juiste facilitators zorgen. In dit boekje vind je: - Antwoorden op vragen over PLG’s zoals: wat is een PLG, hoe faciliteer je een PLG, ‘wat is in for me’ en wat vraagt het van jou en het management? Wat kan het mij opleveren voor m’n werk met leerlingen, studenten en collega’s? - Ervaringsverhalen van personen die aan zo’n PLG hebben meegedaan. - Nieuwe invalshoeken. Hoe leuk en leerzaam kan samenwerken in een PLG zijn, bijvoorbeeld met veertien collega’s afkomstig van zeven verschillende locaties? - Praktische informatie van docenten en facilitators die hiermee de afgelopen jaren ervaring hebben opgedaan. - Antwoorden op vragen als: ‘Wat werkt wel en wat niet?’ ‘Wat heb je er als docent aan en wat als school en leidinggevende?
DOCUMENT